Luuk van Middelaar is politiek filosoof en werkt in de Tweede Kamer in Den Haag.

Berichten van de Hollands-Europese frontlijn (3/3)De klap kwam harder dan verwacht. Op 1 juni stemde bijna 62 procent van de Nederlandse kiezers tegen de Europese grondwet. Massaal kwam men bovendien op: meer dan 63 procent. Het volk had gesproken en voor één keer was duidelijk wat het had gezegd: Nee.

Nieuwe opstand der burgers. Maar waartegen? De politiek of Europa?

De politiek wist het wel: tegen Europa. Al een half uur na de uitslag wentelde minister-president Jan Peter Balkenende zich in het stof voor de voeten van het Nee. Een dag eerder kon hij geen touw vastknopen aan de heterogeniteit van alle Nee’s, maar na het verdict was de duiding snel paraat: Europa gaat te snel, wij hebben te veel soevereiniteit afgestaan en Nederland betaalt te veel. Het scheelde maar een haar of à la De Gaulle eindigde hij met: ‘Je vous ai compris!’ Vergeten was het landsbelang dat tot dan ten bate van het Ja naar voren was gebracht. De honger van het volk moest worden gestild.

Liever de grondwet geofferd dan de politiek zelf in Frage te stellen. Peilingen leerden dat wantrouwen jegens de politieke klasse voor veertig procent van de Nee-stemmers zwaar meewoog, maar dat gegeven werd onder tafel geveegd. Het vege lijf moest gered. Ter vergelijking: in Frankrijk handelde Chirac na het Non van 29 mei andersom. In afwachting van de Europese Raad van 16-17 juni sprak hij zich niet uit over nieuwe Franse eisen aan Europese partners, maar wel offerde hij meteen politiek personeel.

Die oplossing was voor Balkenende niet voorhanden. Dat zou immers nieuwe – en zeker verloren – verkiezingen betekenen. Tekenend voor de shocktoestand van de elite was dat ook de linkse oppositie niet uit was op politiek bloed. PvdA-leider Wouter Bos – in zijn partij een François ‘Oui’ Hollande zonder concurrerende Laurent ‘Non’ Fabius – maakte met evenveel gemak als de regering de draai richting het volkse Nee.

Zo wordt achteraf duidelijk waarom de Ja-campagne nooit kon winnen. Men geloofde er zelf niet in. Het Ja was onge- inspireerd, defensief. Tegenover het Nee bleef het steken in niet-Nee. Dat is bij voorbaat een verloren strijd. Steeds doken nieuwe leugenachtige misverstanden op: een Europees leger, subsidies aan dierentuinen, stierenvechten in Spanje. Daar viel niet tegenop te weerleggen.

De slag om de politieke emoties werd verloren. Wat kon het Ja stellen tegenover de angst en woede van het Nee? Natuurlijk kun je angst bestrijden met angst. Maar dat mocht niet. Dreigen met welk nadeel dan ook werd al vroeg in de campagne verboden. Wie feitelijk constateerde dat de Europese Gemeenschap was opgericht op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog, kon al van stemmingmakerij worden beticht. Resteerde in het palet aan Ja-emoties: verlangen of hoop. Echter, die kon vrijwel geen politicus overtuigend brengen. Want ze voelden die niet.

Juist dat bleek na het Nee. De staatssecretaris van Europese Zaken, eerstverantwoordelijke voor de referendumcampagne, werd in de nacht na de nederlaag in gezelschap van twee assistentes op de dansvloer gesignaleerd. Niet echt in grafstemming. Ook bij diegenen die minder ongegeneerd zorgeloos waren, schemerde onder de plichtmatige teleurstelling de opluchting door.

Slechts drie politici schenen mij op de avond van 1 juni tot in hun vezels geraakt. PvdA-Kamerlid Frans Timmermans, lid van de Europese Conventie, minister van Economie Laurens-Jan Brinkhorst, voorheen europarlementariër, en Groen-Links Kamerlid Farah Karimi, initiatiefneemster van het referendum en ooit gevlucht uit Iran. Alleen zij hadden blijkens hun wanhoop een verlangen naar Europa kunnen uitdragen.

Dat de bevolking zich van de Europese grondwet afkeerde, verbaasde niemand. Dat de politieke klasse geen traan liet, mij wel.

De grondwet was een antwoord van 25 staten op een veranderende Europese werkelijkheid. Meest zorgelijk van al: de argumenten van de werkelijkheid wogen niet, werden zelfs buiten de orde verklaard. Maar de werkelijkheid kan men niet wegstemmen. Die zal dwingend terugkeren. Al op 2 juni kopte NRC Handelsblad in het economische katern: ‘Euro wankelt na klap van twee referenda.’ Eerste tik aan het luchthartig onbehagen van het Nee. De werkelijkheid eist een vorm van Ja.

Luuk Van Middelaar

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content