Muziek, maestra!

MARIN ALSOP De protegee van Leonard Bernstein dirigeerde in 2010 en 2013 het Nationaal Orkest tijdens de Elisabethwedstrijd voor piano.

Op 14 mei begint de eerste ronde van de Koningin Elisabethwedstrijd voor zang. Dirigente Marin Alsop, die al twee edities voor het orkest stond, is er dit keer niet bij. Het glazen plafond in de klassieke muziek is nog lang niet doorbroken.

Een quizvraag. Welke van de volgende uitspraken over vrouwelijke dirigenten, gedaan door notabelen uit de klassieke muziek, komt niet uit de vorige eeuw? Eén: ‘Ze trekken gezichten, zweten, sloven zich uit, maar dat maakt het niet beter, alleen slechter.’ Twee: ‘Vrouwen missen de fysieke kracht om te dirigeren en moeten kinderen grootbrengen.’ Drie: ‘Orkesten reageren beter met een man voor zich. Met een leuk meisje op het podium denken ze aan andere dingen.’

Antwoord: allemaal. Ze dateren alle drie van 2013. De eerste uitspraak is van Jorma Panula, een Fin van 83 die talloze dirigenten heeft opgeleid. De tweede komt van Bruno Mantovani (49), directeur van het muziekconservatorium van Parijs. Maar vooral de laatste uitspraak heeft kwaad bloed gezet. Ze komt van Vasily Petrenko (37), hoofddirigent van het Oslo Philharmonic en nota bene getrouwd met een koordirigente. Hij koos ook nog eens een ongelukkig moment uit: een paar dagen voordat een vrouw voor het eerst in 118 jaar in Londen de Last Night of the Proms zou dirigeren.

Die vrouw was Marin Alsop (57), New Yorkse van geboorte en vaste dirigente van een orkest met grote faam, het Baltimore Symphony Orchestra. Ze heeft een achtergrond om u tegen te zeggen. Zo was ze protegee van Leonard Bernstein, die ooit verklaard zou hebben: ‘Als ik niet naar haar kijk, denk ik dat er een man aan het dirigeren is.’ Over wat dat voor de homoseksuele Bernstein precies inhield, valt te speculeren. Feit is dat ze een hele reeks grote orkesten heeft gedirigeerd, waaronder in 2006 het Nederlands Koninklijk Concertgebouworkest als eerste vrouw gedurende een volledig concert. Ook bij ons is Alsop geen onbekende: in 2010 en 2013 dirigeerde ze het Nationaal Orkest tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano. De reacties op haar prestaties overtroffen de obligate lof over het vervullen van die complexe opdracht, die ook heel wat lef vergt.

Het oude terreurmodel

Noem Marin Alsop gerust een pionier, al is ze zeker niet de eerste vrouw die voor een groot orkest stond. De mythische Nadia Boulanger (1887-1978), lerares van een onwaarschijnlijk aantal supertalenten – van Philip Glass via Astor Piazzolla tot Quincy Jones – leidde bijvoorbeeld kleppers zoals het BBC Symphony Orchestra, het Boston S.O. en het Hallé.

Zeker tot de jaren zeventig hadden vrouwelijke dirigenten het niet gemakkelijk, vanwege de toen heersende vooroordelen tegen vrouwen in leidende posities. Maar ook al is het tegendeel afdoende bewezen, zelfs in domeinen die ooit bijna uitsluitend mannelijk terrein waren, toch lijkt het glazen plafond in de orkestwereld nog niet doorbroken.

Seksuele spanning tussen orkest en dirigent zou volgens sommigen – vooral mannen – een rol spelen. Maar die bestaat net zo goed tussen een mannelijke dirigent en vrouwelijke orkestleden, en dat is blijkbaar geen probleem, gelet op de talloze liaisons tussen dirigenten en vrouwelijke orkestleden. Een andere theorie is dat je als orkestleider rechtstreeks meer dan honderd mensen onder de duim moet houden, en dat vrouwelijk leiderschap zelden zo direct is. Dat is dan weer meer een statement over een type leiderschap dat vandaag steeds vaker wordt betwist, het oude terreurmodel van Herbert von Karajan en consorten, zeg maar. Vrouwen die grote koren dirigeren zijn er trouwens in overvloed. Alsop en anderen hebben het verder over de druk die je moet ondergaan als je op de bok staat. Als dirigent sta je sowieso onder een vergrootglas, en zeker als vrouw kun je je op dat ogenblik geen enkele fout permitteren.

’t Is stille in België

Toch beweegt er wel wat. In de VS wordt er momenteel al gewerkt met quota, en daar tellen alle orkesten samen zo’n 20 procent vrouwelijke dirigenten. Maar het gaat daar ook over assistenten en vervangers: in de praktijk is het aantal topposities voor vrouwen beperkt. Uitgerekend een Arabisch land heeft een statement gemaakt: de hoofddirigente van het Qatar Symphony Orchestra is sinds eind 2012 een vrouw, de amper dertigjarige Koreaanse Han-na Chang.

Onder melomanen circuleren intussen ook al heel wat namen van vrouwen met een uitstekende reputatie als dirigente. Emmanuelle Haïm, weleens ’the Ms. Dynamite of French baroque’ genoemd. Of de Australische Simone Young, die als eerste vrouw hét mannenbastion bij uitstek, het Wiener Philharmoniker, mocht betreden. De Finse Susanna Mälkki is specialiste in hedendaagse muziek en nota bene een leerling van Jorma Panula. De Chinees-Amerikaanse Xiang Zhang is de eerste vrouw die een Italiaans symfonisch orkest leidt.

En hoe staat het bij ons? Al jaren circuleren dezelfde namen: in Wallonië de nog jonge Nathalie Muspratt en Zofia Wislocka, in Vlaanderen Sabine Haenebalcke. Zij maakt onder meer deel uit van de internationale organisatie Femmes maestro, die opkomende dirigentes wil ondersteunen. ‘Jammer genoeg is dat niet de doorbraak geworden waarop we hadden gehoopt,’ zegt ze, ‘de steun die ons beloofd was door iemand als (topdirigent) Simon Rattle bleek beperkt. De toestand voor een dirigente is vandaag iets beter dan vroeger: toen moest ik onder nul vertrekken en moest ik mij extra bewijzen, nu niet meer. Waarom is er nog altijd zo’n verschil tussen mannen en vrouwen als dirigent? Misschien denken mannen iets sneller dat ze het wel kunnen, en vinden vrouwen het nog te veel nodig om eerst voor zichzelf te bewijzen dat ze bekwaam zijn. Als je daar iets aan wilt doen, moet je in elk geval bij de opleiding beginnen.’

Tot slot, voor de quizzers: de allereerste vrouwelijke dirigent van het Concertgebouworkest was niet Marin Alsop maar een Belgische, Juliette Folville. Ze mocht er in 1890 als negentienjarige haar eigen compositie leiden. Het muziekblad Caecilia schreef: ‘Hoever de emancipatie der vrouw ook moge gaan, het is voor de gratie dezer aangebedenen niet wenschelijk, dat dit voorbeeld navolging vinde.’ Of zoals het slachtoffer van Jorma Panula de oude meester toebeet: ‘Get back to your cave, dinosaur!’

DOOR PETER VANDEWEERDT

Seksuele spanning? Is dat dan een probleem, gelet op de talloze liaisons tussen mannelijke dirigenten en vrouwelijke orkestleden?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content