Met de nieuwe koning Mohammed VI waait er een nieuwe wind in Marokko. Een van de centrale thema’s in die ‘Marokkaanse lente’ is de positie en het juridisch statuut van de vrouw.

‘Penetratie? Dat is puur genieten voor mij. Het lekkerste wat er is. Nu ja, het is niet intenser dan het orgasme, maar het leidt er wel toe. Het is echt de slagroom op de taart. Ik kan voorspel en penetratie niet los van elkaar zien. Soms heb ik helemaal geen behoefte aan voorspel, op andere momenten zou ik me zonder ontzettend gefrustreerd hebben gevoeld. Maar het belangrijkste vind ik dat je niet het gevoel hebt, neem me niet kwalijk maar zo is het soms wel, dat je besprongen wordt. Dat ik zo’n man boven mij alleen maar een beetje dom op en neer zie hobbelen om aan zijn gerief te komen. Niet leuk. Je moet er wel met z’n tweeën bij zijn.’ Aan het woord is Sofia, 27 jaar, zonder beroep, in het artikel ‘Vrouwen en de daad’, gepubliceerd in het vijftigste nummer van Femmes du Maroc, zeg maar de Marokkaanse Marie-Claire. Waar zijn de taboes gebleven?

In hetzelfde tijdschrift staat ook een reportage over bevallingen op het Marokkaanse platteland – Voyage au bout de l’anachronisme. ‘Als een pasgeboren baby dreigt te overlijden, blaas ik in zijn oren en neusgaten’, vertelt een qabla, een traditionele vroedvrouw. ‘Als dat niet helpt, doe ik een beetje uiensap in zijn mond en laat hem ook aan uien ruiken. Als ook dat niet helpt, hou ik hem ondersteboven en sla ik hem hard op zijn billen. Dat werkt meestal goed.’ Tijdens de bevalling moeten alle ramen en deuren goed dicht zijn, want koude en wind rekken de bevalling, en anders kunnen er trouwens ook kwade geesten bij moeder en kind komen.’

Waar staat de Marokkaanse vrouw anno 2000? ‘De’ vrouw bestaat natuurlijk niet, zeker niet in Marokko. Vrijmoedig, bijgelovig, vrijgevochten, onderworpen, streng islamitisch, frivool, je vindt het allemaal, soms ook in verrassende combinaties. In het centrum van grote steden als Casablanca en Rabat klikklakken vrouwen op hoge hakken voorbij in een modieus mantelpakje of strak in pantalon en truitje; hoofddoekdraagsters zie je er minder dan in sommige wijken van Brussel. In Taroudant, een stadje aan de voet van het Atlasgebergte, domineren de djellaba’s het dorpsbeeld – ook veel meer mannen dragen ze hier – en zie je nauwelijks een niet-gesluierde vrouw.

Vind je in Casablanca en Rabat hoe langer hoe meer zakenvrouwen, politica’s, advocates en vrouwelijke academici, in Tiznit – in de zuidelijkste provincie, waar de woestijn begint – zijn de vrouwen het grootste deel van hun dag kwijt aan de zoektocht naar water. Drinkwater, en water om hun schaarse plantgoed te irrigeren. Lezen en schrijven kan haast niemand van hen.

INTEGRATIE VAN DE VROUW

Maar alle vrouwen van Marokko zullen het binnenkort beter krijgen. Dat althans heeft de gouvernement d’alternance onder leiding van de socialistische premier Abderrahmane Youssoufi beloofd. Sinds de oude koning Hassan II zijn voormalige opposant Youssoufi drie jaar geleden tot het regeringspluche riep, waait een nieuwe wind door Marokko. De strakke teugels van de politiestaat zijn wat gelost, honderden politieke gevangenen zijn vrijgelaten en slachtoffers van mensenrechtenschendingen krijgen nu zelfs schadevergoeding uitbetaald. De pers ligt niet meer aan banden (al werd twee weken geleden wel nog een weekblad uit de kiosken gehouden omdat het een interview met de leider van het Polisario wilde publiceren, de beweging die onafhankelijkheid wil voor de zuidelijke Sahara). Het verenigingsleven bloeit. En tal van sociale en economische hervormingen zijn op stapel gezet. Sinds M6, zoals de nieuwe koning Mohammed VI hier wordt genoemd, een half jaar geleden zijn vader Hassan II is opgevolgd, lijkt het vernieuwingsproces nog in een stroomversnelling te zijn gekomen.

Een van de centrale thema’s van deze ‘Marokkaanse lente’ is precies de positie van de vrouw in de Marokkaanse samenleving. De regering heeft in maart 1999 een ‘Actieplan voor de Integratie van de Vrouw in de Ontwikkeling’ opgesteld, dat de Marokkaansen in staat moet stellen zowel op het publieke terrein als in hun privé-leven een ‘kwalitatieve sprong voorwaarts te maken’, zoals Saïd Saadi het formuleert. Saadi is staatssecretaris voor Sociale Bescherming en Familiezaken en de initiatiefnemer van het actieplan. ‘Het plan bevat meer dan tweehonderd maatregelen’, legt hij uit, ‘om de situatie van de vrouw op vier prioritaire domeinen te verbeteren: onderwijs en alfabetisering, vooral van de plattelandsmeisjes; natale gezondheidszorg, voor moeder en kind; de versterking van de economische positie van de vrouw, onder meer door de verhoging van de activiteitsgraad van vrouwen; en de versterking van de juridische status van de vrouw, door de herziening van een aantal discriminerende wetteksten.’

‘Vorige initiatieven hebben weinig opgeleverd omdat men veel te versnipperd te werk ging’, vervolgt Saadi. ‘Maar dit is een alomvattend, multidimensionaal project. Tegelijkertijd is het een zeer pragmatisch plan, dat concrete maatregelen voorstelt, bepaald in tijd en ruimte. En het is een werkelijk nationaal plan, dat tot stand is gekomen in samenwerking met vrouwen- en andere organisaties, vrouwelijke politici en allerhande specialisten. We hebben geprobeerd tot een consensus te komen.’

Consensus? Voor de neutrale waarnemer is die momenteel juist erg ver te zoeken. Nog voor het plan in de ministerraad zou worden behandeld – het is nog steeds niet goedgekeurd -, voerden fundamentalistische moslims actie om het ontwerp te kelderen. Het voorlopige hoogtepunt van hun campagne was de betoging in Casablanca, op 12 maart van dit jaar. Daar zouden naar hun eigen zeggen een miljoen Marokkanen, onder wie vele vrouwen, gedemonstreerd hebben tegen de op til zijnde hervormingen.

Dat cijfer wordt van verschillende zijden aangevochten. Maar iedereen geeft toe dat er in Casablanca meer volk op de been was dan in Rabat, waar op diezelfde dag de voorstanders van het plan manifesteerden. De betrouwbaarste bronnen hebben het over 130.000 tot 140.000 betogers in Casablanca, tegenover 80.000 tot 90.000 in Rabat.

Staatssecretaris Saadi kan zich er niet druk over maken. ‘Natuurlijk bestaat er een meningsverschil. Het zou al heel vreemd zijn als dat niet zo was. De kwestie van de vrouw heeft in de Arabisch-islamitische landen altijd voor verhitte debatten gezorgd. Maar uiteindelijk waren de twee betogingen moeilijk te vergelijken. De ene was georganiseerd door enkele goedmenende maar nog weinig professionele ngo’s, voor de andere hadden de fundamentalisten zwaar gemobiliseerd: met huisbezoeken, wervingsacties bij de moskeeën, ingelegde bussen.’

MOUDOUWANA

Maar hij wil onmiddellijk toegeven dat de Marokkaanse mentaliteit ‘nog niet genoeg geëvolueerd is om te aanvaarden dat je over de vrouw kunt spreken als over de gelijke van de man’. Saadi: ‘Daar bestaat grote socio-culturele weerstand tegen. Maar het plan is ook een instrument van bewustmaking. Het maakt dat de dramatische situatie van de Marokkaanse vrouw eindelijk een belangrijk punt van discussie is in onze samenleving. Men praat erover in alle partijen, in de cafés, in ongeveer alle huishoudens, tot in de bergen praat men erover. Dat is op zichzelf al positief. Het helpt de geesten rijpen.’

Dat de hervormingen in strijd zijn met de islam, zoals de fundamentalisten beweren, wijst Saadi van de hand. ‘Ik wil beklemtonen dat over drievierde van de tweehonderd maatregelen, over al het socio-economische, geen enkele discussie bestaat. Problemen zijn er met maximaal tien punten, met alles namelijk wat verband houdt met het juridisch statuut van de vrouw, de zogenaamde Moudouwana. Het gaat onder meer over de afschaffing van de ouderlijke voogdij bij het huwelijk van hun dochter, het optrekken van de minimumleeftijd voor het huwelijk van 15 tot 18 jaar, het verbod op verstoting en polygamie (op enkele uitzonderingen na) en de verdeling van de goederen bij een echtscheidingsprocedure.’

Op geen van al deze punten is de islam volgens Saadi eenduidig. ‘Sommige kwesties worden niet eens behandeld in de heilige boeken. Voor andere zijn er meerdere lezingen mogelijk. Voor polygamie bijvoorbeeld moeten volgens de koran zoveel voorwaarden zijn vervuld dat de deur wordt opengezet voor de afkondiging van een verbod.

Wij hebben bij de uittekening van de maatregelen een aantal oulema’s (islamleraars) geconsulteerd die de heilige geschriften met een modern oog proberen te lezen, en zij zagen geen enkele contradictie.’

‘Maar omdat er hierover geen eenstemmigheid bestaat, hebben wij nu een commissie opgericht waaraan oulema’s, sociologen en rechtsgeleerden deelnemen. Die commissie moet tot een consensus komen over onze hervormingsplannen en een rapport voorleggen aan koning Mohammed VI. Want over de hervorming van de Moudouwana moet uiteindelijk Zijne Majesteit beslissen. Hij is immers de Commandant des Croyants in Marokko.’

Of het niet volkomen irrealistisch is nog te hopen dat er in dit gevoelige dossier ooit een consensus komt? Saadi: ‘Nee. De commissieleden moeten teruggrijpen naar een methode die de oulema’s in de geschiedenis van de islam altijd hebben gebruikt wanneer in de samenleving een nieuw probleem opdook dat niet strikt geregeld was in de heilige teksten. Wij noemen dat de Ijtihad: een herlezing en interpretatie van de teksten in het licht van de maatschappelijke evoluties. De Ijtihad heeft gemaakt dat de islam stevig verankerd is kunnen blijven in onze culuur. Wij strijden nu voor een moderne herlezing, die de mensenrechten volledig respecteert. Tussen de islam, een religie die de tolerantie predikt, en universele waarden als het respect voor de waardigheid van man en vrouw kan er toch geen fundamentele contradictie zijn?’

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content