Het vredesplan voor Kosovo kan bij de andere vredesplannen in de kast. Voorlopig blijft het nog even oorlog.

Rambouillet één is voorbij, het wachten is op Rambouillet twee. De onderhandelingen van het elfde uur tussen Serviërs en Kosovaren, Navo en EU-diplomaten en de onvermijdelijke VS, zijn wegens het niet voorhanden zijn van een akkoord afgebroken en verdaagd tot 15 maart. De heren kregen twee weken de tijd om na te denken, heet het.

Het feit dat de heren van het Kosovaarse bevrijdingsleger UCK een half uur voor de deadline voor een vredesakkoord die nanoen van 23 februari nog steeds aan de lunch zaten – en het zelfs onder elkaar nog niet eens waren -, stemt veeleer sceptisch over dat nadenken. Misschien moet voor Rambouillet twee maar een legertent gezocht worden in plaats van een Frans kasteel, met een frietkot eraan eventueel. Of een leegstaande school, om in de atmosfeer van de Kosovaarse vluchtelingen te blijven.

Hoewel de beide partijen – de Serviërs van Slobodan Milosevic, president van de Joegoslavische Federatie, die het vertikt over enige vorm van Kosovaarse onafhankelijkheid na te denken; en de radicale Kosovaren van het UCK die weigeren over een oplossing van autonomie in plaats van onafhankelijkheid na te denken – op het allerlaatste moment van de besprekingen nog toezegden in principe met het voorgestelde vredesplan akkoord te kunnen gaan, maar ze dat eerst aan hun achterban moesten voorleggen ter goedkeuring (want ineens waren de heren democraten geworden in plaats van bendeleiders en hun gsm’s werkten niet meer), is er wel niemand meer over die denkt dat er op 15 maart nog zo’n instemming zal zijn.

Wat er overduidelijk wèl zal zijn, is een grote accumulatie van wapentuig. Milosevic heeft van het overleg in Frankrijk gebruikgemaakt om nog méér troepen met pantsers en zware wapens langs de grens met Kosovo bijeen te brengen. En de UCK-heren aan hun kant hebben niet nagelaten hetzelfde te doen. Ook zij zitten nu onder de zware en moderne wapens, ook zij hebben de tijd en het geld.

Wat zij steeds minder hebben, is een boerenbevolking als achterban. Want daarvan zijn er ook de voorbije week weer een paar duizend op de vlucht gegaan – zonder overigens in veiligheid te kunnen aankomen. De week werd dan ook getekend door vuurgevechten tussen Servische politie- en/of legereenheden en de UCK-guerrilla, en bloedstollend taalgebruik aan beide kanten van de grens.

Met name Macedonië werd vanuit Belgrado door de Servische vice-premier Vojislav Seselj met vernietiging bedreigd, als het nog zou wagen buitenlandse legers vanop zijn grondgebied de Joegoslavische Federatie te laten binnenvallen. Vertaald betekent dit dat de Navo-interventietroepen voor Kosovo, als die er ooit zouden komen, redelijk gesproken via Macedonië ter plaatse moeten geraken. En dat die dan als een vijandelijke invasie zouden worden beschouwd, en Macedonië als meeheulend met de invallers. Ook werd een strategische brug ondermijnd, waar de Navo over zal moeten als ze vanuit Macedonië in Kosovo wil, of waar de KVSE-monitors over moeten als ze eruit willen.

SLOBODAN MILOSEVIC WINT

In principe komt het er in de Kosovo-kwestie natuurlijk op neer dat beide partijen op een langdurig conflict wedden. Dit terwijl de Navo, de Europeanen en de VS tegen beter weten in over een snelle vredesregeling blijven praten, en kosten nog moeite sparen om die te kunnen afdwingen. Daarvoor zijn dus B-52-bommenwerpers overgevlogen, om Servische doelwitten te bombarderen en Milosevic onder druk te zetten. Maar het lijkt erop dat Slobodan Milosevic luchtaanvallen bijna zou verwelkomen, als steuntje voor het Servische nationalisme bij zijn bevolking en om zéker te zijn dat zijn Serviërs het voor hen “heilige” Kosovo nooit maar dan nooit zullen afgeven. Dat is de lange termijn voor Milosevic. Hoe langer de partij duurt, en hoe meer Serviërs er sneuvelen (echt véél zullen dat er nooit zijn: de échte slachtoffers van de moordpartijen zullen altijd de Kosovaarse vrouwen en kinderen zijn), hoe sterker hij binnenlands staat, hoe minder hij moet toegeven.

Om het UCK onder druk te zetten, zullen andere middelen nodig zijn. Voor bommenwerpers en zelfs kruisraketten is de guerrilla onbereikbaar. Voor diplomatie, moet men vrezen, binnenkort ook. De warlords die het UCK sturen, hebben alle belang bij de al dan niet door henzelf uitgelokte bloedbaden die Servische troepen in de nabije toekomst in Kosovo zullen aanrichten. De Serviërs zullen daar de schuld van krijgen en het “antiservische vooroordeel” dat VS-staatssecretaris Madeleine Albright onlangs ontdekte, zal erdoor versterkt worden – en ook de neiging om Servië te gaan bombarderen. Daarbij gaat het UCK ervan uit dat de strategische positie van de Europeanen, die Kosovaarse onafhankelijkheid afwijzen uit vrees voor nog grotere rotzooi rond een “Groot Albanië” dat zo zou ontstaan, in de tijdspanne van een jaar of twee, drie onhoudbaar zal blijken, op voorwaarde dat de oorlog blijft duren. Het voorbeeld van de Sloveense en Kroatische onafhankelijkheid van Joegoslavië zet zo’n veronderstelling natuurlijk kracht bij. Dat is de lange termijn van de radicale Kosovaren.

HET WESTEN ZOEKT EEN LIJN

Natuurlijk is er nog een andere oplossing, maar zij heeft het nadeel dat ze minder macho is dan de bommen van de Navo, en minder lekker dan Europese diplomatieke overwinningen in Franse kastelen. Die oplossing bestaat erin ten eerste de eigen westerse (dat is, Europese en Amerikaanse) diplomatie op één lijn te brengen, zodat Milosevic en de Albanezen de verschillende landen van het bondgenootschap niet meer tegen elkaar kunnen uitspelen. Eens zover, kunnen de Russen erbij betrokken worden om mee een hoofdrol te spelen in Servië – Rusland zou toch al een groot deel van de grondtroepen moeten leveren in het voorliggende plan. Daarna zou het een weinig charismatische opdracht zijn de wapenleveranciers van het UCK te isoleren en de bevoorrading in geld, training en wapens van de guerrilla uit de bevriende landen af te snijden. Zo kan iedereen, uit nood, gedwongen worden aan tafel te gaan of zijn oorlog uit eigen zak te betalen. Niet zo sexy als bombarderen, maar te doen. En uiteindelijk minder duur dan een “Saddamisering” van Milosevic die, op het bergterrein van de Balkan, niet met één bombardement op de knieën zal gebracht worden.

Ondertussen zijn er, door dit strategische pokerspelletje, in iets meer dan een jaar “gewapende strijd voor de onafhankelijkheid van Kosovo”, ruim 200.000 Kosovaren op de vlucht gemoeten voor de oorlog. Hun huizen zullen zij niet terugvinden. Elke week van guerrilla-acties, represailles en schermutselingen komen er een paar duizend vluchtelingen bij. En alle dagen komen er een paar doden bij. Het is dus niet zo dat er geen haast bij is om de Kosovaarse crisis op te lossen. Maar veeleer dat de militaire oplossing er dit keer helaas geen is.

Sus van Elzen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content