REMCO CAMPERT.

Meisje van 15 op zoek naar seks: het is geen politiek correct onderwerp dezer dagen. Net dertig jaar geleden gebruikte Remco Campert het thema als aanleiding voor een parodie op het zich van knellende taboes bevrijdende Nederland in zijn roman “Tjeempie! Of Liesje in Luiletterland”. Vooral de artistieke en alternatieve scène wordt het voorwerp van (milde) spot in haar confrontatie met de oude samenleving, zoals die werd uitgebeeld in jeugdboeken waarin montere kinderen zich nog stopwoorden als tjeempie of gossie lieten ontvallen. Het boekje, nu in een pocket heruitgegeven, is geheel in een toen modern geacht soort spelling gesteld, waarbij de auteur zijn eigen naam voor de gelegenheid tot Remko Kampurt omspelde. Nog altijd amusant (Singel, 300 fr.).

EDUARDO MENDOZA.

In 1986 vestigde de Spaanse schrijver Eduardo Mendoza zijn reputatie met de roman “De stad der wonderen”. Het lijvige, erg onderhoudende, bij momenten picareske boek vertelt doorheen het verhaal van ene Onofre Bouvila, de kroniek van Barcelona tussen 1888 en 1929, twee jaren waarin in de stad een wereldtentoonstelling werd georganiseerd (Rainbow, 298 fr.).

ALEXANDRE DUMAS.

Aan één boek had Alexandre Dumas, de fils dan, genoeg om onsterfelijk te worden: “De dame met de camelia’s”, dat precies anderhalve eeuw geleden voor het eerst verscheen. Het leverde de verhaalstof voor de gelijknamige film uit 1936 van George Cukor (met Greta Garbo als de dame met de bloemen) en de opera La Traviata van Verdi uit 1853. Het boek, nu opnieuw in het Nederlands uitgegeven, is een klassieker onder de dramatische liefdesverhalen (Aspekt, 690 fr.).

POEZIE.

De idee was van Herman de Coninck: elk jaar een bloemlezing samenstellen met de beste gedichten uit nieuwe poëziebundels. De omstandigheden hebben gewild dat De Coninck dat plan maar één keer kon uitvoeren. Tom van Deel zette het werk verder. Zo biedt ook “De 100 beste gedichten van 1997” een gevarieerd overzicht van de Vlaamse en Nederlandse poëzieproductie (Arbeiderspers, 399 fr.).

DIPLOMATIE.

Met “Internationale politiek 1815-1945” schreef de Leuvense hoogleraar Paul van de Meerssche een vrij systematisch opgebouwd overzicht van de diplomatieke geschiedenis. De aandacht gaat vrijwel uitsluitend naar de westerse wereld. De synthese wordt geregeld onderbroken door hoofdstukjes over de theorievorming op dit vlak (Acco, 1250 fr.).

FIRENZE.

Henk Th. van Veen bestudeerde de politieke betekenis van het opvallende artistieke “mecenaat” van de zestiende-eeuwse Florentijnse groothertog Cosimo de’ Medici – versta: de propagandistische functie daarvan. In “Cosimo de’ Medici. Vorst en republikein”, een gedegen wetenschappelijke studie, legt Van Veen vooral de nadruk op het vorstelijke “republikanisme” en dus op de groei van de burgerlijke staat (Meulenhoff/Kritak, 998 fr.).

PAYOLA.

Het “popliterair tijdschrift” Payola besteedt zijn derde nummer grotendeels aan “De zilveren jaren zeventig”, met voorin de beroemde foto die Mick Jagger, David Bowie en Lou Reed verenigt. Naar hen gaat dan ook veel aandacht – net als naar groepen als Yes en Abba – in stukken die vooral opvallen door een nostalgische toon. Popmuziek schijnt, achteraf bekeken, vooral het auditieve decor van de jeugd te zijn (Podium, 398 fr.).

M.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content