Lernout en Hauspie kregen hun product niet echt goed verkocht, maar praats voor tien hadden ze wel.

De successtory van het wereldwijd vertakte Ieperse spraaktechnologiebedrijf van Jo Lernout en Pol Hauspie, zeg maar L&H, ontaardde vorig jaar in een grote leugen. Die werd week na week door drie economieredacteuren en een paar buitenlandse correspondenten van The Wall Street Journal blootgelegd. Met scepsis, deskundigheid en zeer betrouwbare bronnen gaven zij collega’s, beursanalisten, bedrijfsrevisoren, investeerders en politici een geduchte les. Want wie goed uitkeek, had beter kunnen weten. Investeerder van het eerste uur en bestuurder Fernand Cloet, de veevoedertycoon uit Deerlijk, verliet begin vorig jaar onverwachts en in stilte de L&H Holding. Hij rook blijkbaar onraad en verkocht al zijn aandelen. Voor anderen verliep het minder goed. Een overzicht:

MAART 2000. Het LHSP-aandeel is (na splitsing) goed voor 3190 frank (72,5 dollar) per stuk. De beurswaarde van L&H wordt op 440 miljard frank geraamd. En het bedrijf koopt zowaar een paar van Amerika’s grootsten in zijn sector, waaronder Dictaphone. Daarvoor wordt meer dan 44 miljard frank neergeteld en een pak schulden overgenomen.

JULI. Omdat het Ieperse bedrijf ook in Burlington (Massachusetts) actief is, moet L&H gedetailleerd rapporteren aan de Securities and Exchange Commission (SEC), de toezichthouder op de Amerikaanse beurs. In die kringen wekt L&H grote argwaan als blijkt dat het tijdens het eerste kwartaal van dit jaar ineens 2,591 miljard frank uit Korea ontving (slechts 4,268 miljoen frank in 1999) waardoor Korea plotseling goed is voor 53 procent van L&H’s wereldomzet (4,870 miljard frank). Even verrassend zijn L&H’s zegecijfers in Singapore. Ook zij overtuigen de beurs niet. De waarde van een L&H-aandeel zakt tot 1620 frank en lager. De beurswaarde van het bedrijf is gehalveerd. Maar de Belgische banken adviseren te blijven kopen: buy, heet dat dan.

AUGUSTUS.The Wall Street Journal onthult dat alvast 18 van de 30 door L&H als klant genoteerde firma’s in Korea nauwelijks of geen zaken doen met L&H. Gedelegeerd bestuurder Gaston Bastiaens wordt op tegenstrijdige verklaringen betrapt. L&H ziet zijn aandeel zakken tot 1311 frank en vraagt zijn huisrevisoren (KPMG) een doorlichting uit te voeren.

De Amerikaanse krant onthult dat Bastiaens op 27 juli in totaal voor 1,1 miljard frank L&H-aandelen kocht voor 1760 frank (40 dollar) per stuk, hoewel het aandeel die dag 440 frank minder (30 dollar) noteerde. Bastiaens en de zijnen wilden duidelijk de beurskoers ondersteunen en leenden het geld daarvoor bij de Belgische Artesiabank (vroeger Bacob en Paribas). Die had L&H ook al bijgestaan bij de aankoop van Dictaphone.

Een week later wordt Bastiaens vervangen door John Duerden. Ook Ellen Spooren stapt op. Zij was verantwoordelijk voor de marketing en de communicatie. Het LHSP-aandeel klimt weer boven de 30 dollar.

SEPTEMBER. De Securities and Exchange Commission (SEC) start een formeel onderzoek naar de boekhouding van L&H. Ze wil onder andere nagaan welke de reële draagwijdte is van L&H’s transacties in Korea en Singapore.

Amper één dag later onthult The Wall Street Journal dat de 19 bedrijven die L&H zijn Singaporese klanten noemt (goed voor 2,5 miljard frank of 17 procent van L&H-inkomsten) gewoon spookfirma’s zijn, gevestigd bij een advocaat of een notaris boven a lamp shop. Een aantal van de opgegeven firma’s behoort toe aan het Flanders Language Valley Fund (FLVF), een andere creatie van Jo Lernout en Pol Hauspie, of werd erdoor gefinancierd om L&H te betalen. De krant merkt op dat L&H op die manier zijn groeicijfers zou kunnen hebben aangedikt, zoals kritische waarnemers eerder al hadden geschreven. De waarde van het aandeel zakt tot 660 frank (15 dollar). L&H vertelt nu dat het een netwerk van franchisehouders opzette om computers te ontwikkelen die ook bevelen in het Pakistaans, Maleis, Vietnamees, Taiwanees, Armeens en andere vreemde talen uitvoeren. L&H probeert tevergeefs staande te houden dat het geen bindingen heeft met het FLV-Fonds. Ook dat wordt door de feiten tegengesproken. Volgens Amerikaanse normen worden de Language Development Companies (LDC), die met het Flanders Language Valley Fund gelieerd zijn, beschouwd als related-parties. Zij moesten in die termen aan de SEC gemeld worden om de beleggers de ware omvang van L&H’s bedrijfsresultaten en zijn expansie te laten kennen.

Banken zoals KBC, ING en Fortis blijven hun klanten adviseren om L&H-aandelen te kopen.

OKTOBER. L&H, in casu Jo Lernout, weigert nog steeds de namen van de investeerders in FLVF alsook de omvang van de daarmee verbonden Language Development Companies bekend te maken. Enkele Belgische banken, waaronder Fortis, adviseren voor het eerst geen L&H-aandelen meer te kopen. Het aandeel zakt beneden de 44 frank (10 dollar) per stuk.

The Wall Street Journal onthult dat de jaarrekeningen van vier Language Development Companies, zoals die bij de Nationale Bank in Brussel ingediend zijn, nergens aantonen dat zij in 1999 elk 132 miljoen frank aan L&H hebben betaald, zoals het nochtans in de boekhouding van L&H staat genoteerd. Enkele dagen na de vragen hieromtrent van de Amerikaanse journalisten heette het dat de vier betrokken LDC’s hun jaarrekeningen gecorrigeerd hebben. De vier behoren tot de 30 bedrijven (11 in België en 19 in Singapore) waarover de SEC meer wenst te weten. Een aantal onder hen wordt geleid door Tony Snauwaert, van wie Jo Lernout zegt dat hij optreedt voor ‘Arabische prinsen’ en ‘ very, very important people‘, zoals zijn vroegere partner vertelt.

NOVEMBER. L&H zegt dat het 528 miljoen frank van de vier LDC’s heeft ontvangen. Hun moedermaatschappij, de Language Investment Company in Poperinge, zegt daarentegen dat het slechts de helft betaalde en dat de andere helft nog niet betaald was toen de vier in december 1999 verkocht werden aan Velstra, een vennootschap met domicilie bij een advocaat in Singapore. En toch boekte L&H in dit verband zo’n 528 miljoen frank inkomsten, weet alweer The Wall Street Journal. Bij de Language Investment Company heet het nu dat een niet nader genoemde grote Belgische company de ontbrekende 264 miljoen frank rechtstreeks aan L&H heeft betaald, zonder via de LDC’s te passeren.

Jo Lernout en Pol Hauspie zetten een stap opzij, nadat de L&H-directie de resultaten van de gevraagde doorlichting heeft gezien. Het blijft daarentegen sinds augustus wachten op de audit van KPMG, de huisrevisor van L&H.

Ook Nico Willaert verlaat het dagelijks bestuur van het bedrijf. Op de de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq is L&H’s aandeel nog amper 272 frank (6,2 dollar) waard; op Easdaq, zijn Europese evenknie, nog amper 132 frank (3 dollar).

Op 9 november kondigt L&H aan dat het zijn jaarrekeningen van 1998, 1999 en het eerste semester van 2000 zal herzien wegens ‘ errors and irregularities‘. Carl Dammekens, de financiële directeur, stapt op. En in bankkringen wordt openlijk gezegd dat KPMG zijn revisorenopdracht niet naar behoren heeft uitgevoerd.

’s Anderendaags maakt het parket in Ieper bekend dat er een opsporingsonderzoek loopt tegen L&H aangaande mogelijke schriftvervalsingen in jaarrekeningen en elders. L&H probeert KPMG uit de wind te zetten door te verklaren dat hogergenoemde doorlichting feiten aan het licht bracht die mogelijk voor de auditor verborgen werden gehouden: ‘ facts which may have been concealed from its auditor.

Intussen laat het Flanders Language Valley Fund weten dat 1,32 miljard frank (30 miljoen dollar) van het fonds ten onrechte verpand werden aan een Koreaanse bank ten gunste van Joo Chul Seo, de voorzitter van L&H-Korea. L&H zegt van niks te weten en ontslaat zijn voorzitter in Korea. In dit filiaal van L&H blijkt uiteindelijk 4,4 miljard frank (100 miljoen dollar) verdwenen, hoewel L&H die heeft geboekt.

De beursnoteringen van L&H’s aandeel worden opgeschort en het bedrijf vraagt eerst in het Amerikaanse Wilmington en daarna in Ieper een gerechtelijk akkoord aan.

DECEMBER. Voorzitter Michel Handschoewerker van de rechtbank van koophandel in Ieper weigert L&H een gerechtelijk akkoord en volgt hiermee het advies van het Openbaar Ministerie.

Een week later onthult The Wall Street Journal dat Mercator & Noordstar als mede-eigenaar van L&H Holding in werkelijkheid 16 van de 30 Language Development Companies controleert. Dit gebeurt via een participatie (88 miljoen frank of 96 procent) in het Language Development Fund en een lening aan dit fonds ten belope van 440 miljoen frank, waarvan de helft nog niet is terugbetaald.

Op 19 december pakt The Wall Street Journal uit met het verslag van de doorlichting die in november aan de directie van L&H werd voorgelegd. Daaruit blijkt dat de jaarrekeningen van 1998, 1999 en het eerste semester van 2000 ten belope van ongeveer 12 miljard frank vervalst werden en dat KPMG ineens wel alle soorten onregelmatigheden ontdekt. Te laat.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content