Zeventig jaar is hij nu. Edouard-Jean Empain, derde baron van die naam en een echte captain of industry. Tot hij dertig jaar geleden gekidnapt werd. Om de familie te dwingen het losgeld te betalen, sneden de kidnappers hem een pink af. Ondertussen publiceerden de kranten smeuïge verhalen over zijn privéleven. Sindsdien praat hij niet meer met de pers. Voor ons maakte hij een uitzondering.

Baron Edouard-Jean Empain (jaargang 1937) woont afwisselend in de Val d’Oise en Monaco. In Brussel komt hij maar zelden. Maar hij blijft zich Belg voelen, ook al woont hij sinds de jaren zestig in Frankrijk. In de jaren zestig en zeventig was hij een van de machtigste industriëlen van Europa, en tegelijk een luis in de pels van de opeenvolgende Franse regeringen. Een Belgische industrieel in Frankrijk? Dat zag het Elysée niet echt zitten. Maar baron Empain weigerde Fransman te worden en bleef dat ook weigeren, ondanks zijn industriële belangen in Frankrijk.

Tussen 1967 en 1981 leidde hij de vijfde industriegroep van Frankrijk. De charismatische en flamboyante Empain had alles om uit te kijken naar een lange carrière als zakenman. Hij bouwde het imperium Empain-Schneider uit tot een eersterangsbedrijf in de kernenergie en de staalindustrie. Hij was een van de medeoprichters van het Franse weekblad VSD.

Op 23 januari 1978 kantelde alles. Hij werd gekidnapt en kwam pas na twee maanden vrij. Maar er was veel veranderd, zijn familie en zakenpartners hadden hem al ‘begraven’, door de verhalen over zijn privéleven was hij zijn goede naam kwijt. In 1981 verkocht hij zijn aandelen in de groep Empain-Schneider. En toen zijn oom en schoonvader Edouard Empain in 1984 overleed, heette de groep voortaan alleen Schneider.

U was nog erg jong toen u een van de machtigste mensen van Europa werd.

EDOUARD-JEAN EMPAIN: We hadden belangen in Europa, Afrika, Canada, Azië en elders in de wereld. Maar onze winst was minder indrukwekkend. In Frankrijk is omvang evenwel belangrijker dan winst. Ik heb nergens spijt van. We durfden grote operaties aan. De raid op de Schneidergroep, de ontwikkeling van de kerncentrales. Ik was wellicht naïef, maar ik was een enthousiaste dertiger in een club van oude knorpotten die liever niet te hard werkten. En ik had natuurlijk uitstekende relaties met enkele grote partners, zoals het Amerikaanse Westinghouse.

Parijs vond het niet zo leuk dat u Belg bleef. Waarom deed u dat eigenlijk?

EMPAIN : Toen ik een match Frankrijk-België bijwoonde, zat ik – tot mijn eigen verbazing overigens – te brullen bij elke actie van de Rode Duivels. Dat kon nog. Maar toen ik macht vergaarde in de Franse industriële wereld, hebben generaal Charles de Gaulle en zijn premier Maurice Couve de Murville ermee gedreigd dat ik mijn verblijfsvergunning in Frankrijk zou kwijtraken. Ik had immers hun paradepaardje Schneider overgenomen. Schneider die het 75mm-kanon had ontworpen, de held van de Eerste Wereldoorlog. U hebt geen idee van het opgeklopte Franse chauvinisme, in hun ogen had ik een doodzonde bedreven. Een buitenlander die meespeelde in hun achtertuin? Die daar zelfs beslissingen nam? Het Verdrag van Rome werd mijn bondgenoot. Wie me probeerde te blokkeren omdat ik Belg was, gooide ik de artikels over vrije concurrentie, vrij verkeer van personen en goederen voor de voeten.

De Franse industriëlen namen u wel op in het heilige der heiligen. U was lid van de Conseil National du Patronat Français (CNPF).

EMPAIN : En zelfs dat ging niet gemakkelijk. De statuten moesten gewijzigd worden. Het bestuur bestond uit 36 leden, niet een van hen was zo kapitaalintensief als Empain-Schneider. Maar de bestuursleden kwamen wel van dezelfde scholen die door de Staat – met hoofdletter – beheerd werden. Ze kenden elkaar niet, maar ze waren wel bondgenoten. Na mijn kidnapping ben ik er nooit meer geweest. Vandaag vertegenwoordigt de Mouvement des Entreprises de France (Medef, opvolger van de CNPF, nvdr) net zo min de bedrijfsleiders als toen. Niemand weet goed wie bestuurt, wie benoemt.

Is de verhouding tussen politiek en industrie in dertig jaar dan niet veranderd?

EMPAIN : Veranderd? Ik zie zelfs geen begin van verandering. Kijk alleen maar eens hoe president Nicolas Sarkozy omgaat met ArcelorMittal (Sarkozy wil het koste wat het kost banen redden en zet daarvoor de vakbonden in, nvdr). Triest. De politieke inmenging in de grote bedrijven blijft de regel. In de jaren zestig en zeventig, toen ik een aantal bedrijven in Frankrijk controleerde, wilden de politici dat de beslissingen in Parijs genomen werden. Absolute waanzin. De beslissingen werden genomen waar ik was. Als ik in New York was, werden de beslissingen daar genomen. Ik heb hen proberen uit te leggen dat ik die fabrieken niet zou verplaatsen. Je kunt fabrieken niet verplaatsen, je kunt ze alleen sluiten. Het hielp niets, ik moest Frans worden, ze waren bang van de Belgische greep op Franse bedrijven.

Dat is nu anders. Met Suez-GDF heeft Frankrijk een greep op de Belgische energielevering.

EMPAIN: Dat is zo. België stapte vroeger in de kernenergie dan Frankrijk. Toen was België onafhankelijk op gebied van energie, in tegenstelling tot Frankrijk. Even terzijde: mijn familie was aandeelhouder van Electrobel, het huidige Electrabel.

Samen met anderen heb ik gevochten opdat Frankrijk nucleaire centrales zou bouwen. Dat was moeilijk, maar vandaag is elektriciteit van kerncentrales een troefkaart voor Frankrijk. De prijs per kilowattuur is een van de laagste in Europa. Eigenlijk zouden de Fransen ‘merci baron’ moeten zeggen. Maar ook op dat terrein moesten we vechten tegen het Franse chauvinisme. Frankrijk wou zijn eigen civiele nucleaire technologie opbouwen, het beruchte grafiet-gasprocedé. De Fransen gingen even heruitvinden wat de anderen al op punt hadden gesteld. Dat het economische onzin was, deed er niet toe. Het was zo’n beetje Concorde avant la lettre. Ze hebben welgeteld een van hun grafiet-gascentrales verkocht. Aan Spanje. Maar het werd allemaal zo duur dat Spanje toch een ander systeem is gaan gebruiken.

Empain-Schneider was een Frans-Belgisch bedrijf. Vandaag belooft Suez het Frans-Belgische karakter van de toekomstige groep Suez-GDF te garanderen door vier Belgen in de raad van bestuur op te nemen. Is dat een oplossing of een schaamdoekje?

EMPAIN : Dat wil toch niets zeggen. Toen ik bedrijfsleider was, zaten er Belgen en Fransen in de directies, soms meer Belgen dan Fransen, soms omgekeerd. Maar dat was niet het gevolg van bedrijfspolitiek. Wat is dat voor onzin om quota vast te leggen op basis van nationaliteit? Dat leidt enkel naar rampen als Airbus, waar de politici een tweekoppige leiding aanstelden: de helft van de macht zit in Frankrijk, de andere helft in Duitsland. Dat kan alleen maar uitdraaien op kliekvorming en geruzie.

Hoe beoordeelt u de Belgische houding in het energiedossier?

EMPAIN : Het probleem van België is dat het zwak is. De wereld ziet dat zes maanden zonder regering niets veranderen. In Europa heeft men het de hele tijd over België als het centrum van Europa. Maar er is een verschil tussen België het land en België de hoofdstad van Europa. Ook voor de Belgen zelf. Die schuilen in de schaduw van Europa want dan hoeven ze geen beslissingen te nemen. Dat is België voor mij: het totale gebrek aan beslissingen. Ja, af en toe komt er een regeling. Voor Luik. Voor Vlaanderen. Beslissingen op provinciaal niveau door provincialistische besturen. Maar besluitvorming voor het land, voor de belangen van de burgers? Niemand weet waar het land naartoe waggelt.

De Groep-Empain was van oorsprong Waals. Hoe ziet u Wallonië vandaag?

EMPAIN : Mijn grootvader heeft het bedrijf opgericht. Hij was van Ath. Maar vandaag moet ik tot mijn leedwezen vaststellen dat een deel van Wallonië een industrieel rampgebied is. De zware industrie die de regio welvaart bracht, is verdwenen. Er gingen banen verloren en er kwamen geen nieuwe in de plaats. Er ging veel tijd verloren bij de reconversie. Politieke en industriële problemen liep elkaar in de weg. De bedrijfsleiders – en ik was er een van – waren niet sterk genoeg om hun zienswijze op te dringen. Bedrijfsleven en politiek hadden moeten samenwerken. En bovendien hebben ze de doodsstrijd verlengd, omdat er veertig jaar voorbijging voor er bedrijven gesloten werden. We wisten nochtans hoe het zou aflopen.

U gaf 25 jaar geleden de scepter door. Uw opvolger, Didier Pineau-Valencienne (DPV), klopte zich op de borst omdat hij de groep Empain-Schneider afgeslankt en grondig geherstructureerd had.

EMPAIN : DPV sprak over een mirakel. Dat klopte niet. Empain-Schneider was een geweldige groep. Vandaag is het een elektriciteitsbedrijf. Waarom? DPV heeft de rest verkocht.

Na uw vertrek en de dood van uw oom viel het rijk uit elkaar.

EMPAIN : U moet weten dat de groep ingewikkeld in elkaar zat. Er liepen allerlei lijnen van participaties in verschillende ondernemingen. Dat gaf ons eigenlijk een enorme invloed. Alleen, er waren weinig mensen die dat hele spinnenweb begrepen. De Franse en de Belgische afdelingen maakten alles nog ingewikkelder. Eerlijk gezegd kwam het ons goed uit dat niet veel mensen begrepen hoe de constructie in elkaar zat. Maar toen ik alles verkocht, bleek wel dat ik niet zo rijk was als de meeste mensen zich voorstelden.

Die kapitaalintensieve structuur vinden we ook terug bij de groep Frère.

EMPAIN : Net als ik wil Albert Frère van alles proberen. Maar hij heeft zijn bedrijf goed gereorganiseerd. Als het anders was gelopen, had ik zonder twijfel ook een soortgelijke schoon-maak kunnen houden binnen Empain-Schneider en de structuur doorzichtiger gemaakt. Maar verder gaat de gelijkenis niet. Frère is, denk ik, in de eerste plaats een investeerder. Als ik iets kocht, wou ik besturen. Ik zou er niet aan gedacht hebben drie jaar later te verkopen.

Voor de rechter liep de affaire-DPV uit op niets omdat de redelijke termijn was overschreden.

EMPAIN : Dat het proces zo zou eindigen had ik nooit gedacht. De onderzoeksrechter heeft me ondervraagd. Ik had offshorebedrijven opgericht die bij de affaire betrokken waren. Maar in de tijd dat ik ze oprichtte, werden ze vooral gebruikt om Belgische werkkrachten in Zaïre te betalen. Zo konden we vermijden dat we hen in de totaal instabiele lokale munt moesten betalen. Daar was niets geheimzinnigs aan. We hadden alle toelatingen, de bedragen verschenen in onze boekhouding. Nadat ik weg was, heeft Schneider die off- shores voor andere dingen gebruikt.

Denkt u nog vaak terug aan de tijd dat u een tycoon was?

EMPAIN : Ik ben soms wat nostalgisch, ik zit soms te dromen. Wat zou ik vandaag doen als ik een dertiger was? Wat zou ik anders doen? Maar ik zou wel weer genationaliseerd worden en alweer tegengewerkt door de politiek. Maar er is één ding wat me echt irriteert. Iedereen praat maar over het tekort aan drinkwater. Wel, twee derde van de aarde bestaat uit zeewater. Wat belet ons om kerncentrales te bouwen die het zeewater ontzilten? Er is nog zoveel te doen, maar ik ben oud en moegestreden.

Zetten uw kinderen de dynastie verder? Noemen zij zich ‘baron’?

EMPAIN : Het interesseert hen niet. Het is een andere generatie met andere ideeën. Mijn oudste zoon kan zich baron noemen als ik dood ben. Maar ik heb de indruk dat hij dat allemaal een beetje belachelijk vindt.

© Trends-Tendances Vertaling: Misjoe Verleyen

DOOR JEAN-YVES HUWART – © Trends-Tendances Vertaling: Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content