Er is meer racisme en discriminatie dan ooit op de Belgische werkvloer. Maar tot dreigbrieven leidt dat zelden.

Op basis van wat zij substantiële klachten noemen, opende het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) vorig jaar 157 dossiers over racisme en discriminatie op de werkvloer. Dat zijn er acht meer dan in het piekjaar 1997. Vijftig van die klachten gingen over een weigering om iemand in dienst te nemen, 65 over pesterijen en intimidatie op de werkvloer. Klagers morden over aanstootgevende opmerkingen over de hoofddoek of over het geloof, anderen reageerden tegen beledigingen op basis van huidskleur of afkomst. In een veertigtal klachten, waaronder drie overduidelijke hoofddoekgevallen, was er sprake van een onrechtmatig ontslag.

Het komt zelden voor dat het CGKR met zulke klachten naar de bedrijfsleiding stapt. Laat staan naar de rechter. ‘Dat heeft geen enkele zin’, zegt Marco Van Haegenborgh van het Centrum. ‘Vergeet niet dat die mensen daar moeten blijven werken.’ In de plaats daarvan heeft het centrum een protocol voor de behandeling van racismeklachten met de vakbonden afgesloten – voorlopig enkel de liberale en de christelijke vakbond, met de socialisten moeten nog enkele details worden geregeld. Ook binnen de overlegstructuren met de werkgeversorganisaties Voka en VBO wordt een platform gecreëerd om de klachten efficiënter te kunnen behandelen.

Krijgt het Centrum, behalve klachten over discriminatie en schuine opmerkingen over de hoofddoek, ook echte dreigingen gemeld? ‘Zelden’, geeft Van Haegenborgh toe. ‘We hebben in het Antwerpse wel eens wat collages van krantenknipsels onderschept, waarin elke inbraak waar allochtonen bij betrokken waren, in fluorescerende stift was aangestreept. Die collages werden naar Marokkaanse verenigingen gestuurd, niet zelden voorzien van een dreigbrief. Vorig jaar kwamen er een paar brieven terecht bij enkele uitbaters van een pittatent.’ Maar méér kunnen ze zich bij het CGKR niet voor de geest halen. Tot de zaak-Remmery losbarstte. Naïma Amzil, de Marokkaanse arbeidster waar het in deze zaak om gaat, is bij het CGKR gaan aankloppen voor steun. Ze heeft die ook gekregen. ‘Zeker na de tweede dreigbrief hebben we de zaak heel ernstig genomen’, zegt Van Haegenborgh. ‘We hebben mevrouw Amzil en haar familie begeleid bij haar klacht met burgerlijke partijstelling. Het Centrum heeft trouwens ook klacht ingediend om het dossier op de voet te kunnen volgen. En we weten uit onze contacten met het Kortrijkse parket dat ze ginds heel serieus met de zaak bezig zijn.’

Stilletjes hoopt Van Haegenborgh dat deze onverkwikkelijke zaak ook een positief effect sorteert. ‘De jongste dagen hebben we verschillende brieven en telefoons gekregen van kiezers van het Vlaams Belang, die hun sympathie betuigden voor de strijd van mevrouw Amzil’, zegt hij trots. ‘Zou deze zaak ons dan toch een beetje leren omgaan met de diversiteit van onze maatschappij?’

F.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content