Onze technologie wordt steeds slimmer, maar de samenleving dreigt dommer te worden, stelt JONATHAN HOLSLAG vast. Daarom hebben we nood aan creativiteit en betrokken burgers.

Tussen de bezuinigingen en betogingen door wordt gelukkig ook nagedacht over langetermijnoplossingen voor onze grote economische uitdagingen. De laatste maanden mocht ik aanschuiven bij tientallen vergaderingen van overheden, bedrijven en investeringsmaatschappijen. Bij steeds meer van die spelers rijpt het besef dat we in plaats van de weinig doeltreffende cocktail van geldverruiming en bezuinigingen beter inzetten op innovatie en kwaliteit. We kunnen foeteren dat het die bedrijven en fondsen gewoon om geld te doen is. Maar ik zie ze liever munt slaan uit een economie waarvan we beter worden dan uit een wedloop met dumpingprijzen waarbij niemand gebaat is.

De vraag is natuurlijk hoe we de kwaliteitsrevolutie in gang kunnen zetten. Bijna altijd wordt gedacht aan de technologie. Dankzij het enorme vermogen van computerchips kunnen we alles slimmer en dus beter maken. Er zijn slimme netwerken om ons van groene stroom te voorzien, slimme gebouwen die zichzelf onderhouden, slimme steden waarin alles constant gemeten en gemonitord wordt, slim transport om de files op te lossen: smart dit en smart dat, E-zus en E-zo, en dan liefst nog in versie 3.0 of 4.0. Op zich is het fantastisch dat het rekenvermogen van computers ons toelaat om de samenleving beter te organiseren, maar slimme technologie dreigt zijn doel voorbij te schieten zonder slimme en betrokken burgers.

Een eerste belangrijk risico is dat we met de smart-revolutie een hele hoop nepoplossingen zullen ontwikkelen: op grote schaal knuffelrobots in rusthuizen zetten om het gemis aan menselijke warmte te compenseren of apps die automobilisten waarschuwen als er gaten in het wegdek zitten. Zulke innovaties maskeren de uitdagingen alleen maar en lossen ze niet op. Een tweede keerzijde is dat te veel nadruk op technologische innovatie onze verantwoordelijkheid externaliseert. In plaats van ons aan te zetten om onze levensstijl te veranderen, bevestigt de technologie die alleen maar. Ten slotte riskeren we dat de ongelijkheid toeneemt omdat we menselijke arbeid verder marginaliseren en minder mensen de kans krijgen om hun boterham te verdienen.

De kwaliteitsrevolutie hoeft natuurlijk niet zo te lopen. De technologie zou ons moeten toelaten om bezig te zijn met wat waardevoller en uitdagender is. We hebben intussen bewezen dat we alles – van textiel tot vliegtuigreizen – op een gigantische schaal en aan erg lage prijzen kunnen produceren. In het Westen heeft de industriële revolutie zijn doel grotendeels bereikt om mensen op materieel vlak een comfortabel leven te laten leiden. De volgende logische stap is dat we dat materiële comfort behouden op een manier die het milieu minder schade berokkent en ons toelaat om andere behoeftes te realiseren zoals samenhorigheid, erkenning en zelfontplooiing. We klimmen dus hogerop in de behoeftepiramide zonder de basis te verwaarlozen.

De technologie zou kunnen helpen om al het eentonige werk te robotiseren. Zo kunnen we ons concentreren op onze zelfontplooiing en activiteiten waar we meer genoegdoening uit halen. Uit onderzoeken blijkt dat dit activiteiten zijn die gekenmerkt worden door direct menselijk contact, variatie, creativiteit en erkenning. Ook activiteiten die ons een doel in het leven geven zijn van cruciaal belang. Dat kan misschien melig lijken, maar een doel in het leven hebben, blijkt na het inkomen de belangrijkste oorzaak van geluk te zijn. In de kwaliteitsrevolutie kunnen we een goed evenwicht vinden tussen wat de technologie voor ons kan doen en wat we zelf willen.

Zo komen we bij de essentie van de kwaliteitsrevolutie: de kwaliteit van ons denken. Een slimme samenleving is een bewuste samenleving die de grenzeloze technologische mogelijkheden wikt en weegt. Een slimme samenleving vertrekt vanuit een bildungsideaal, gericht op het ontplooien van zo veel mogelijk talenten bij zo veel mogelijk mensen. Zij voert ethiek hoog in het vaandel. Zij daagt burgers uit en geeft hen economische kansen om zich te ontplooien, in plaats van de massa mentaal dood te maken met tv-programa’s zoals Temptation Island, The Sky Is the Limit of de zoveelste banale poging van Gert Verhulst om zich met een geforceerd Antwerps accent populair te maken. De slimme samenleving, die begint bij onszelf!

Jonathan Holslag (1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB.

De technologie dreigt alleen maar nepoplossingen te creëren, zoals knuffelrobots in rusthuizen om het gebrek aan menselijke warmte te maskeren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content