De weg ligt open voor George W. Bush om het Amerikaanse Hooggerechtshof voor lange tijd een conservatieve meerderheid te bezorgen. Waarom is dat Supreme Court zo belangrijk, dat liberalen zelfs vrezen voor de scheiding van Kerk en Staat?

De zeer gerespecteerde Chief Justice William Rehnquist is 80 en zwaar ziek. Zo ziek dat min of meer werd verwacht dat hij er op het einde van de zittingsperiode van het Hooggerechtshof op 27 juni het bijltje zou bij neerleggen. Alle ogen in Washington waren die dag gericht op het gebouw waar het Hooggerechtshof woont, zoals gelovigen in de laatste dagen van paus Johannes Paulus II bang te hoop liepen op het Sint-Pietersplein in Rome.

Is de vergelijking overdreven? De instelling van de conservatieve opperrechter Rehnquist vertoont onmiskenbaar gelijkenissen met het pausdom. Rechters in het Supreme Court worden voor het leven benoemd en zijn niemand rekenschap verschuldigd. Ze handhaven de Amerikaanse grondwet, en die geeft hen het recht om beslissingen van om het even welke andere overheid in de Verenigde Staten te vernietigen. De rechters in het Hooggerechtshof bepalen de grenzen waarbinnen het leven in de VS zich afspeelt. Als er een plaatsje vrijkomt, gaat er een rilling van nerveuze spanning door het land.

Vacatures zijn dan ook zeldzaam. Het hof telt negen leden en kreeg er voor het laatst in 1994 een nieuw gezicht bij, toen Stephen Breyer bij de club kwam. Het Hooggerechtshof kent geen pensioenleeftijd, maar van een of meerdere rechters werd dit voorjaar al verwacht dat ze spoedig ontslag zouden nemen. Veel mensen verwachtten dat William Rehnquist, die aan schildklierkanker lijdt, nog net voor de zomer zijn ontslag zou aankondigen. Maar het was rechter Sandra Day O’Connor (75) die het Witte Huis tien dagen geleden liet weten dat ze om familiale redenen een stap terug zet.

Haar beslissing is het begin van een lange en hete strijd. Een aantal van de belangrijkste beslissingen van het hof werd met de kleinste meerderheid genomen – vijf stemmen tegen vier. Liberalen vrezen dat als er nog een rechter bij komt die het conservatieve gedachtegoed genegen is, de scheiding tussen Kerk en Staat in de VS bijzonder vaag kan worden. Ze vrezen dat in dat geval gelijke rechten voor homoseksuelen op de helling komen en dat zelfs het beroemde arrest in de zaak-‘Roe v Wade’ uit 1973 gevaar loopt, waarmee abortus in de hele VS werd gelegaliseerd. Conservatieven die familiewaarden hoog in het vaandel dragen, hopen van hun kant dat president George W. Bush straks mensen in het Hooggerechtshof benoemt die precies die stap willen zetten.

Lost Liberty Hotel

Maar Bush mag dan al president zijn – de benoeming van een rechter in het Hooggerechtshof is geen eenvoudige zaak. Om te beginnen moet elke kandidaat door de Senaat worden aanvaard. De Democraten zullen het hele reglement gebruiken om kandidaten die hen niet zinnen buiten de deur te houden. De president zal moeten kiezen tussen iemand die voor zijn christelijke basis niet conservatief genoeg is en iemand die zo conservatief is dat er verzet rijst bij de meer gematigde vleugel van de Republikeinse partij. Tussen Scylla en Charybdis.

Dat veronderstelt bovendien dat politiek Washington weet wat de kandidaat écht denkt. Zeven van de negen huidige leden van het hof werden door Republikeinse presidenten benoemd. Sommigen onder hen bleken achteraf niet zo conservatief als was gedacht. Dat kan gemakkelijk worden verklaard. Zolang ze geen lid zijn van het hof moeten rechters zich in hun oordeel door de precedenten van het Hooggerechtshof laten leiden. Als ze er zelf lid van zijn, vormen ze vrij hun mening.

Om het allemaal nog ingewikkelder te maken, volgen de rechters niet noodzakelijk altijd netjes de ideologische lijnen. Soms verdedigen de ‘conservatieve’ rechters gewoon de conservatieve zaak. Dat was, bijvoorbeeld, drie weken geleden het geval toen er geoordeeld moest worden over het plaatsen van borden met daarop de tien geboden op regeringseigendom. Clarence Thomas, Antonin Scalia, Anthony Kennedy en opperrechter Rehnquist zagen daar geen graten in. David Souter, O’Connor, John Paul Stevens en Ruth Bader Ginsburg vonden dat het niet kon. Stephen Breyers opinie gaf de doorslag. Hij vond dat de tien geboden niet konden in een rechtszaal in Kentucky, maar wel op een grasperk voor het parlementsgebouw in Texas, omdat daar ook andere, meer seculiere voorwerpen een plaats kregen.

Maar het gebeurt ook dat de ‘conservatieve’ rechters meer ‘liberale’ arresten vellen. Zo moest het hof zich begin vorige maand uitspreken over de vraag of de federale antidrugswetten voorgaan op een Californische wet die het kweken van marihuana voor medische doeleinden toelaat. Het hof besloot dat de federale wet voorgaat, omdat de handel tussen de staten door het federale parlement wordt geregeld. Merkwaardig genoeg was Clarence Thomas, de conservatiefste rechter van allemaal, een van de drie met een afwijkende mening. Niet omdat hij zo graag blowt, maar omdat hij het een stap te ver vond om mensen die in hun tuin wat plantjes hebben om de pijn van een terminale kanker te verzachten van handel tussen de staten te verdenken.

Het opmerkelijke aan rechter Thomas is overigens niet dat hij zo conservatief is. Hij gaat er ook van uit dat de grondwet zegt wat er staat, en niets meer. De rechters zijn er om de tekst toe te passen, niet om hem te interpreteren tot hij in een of ander kader past. Dat bleek ook in het recente arrest in het proces-‘Kelo v New London’.

Het ging om een zaak waarbij een stadsbestuur een streep grond langs de oceaan wou onteigenen tegen de zin van enkele mensen die er een huis hebben staan. Die huizen zouden plaats moeten maken voor een hotel. De ‘liberale’ rechters kozen de kant van de overheid en de zakenwereld om een precedent te scheppen: de grondwet laat onteigening toe als de eigenaars worden vergoed en hun eigendom een publieke bestemming krijgt. Een snelweg, bijvoorbeeld. Met vijf tegen vier nu besliste het hof om het begrip ‘publieke bestemming’ fors uit te breiden. Eigendom zou nu ook kunnen worden onteigend ten behoeve van privé-ontwikkelaars, zolang er maar een vaag ‘publiek doel’ is. Zoals, bijvoorbeeld, een grotere belastingopbrengst.

Dat kan ertoe leiden dat de overheid om het even wie uit zijn huis kan zetten om plaats te maken voor iemand die meer geld heeft. ‘Dat wil eigenlijk zeggen dat het hof het begrip “publieke bestemming” uit de grondwet heeft geschrapt’, schreef rechter Thomas, die ook in dit geval een afwijkende mening had. Een conservatieve grappenmaker probeerde prompt om het huis van rechter Souter, die voor had gestemd, in beslag te laten nemen om er een Lost Liberty Hotel op te richten. Een Hotel van de Verloren Vrijheid.

Nationale cultuur

Een strikte interpretatie van de grondwet, zoals Thomas die voorstaat, en een conservatieve houding zijn niet hetzelfde, maar ze lopen wel vaak gelijk. Dat komt omdat het Hooggerechtshof de grondwet sinds de jaren dertig naar links heeft laten opschuiven. Zo, bijvoorbeeld, kreeg de federale overheid in de jaren van de New Deal van president Franklin D. Roosevelt veel meer macht over de economie. Maar dé spijker in de schoen van conservatief Amerika is natuurlijk ‘Roe v Wade’.

In de meeste landen behoort het tot de opdracht van het parlement om in ethische kwesties regelend op te treden. België, Nederland en Canada hebben het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht in hun wetgeving opgenomen. Afgezien van Ierland is abortus in alle Europese landen gelegaliseerd.

In Amerika daarentegen klagen conservatieven erover dat abortus alleen legaal is omdat een meerderheid van de rechters in het schemerdonker van de grondwet een regel vonden, die daar zogezegd al eeuwen verborgen lag. Zoals een toen jongere William Rehnquist het formuleerde, vonden de voorstanders van ‘Roe v Wade’ in het Veertiende Amendement een recht waarvan zelfs de opstellers van dat Amendement niet wisten dat het er was.

Dat het debat over abortus en andere ethische kwesties in de VS zo bitter wordt gevoerd, heeft er ook mee te maken dat veel Amerikanen geloven dat het Hooggerechtshof zich macht heeft toegeëigend die eigenlijk het parlement, de staten of zelfs het volk toebehoort. Dat de niet-verkozen rechters zich hebben laten verleiden tot wetgevend werk.

Rechters zoals Thomas en Scalia zijn daar passioneel van overtuigd. Rehnquist gelooft dat ze gelijk hebben, maar hij stelt zich terughoudend op als het er op aankomt om oude, ingeburgerde precedenten terug te draaien. In 2000, bijvoorbeeld, stemde hij voor een herbevestiging van het ‘Miranda’-arrest, dat de politie verplicht om verdachten van criminele feiten op hun rechten te wijzen als ze worden gearresteerd. Eerder had hij nochtans twijfel uitgesproken over de grondwettelijkheid van die regel. Maar, vond hij, ‘”Miranda” maakt ondertussen zodanig deel uit van de courante politiepraktijk dat de waarschuwing tot onze nationale cultuur is gaan behoren.’

George W. Bush houdt van mensen zoals Clarence Thomas en Antonin Scalia. Zij zijn het model dat hem van een rechter in het Hooggerechtshof voor ogen staat. Een hof met een meerderheid van rechters met dit profiel zou er niet alleen naar streven om zijn eigen macht te beperken. Het zou ook decennia van gevestigde rechtspraak op losse schroeven zetten. Niet alleen abortus, maar ook uitspraken in verband met milieubescherming en arbeidsrecht zouden weer onder de loep worden genomen.

Maar zo veel radicalisme kan de Republikeinen ook stemmen kosten en winst bij de volgende verkiezingen. Zo wild zal George W. Bush het dus wellicht niet maken. Het is overigens zeldzaam dat een instelling haar macht uit vrije wil beperkt. Zou de paus toegeven dat hij niet onfeilbaar is, zoals het geloof dat nochtans wil?

© The Economist/H.v.H.

Dé spijker in de schoen van conservatief Amerika is ‘Roe v Wade’, het arrest dat de weg vrijmaakte voor de legalisering van abortus.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content