PETER VAN STRAATEN.

Niet alleen als tekenaar geniet Peter van Straaten bekendheid, hij ontwikkelde in het weekblad Vrij Nederland ook een feuilletonnesk soort proza, dat dicht aansluit bij het klassieke cursiefje, rond een personage genaamd Agnes. Daarin rijgt Van Straaten beknopte en impressionistische, met veel dialogen doorspekte scènes uit het moderne bestaan aan elkaar. Veel literaire diepgang is er niet bij; het is Van Straaten vooral te doen om de evocatie. Met “Agnes Agnes” – een boek dat begint in Antwerpen – is Van Straaten al aan zijn tiende Agnes-bundel toe (De Harmonie, 530 fr.).

POEZIE.

De dichter en bloemlezer Eddy van Vliet vroeg zich af welke de “bekendste” verzen uit de Vlaamse poëzie zijn. Het antwoord staat in zijn bloemlezing “Tussen droom en daad”. Hij turfde honderden bestaande bloemlezingen om na te gaan welke gedichten het meest worden geciteerd. Zijn top-tweehonderd vangt in de tijd aan met het Egidius-lied. Koploper qua bekendheid is Paul van Ostaijen, dertien verzen sterk. Ook Hugo Claus, Guido Gezelle, Maurits Gilliams of Karel van de Woestyne scoren goed, iemand als Herman de Coninck opvallend minder (Poëziecentrum, 598 fr.).

TRISTAN CORBIERE.

De Franse 19de-eeuwse dichter Tristan Corbière geniet niet de reputatie van tijdgenoten als Paul Verlaine, hoewel ook hij een archetypische poète maudit was. Over hem schreef Ernst Verbeek de beknopte biografie “De hemel mag het weten”. Verbeek heeft vooral aandacht voor de psyche van Corbière en voor de manier waarop die in diens werk tot uiting komt. Dat is een wat enge lectuur van een oeuvre. De biografische, historische en zelfs de literaire Corbière komt veel minder uit de verf (Van Gorcum, 700 fr.).

ZUID-AFRIKA.

In Nederland heeft het Zuid-Afrika van de apartheid altijd veel weerzin opgeroepen en daar een sterke anti-apartheidsbeweging in het leven geroepen, met in het zog daarvan een vaak in de kwestie zeer geëngageerde journalistiek. Evelien Groenink behoort daartoe. Haar boek “Wonderland” is een (soms té) sterk persoonlijk getint relaas uit het einde van de apartheidstijd, over enkele guerrillero’s van het ANC die met de overgang naar het huidige regime naar huis terugkeren (Atlas, 800 fr.).

LICHT.

De tekenaar Leo Fabri, die zijn werk vooral publiceert in de kranten van de Standaard-groep, bundelde in het boekje “Lumineus” een reeks tekeningen rond het thema “licht”. Het werk van Fabri, meestal uitgevoerd in fijne inktlijnen, moet het niet hebben van grafische effecten, een vondst of van een gevatte pointe, maar wel om het creëren van een naar het poëtische neigende, sprookjesachtige sfeer. Dat is ook zo met deze tekeningen, die allemaal uitgaan van de contouren van de gloeilamp, waarrond Fabri op de vorm of de functie van de lamp geïnspireerde fantasietjes bedacht (Uitgeverij P, 495 fr.).

TALEN.

Assimil, de bekende uitgeverij van taalboekjes en -cursussen, heeft een reeks “Taalpockets” op de markt gebracht over talen die eerder ver van ons bed liggen: het Marokkaans, het Chinees, het Thai, het Hindi en het Noors. De reeks is duidelijk bedoeld voor reizigers op zoek naar praktische taalwenken, maar de boekjes bevatten toch ook een stevige brok grammatica en uitgebreide woordenlijsten met vertalingen van én naar het Nederlands (Assimil, 295 fr. per deel).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content