MARCELLUS EMANTS.

De liefde is een vorm van zinsverbijstering waar niets goeds van komt. Dat meende de Nederlandse schrijver Marcellus Emants en hij zette die visie nog eens breedvoerig uiteen in de psychologische roman “Liefdeleven”, zijn laatste boek, dat in 1916 verscheen. De roman, nu uitgebracht in een pocketuitgave, brengt het naturalistisch aangezette verhaal van een huwelijk dat niet veel geluk brengt (Pandora, 310 fr.).

ANTISEMITISME.

In “Het woord jood” onderzoekt de Italiaanse schrijfster Rosetta Loy hoe zij in haar prille jeugd – ze werd geboren in 1931, “het jaar IX van het fascistische tijdperk” – het antisemitisme zag groeien. Met zin voor nuance en aandacht voor ambivalenties beschrijft ze hoe de stigmatisering van joden, de eerste fase van wat in de holocaust zou uitmonden, haast geruisloos haar intrede deed (Meulenhoff, 598 fr.).

IERLAND.

In “Dankzij de Ieren” reconstrueert Thomas Cahill de rol die Ierse monniken in de vroege Middeleeuwen hebben gespeeld bij de verspreiding van de judeo-christelijke cultuur in Europa. Cahill stelt het voor alsof ze daarmee “de beschaving”, die na de val van Rome in verval dreigde te raken, hebben “gered”. Zo krijgt dit levendig vertelde boek een anachronistisch uitgangspunt. Waren de Ieren immers niét geslaagd in hun onderneming, dan zou nu een andere cultuurvorm als “beschaafd” zijn beschouwd (Balans, 750 fr.).

KUNST.

In “De tweede helft” schetst de Nederlandse kunsthistoricus Ad de Visser een overzicht van de beeldende kunsten sinds de Tweede Wereldoorlog. Zijn aanpak is eerder encyclopedisch en documentair dan kritisch of synthetiserend, maar toch best verdedigbaar. Het uitstekend vormgegeven boek is uitvoerig geïllustreerd, maar de afbeeldingen vallen wel wat klein uit (Sun, 990 fr.).

CONGO.

Er verscheen een nieuwe uitgave van “Reis naar Congo” van de Franse schrijver André Gide. Gide trok in 1925-26 doorheen de Belgische en (vooral) de Franse koloniale bezittingen in Centraal-Afrika. In dit dagboek gaat hij zich geleidelijk kritischer opstellen tegen de uitbuitingspraktijken van de handelsmaatschappijen en dus ook tegen het kolonialisme dat deze praktijken schraagde (Meulenhoff/Kritak, 698 fr.).

TOSCANE.

Een overwoekerde wijngaard, oude fresco’s, kleurrijke dorpsfiguren, levendige marktjes, niets ontbreekt in het stukje Toscane waar de Amerikaanse Frances Mayes een villa betrekt. In “Een huis in Toscane” vertelt ze met veel empathie over haar kennismaking met de streek, het landschap, de mensen, maar ook met de keuken, recepten inbegrepen (Prometheus, 695 fr.).

STERVEN.

Het euthanasiedebat heeft enkele Vlaamse intellectuelen aan het denken gezet over de dood. In een vijftal kwalitatief niet erg homogene bijdragen proberen ze in “Met de dood in het hart” vanuit een christelijk perspectief een zingeving te zoeken voor de ultieme waarheid van het sterven (Davidsfonds, 495 fr.).

KATTEN.

Er valt te twisten over de vraag of een mens huisdieren moet hebben of niet. Zo ja, dan kan misschien aan een kat worden gedacht. De Britse schrijfster Dorris Lessing heeft altijd katten om zich heen gehad, hield ze scherp in de gaten en kan daar goed over schrijven. Dat doet ze in “In ’t bijzonder katten”, een impressionistische collage van ervaringen en bedenkingen (Bert Bakker, 595 fr.).

M.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content