Begin deze maand waren in Londen alle camera’s gericht op Muhammad Tahir-ul-Qadri, de islamgeleerde die een fatwa heeft geschreven waarin hij elke vorm van terrorisme veroordeelt. Knack zocht hem op voor een gesprek.

Een bescheiden rijtjeshuis aan de rand van groot-Londen. Sinds hij begin deze maand zijn fatwa over het terrorisme uitsprak, is het hier erg druk voor Muhammad Tahir-ul-Qadri en zijn entourage, allemaal medewerkers van Minhaj-ul-Quran, een islamitische ngo die de ondertussen wereldberoemde islamgeleerde al in 1981 stichtte om ‘liefde, vrede en kennis’ te bevorderen. Het hoofdkwartier bevindt zich in Pakistan, het geboorteland van Tahir-ul-Qadri, die vandaag zijn tijd vooral verdeelt tussen Canada en het Verenigd Koninkrijk.

Er zijn hier al behoorlijk wat journalisten en cameraploegen over de vloer geweest. Ze stromen toe uit de hele wereld. Of de fatwa ook in België groot nieuws was, vraagt Tahir-ul-Qadri. Niet zulk groot nieuws als het geweest zou zijn mocht hij zelfmoordaanslagen hebben aangemoedigd in plaats van veroordeeld, zeg ik. Dan zou het vermoedelijk op alle frontpagina’s hebben gestaan. Hij knikt bezorgd. ‘De westerse media hebben de neiging om overdreven veel nadruk te leggen op het extremisme in de moslimwereld’, zegt hij. ‘Ze besteden minder aandacht aan de positieve en constructieve aspecten. Maar ik wil zeker niemand veroordelen. Ik heb het initiatief voor deze fatwa genomen omdat ik vind dat het deel uitmaakt van mijn religieuze plicht. Het is onze bedoeling om de vlek van het terrorisme van het mooie gezicht van de islam te wassen.’

U bent niet de eerste islamgeleerde die het terrorisme veroordeelt. U hebt zich zelf ook eerder uitgesproken tegen Al-Qaeda en zelfmoordaanslagen, meteen na 11 september 2001 deed u dat al. Waarom wilde u nu nog eens een fatwa uitvaardigen?

Muhammad Tahir-ul-Qadri: Het terrorisme is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Zeker in Pakistan, waar elke dag wel ergens een bom ontploft, waar moskeeën en kerken en scholen worden getroffen, waar mensen worden afgeslacht… Daarom heb ik besloten om een definitieve, allesomvattende fatwa te schrijven voor alle moslims en de hele mensheid, waarin ik de juiste positie van de islam duidelijk maak. Terrorisme is verboden. Zonder enige uitzondering. Dat is een verschil met vorige fatwa’s: ik laat geen énkele uitzondering toe. Deze fatwa moest zeer uitgebreid en lijvig zijn, omdat ik alle relevante vragen wilde behandelen die radicaliserende jongeren zich stellen. Aan deze jongeren, die worden gehersenspoeld en misleid en die ooit kunnen uitgroeien tot zelfmoordterroristen, wil ik alle argumenten geven, zodat ze alsnog hun mening kunnen veranderen, zodat ze alsnog leren begrijpen dat de visie van Al-Qaeda niets met de islam te maken heeft. Op die manier wil ik de vele misverstanden die er vandaag bestaan over de islam wegnemen, zodat de haat tussen het Westen en de wereld van de islam kan worden verwijderd.

Wat is het grootste misverstand over de islam?

Tahir-ul-Qadri: Terrorisme en islam worden vandaag in één adem genoemd. Terwijl het niet kan worden ontkend dat de grote meerderheid van de moslims het terrorisme in ondubbelzinnige termen veroordeelt. Maar een kleine minderheid keurt het terrorisme goed. Zij beweren dat het vermoorden van onschuldige mensen een vorm van jihad is, een heilige oorlog tegen het kwade. Maar dat is een volkomen verkeerde en vervormde interpretatie van het woord jihad. En dat brengt vooral jonge mensen in de war. Zij vinden dat buitenlandse machten op een ongeoorloofde manier tussenbeide komen in islamitische landen, en dat terrorisme daarom misschien niet helemaal te rechtvaardigen valt maar op z’n minst niet mag worden veroordeeld. Omdat het de bedoeling van de terroristen zou zijn om de islam te verdedigen. Maar ook dat is een zeer betreurenswaardige opvatting. Iets wat verkeerd is, kan nooit goed worden vanwege bepaalde omstandigheden. Het is niet omdat de intentie goed is dat een kwade daad plotseling niet meer veroordeeld moet worden.

Waar is het fout gegaan? Wanneer is die verkeerde interpretatie ontstaan?

Tahir-ul-Qadri: Daar bestaat een historische reden voor, en een eigentijdse, politieke reden. Laat ik met die laatste beginnen. U zult het met mij eens zijn dat vóór de Russische inval in Afghanistan, in 1979, niemand ooit van de taliban of Al-Qaeda had gehoord. Er zullen toen ongetwijfeld al mensen zijn geweest met een aanleg tot extremisme, maar zij waren nog geen militante extremisten, en zeker geen terroristen. Om tegen de Russen te vechten, kwamen mensen uit de hele islamitische wereld naar Afghanistan. Om het Afghaanse volk te steunen. Ook het Pakistaanse leger en de Verenigde Staten waren daarbij betrokken. Het was een grote oorlog, die bijna veertien jaar duurde. Toen er een einde kwam aan de Russische bezetting, trokken de westerse machten zich terug en liet men de strijders aan hun lot over. Dat was een fundamentele fout.

Wat had men moeten doen?

Tahir-ul-Qadri: Men had de infrastructuur, de schade van de oorlog moeten herstellen. Men had scholen moeten bouwen, een economie mogelijk maken, sociale voorzieningen moeten treffen. Men had voor de oud-strijders in programma’s moeten voorzien om hen uit de oorlogspsychologie te halen, om opnieuw vredelievende mensen van hen te maken. Maar dat is niet gebeurd. Zij werden achtergelaten. Mensen die veertien jaar lang hadden gevochten, mensen die alleen oorlog kenden. Mensen met wapens en munitie die op zoek gingen naar een job. Maar zij waren geen wetenschappers of journalisten of handelaars of wat dan ook – zij waren strijders. En dus vochten zij verder, dat was het enige wat zij kenden. Toen is de terreur in Pakistan begonnen, in Afghanistan. Het sektarische geweld. En de internationale gemeenschap dacht dat het om een lokaal probleem ging. Maar het was geen lokaal probleem. Het ging om duizenden en duizenden strijders uit Somalië, Jemen, Sudan en vele andere landen die achtergebleven waren in Afghanistan. Zo zijn de dingen uit de hand gelopen. Zo is Afghanistan het internationale hoofdkwartier van Al-Qaeda geworden. Zo zijn uiteindelijk de aanslagen van 11 september mogelijk geweest.

Dat zijn de politieke redenen. Heeft het terrorisme niets te maken met de islam zelf?

Tahir-ul-Qadri: Wel, er is ook een historische verklaring voor het huidige terrorisme. Daarover heb ik het onder meer in mijn fatwa. Onder de laatste orthodoxe kalief ontstond een dispuut met een paar jonge heethoofden over de juiste manier om conflicten aan te pakken. De kalief was, net zoals de profeet, een voorstander van dialoog en vreedzaam overleg. Maar de jongeren, die we de Khawarij noemen, wilden conflicten oplossen met geweld, met het zwaard. Het waren zij die voor het eerst verklaarden dat ongelovigen mogen worden vermoord. Wat ze ook deden. En dus stootte de kalief hen uit de islamitische gemeenschap. De heilige profeet had overigens voorspeld dat zulke mensen, Khawarij, zouden opduiken. Hij voorspelde zelfs dat ze in de loop van de geschiedenis meer dan twintig keer zouden opduiken – de laatste keer zal dat gebeuren als de antichrist komt, vlak voor de dag des oordeels. De Khawarij zullen volgens de profeet deel uitmaken van het leger van de antichrist. Welnu, de terroristen zijn de Khawarij van vandaag. Het zijn mensen die geloven in de taal van wapens en geweld in plaats van in de democratie. Maar zulke extremisten vind je natuurlijk in elke religie. Er bestaan extremistische hindoes, die geen moslims aanvaarden. Er bestaan extremistische joden, christenen… Er bestaan in Europa ook racisten, die niet aanvaarden dat ze op een vreedzame manier kunnen samenleven met andere rassen. Het extremisme is niet eigen aan de islam.

Wat kan de internationale gemeenschap doen om de voedingsbodem voor het terrorisme weg te nemen? Vond u de verkiezing van president Barack Obama alvast een goede zaak?

Tahir-ul-Qadri: De verkiezing van president Obama is een goede evolutie. Maar we hebben meer nodig. Al is dat natuurlijk mijn werk niet. Er moeten meer stappen gezet worden naar vrede in het Midden-Oosten, bijvoorbeeld, door president Obama, door de Europese Unie, door de Europese regeringen. Alle mogelijke vertrouwenwekkende maatregelen moeten worden genomen om zo snel mogelijk een vreedzame oplossing tot stand te brengen, zodat beide volkeren in Israël en Palestina op een veilige manier kunnen leven. Met echte grenzen, zonder wederzijdse interferentie, en met vredestroepen die deze grenzen volgens mij voor altijd ononderbroken zullen moeten bewaken. Iedereen moet op een vreedzame manier in zijn eigen onafhankelijke staat kunnen leven. Dat zal zeker helpen om het terrorisme te bestrijden. Ook Pakistan moet natuurlijk een veilig en onafhankelijk land worden, zonder die voortdurende spanningen aan de grenzen. De oorlogsfobie tussen India en Pakistan moet worden beëindigd. Maar nogmaals, dat is mijn werk niet. Mijn werk is deze fatwa, die een grote invloed moet hebben op jongeren die momenteel aan het radicaliseren zijn.

Hoe schat u die radicalisering van jonge Europese moslims in? Wordt dat probleem niet heel snel almaar groter?

Tahir-ul-Qadri: Het wordt niet heel snel groter, maar het probleem is er nog altijd. Soms hoor je een hele tijd niets, maar dat betekent niet dat het probleem verdwenen is. Dat geldt niet alleen in Londen, bijvoorbeeld, maar ook in Pakistan. De laatste weken was het stil in Pakistan, en dan ineens ontploffen er weer bommen. Dus als er geen terroristische activiteiten plaatsgrijpen, wil dat nog niet zeggen dat je tevreden mag zijn. Het proces van radicalisering gaat verder, er worden duizenden websites gemaakt door extremisten, die voortdurend hun ideologie prediken en onderwijzen. Dat gaat onafgebroken verder.

En kan uw fatwa daar iets aan doen?

Tahir-ul-Qadri: Dit is alvast de eerste keer dat het terrorisme wordt veroordeeld zonder enige uitzondering. En de respons is enorm. In de Arabische wereld krijg ik veel respons, en haast allemaal positief. Ik word ook aangevallen op blogs en zo, maar ook dat is een goed teken: het wijst erop dat de extremisten zich onzeker beginnen te voelen, dat hun agenda wordt ondermijnd. Naarmate meer en meer mensen mijn fatwa zullen lezen, zal de boodschap doordringen: wie onschuldige mensen doodt, gaat naar de hel. Ik daag alle islamgeleerden uit om mij één woord uit de Koran te tonen waaruit blijkt dat moslims of niet-moslims moeten worden vermoord. Niet één woord zullen ze vinden. De extremisten hebben veel te lang vrije baan gekregen, deze fatwa is de eerste echt serieuze uitdaging voor hen. Jongeren die vandaag verward zijn of misleid, kunnen zo op termijn weer op het goede pad gebracht worden. Want die jongeren zijn niet inherent slecht, ze zijn gewoon geïndoctrineerd. Men heeft hen doen geloven dat wie een zelfmoordaanslag pleegt uit wraak voor de internationale situatie, een martelaar wordt die in het paradijs 72 maagden zal krijgen.

Geloven ze dat echt, dat van die maagden?

Tahir-ul-Qadri: Jazeker. En nu krijgen ze voor het eerst te horen dat daar niets van klopt. Zelfmoordterroristen gaan niet naar het paradijs maar naar de hel. En ze zullen geen 72 maagden krijgen maar 72 huizen in de hel, een straf die 72 keer erger is dan een gewone straf in de hel. Wie een terroristische aanslag pleegt, hoort niet langer bij de islamitische gemeenschap, hij wordt voortaan als een ongelovige beschouwd. Dat zal veel jongeren een grote schok bezorgen, het zal hen anders doen denken, het zal een stevige correctie vormen op de radicale boodschap. Er zijn duizenden jongeren die nog niet helemaal gehersenspoeld zijn, maar die wel onderweg zijn naar het extremisme. Welnu, deze jongeren, die vandaag nog niets verkeerd gedaan hebben, kunnen worden tegengehouden door de waarschuwing dat terroristen naar de hel zullen gaan. En dat de islam geen godsdienst is die isolatie predikt maar integratie. Het model dat de islam aanbeveelt, is dat van de integratie.

Wat verstaat u daaronder? Hoe moet een moslim zich in Europa integreren?

Tahir-ul-Qadri: Integratie betekent dat je moet leven als een burger, van Europa, van het Verenigd Koninkrijk, van België. Leven als een burger betekent dat je vreedzaam leeft, dat je de wetten van het land respecteert, dat je participeert in het sociale en politieke leven, dat je werkt, dat je je schulden betaalt… Ik zeg ook tegen moslims in Europa dat ze deze samenleving niet als onislamitisch moeten beschouwen, zoals de extremisten doen. Niemand heeft hen verboden om moskeeën te bouwen, ze mogen bidden, ze mogen vasten, ze mogen hun dieren offeren, ze mogen hun rituelen doen, ze mogen naar Mekka gaan… Ze genieten de volledige vrijheid, zoals alle andere godsdiensten. Welnu, als je al die voordelen en vrijheden krijgt, dan moet je leven als een volwaardig lid van de maatschappij, en moet je volop deelnemen aan die maatschappij. Je hoort niet geïsoleerd te leven. Je mag de wereld niet verdelen in ‘wij’ en ‘zij’. Er bestaat geen ‘wij’ en ‘zij’. Je leeft hier als moslim en je beoefent je religie, maar tegelijk ben je ook Brit, Belg, Europeaan. Dat is mijn boodschap aan alle moslims in Europa.

Maar is uw invloed niet beperkt? Niet alle moslims aanvaarden uw autoriteit.

Tahir-ul-Qadri: Kent u één persoon van wie men zegt dat zijn invloed zich uitstrekt over de hele wereld, van oost tot west en van noord tot zuid? Behalve de profeet? En voor de christenen behalve Jezus Christus? Heeft de paus in Rome een invloed op alle christenen? Het antwoord is nee. Heeft de dalai lama een invloed op alle boeddhisten? Het antwoord is nee. Dus het feit dat ik geen directe invloed heb op alle moslims ter wereld is niet zo vreemd. Maar ik ben wel bekend in alle hoeken van de Arabische wereld, van de islamitische wereld. Niet alleen de westerse media maar ook de Arabische kranten hebben het nieuws van deze fatwa afgedrukt – in Jemen, Somalië, Saudi-Arabië, Syrië… Overal, ook op de websites, worden analyses en commentaren geschreven op mijn tekst. Als ik geen autoriteit genoot, zouden ze die moeite dan doen, denkt u? Maar nog veel belangrijker dan mijn autoriteit is de autoriteit van de tekst. Deze fatwa is een globaal document, hij steunt op de Koran, op de Hadith, op de uitspraken van grote klassieke geleerden. Het gaat niet om mijn invloed maar om de invloed van deze fatwa. En die zal er zeker zijn. (geheimzinnig) Zelfs de belangrijkste persoon in Afghanistan heeft al een kopie van mijn tekst gevraagd.

De president?

Tahir-ul-Qadri: (lacht) Ik zal niet ontkennen wat u zegt. Ik heb de tekst geschreven in het Urdu en hij wordt nu gedrukt in het Perzisch en het Pasjtoe, het Arabisch en het Engels. Na de Engelse vertaling volgen heel snel de andere Europese talen, maar ook het Russisch, het Chinees… Over enige tijd zal deze tekst doorgesijpeld zijn in alle hoeken van de wereld. Het volledige document en de samenvattingen. Er zijn wereldwijd ook meer dan duizend van mijn oud-studenten actief die allemaal met mijn autoriteit over de fatwa kunnen spreken en schrijven. Van Pakistan tot Egypte, van Jemen tot Irak – overal zal deze fatwa gelezen worden.

Toen de Deense Mohammedcartoons gepubliceerd werden, schreef u dat u vreesde dat die cartoons zouden bijdragen aan de zogenaamde ‘botsing der beschavingen’. Hadden die cartoons volgens u niet mogen verschijnen?

Tahir-ul-Qadri: Ik heb die cartoons niet willen veroordelen, ik heb toen alleen een brief aan moslims en niet-moslims willen schrijven om te pleiten voor vrede en liefde en wederzijds begrip. Er is al zoveel haat op de wereld, en ik was bang dat die cartoons de haat nog zouden doen toenemen. De verdeeldheid is groot, en we moeten er alles aan doen om de muren die ons verdelen te slopen. Laten we een sfeer van tolerantie en liefde en vrede bevorderen. En acties vermijden, of ze nu politiek of journalistiek zijn, die mensen verdelen en haat creëren.

Dus die cartoons hadden niet mogen verschijnen?

Tahir-ul-Qadri: Dat was beter geweest. Ze dienden de zaak van de vrede niet. Die cartoons hebben een probleem gecreëerd waaruit niets goeds is voortgekomen. Dat moet worden vermeden. In de toekomst zouden zowel moslims als niet-moslims daar rekening mee moeten houden. We moeten de harmonie bevorderen en het conflict vermijden.

Maar conflict hoort nu eenmaal bij het leven, een volmaakt harmonieuze maatschappij bestaat niet.

Tahir-ul-Qadri: Dat is juist.

Ook de belediging en de satire hebben een plaats in de samenleving.

Tahir-ul-Qadri: Maar niet iedereen zal daar even vreedzaam op reageren. De ene haalt misschien zijn schouders op over die cartoons, maar de andere misschien niet. Dus niet alle moslims ter wereld, en dat zijn er meer dan een miljard, zullen op dezelfde vreedzame manier reageren. In heel wat Europese landen is het toch ook verboden om de Holocaust te ontkennen? En daarover zou je toch ook kunnen zeggen dat conflict er nu eenmaal bij hoort, dat belediging een plaats heeft in de samenleving? Maar nee, de Holocaust ontkennen is bij wet verboden. Zo zijn er wel meer dingen die bij wet verboden zijn en die de vrijheid van meningsuiting beperken. U zegt dat conflict deel uitmaakt van de maatschappij, en dat is juist, maar sommige conflicten kunnen wel door de wet worden vermeden.

In steeds meer Europese landen heerst een hoofddoekverbod, onder meer in scholen. Wat vindt u daarvan?

Tahir-ul-Qadri: Ik vind dat men de beslissing om al of niet een hoofddoek te dragen aan de persoon zelf moet overlaten. Het is een vorm van culturele vrijheid die iedereen zou moeten hebben. Niemand mag meisjes verplichten om een hoofddoek te dragen. Maar als ze uit vrije wil en in overeenstemming met hun eigen geweten een hoofddoek dragen, zou dat ook niet mogen worden verboden. De overheid hoort zich daar niet mee bezig te houden. Dat is mijn antwoord, al kan ik mij daar natuurlijk niet praktisch mee bemoeien. Het is mijn mening.

En wat is uw advies aan moslima’s die geen hoofddoek meer mogen dragen in hun school? Moeten ze stoppen met school, of hun hoofddoek afzetten?

Tahir-ul-Qadri: Ze mogen in elk geval hun opleiding niet stopzetten. Ze moeten naar school gaan, ze moeten lezen en leren. Onderwijs is essentieel, wat de andere omstandigheden verder ook mogen zijn.

Hoe staat u tegenover de lijfstraffen in de sharia? Begrijpt u dat mensen in het Westen zich daar vragen bij stellen?

Tahir-ul-Qadri: Maar u hoeft niet bang te zijn. Volgens de islam is de sharia alleen van toepassing op moslims.

Dat maakt geen verschil. Ook voor moslims zijn lijfstraffen onaanvaardbaar.

Tahir-ul-Qadri: Laten we dan Pakistan als voorbeeld nemen. De lijfstraffen staan in de wet, maar ze worden al zestig jaar niet meer toegepast. Niet omdat we de wet fundamenteel hebben veranderd, maar omdat de voorwaarden waaraan een misdrijf moet voldoen nooit kunnen worden vervuld. Lijfstraffen mogen alleen worden uitgevoerd als er aan tientallen, soms wel honderd, voorwaarden is voldaan. En dat is vandaag de dag onmogelijk. Dus technisch gesproken bestaat de straf niet meer, is ze ontoepasbaar geworden.

Tot slot: bent u optimistisch over de nabije toekomst?

Tahir-ul-Qadri: Ik ben optimistisch over de nabije toekomst, ja. Ik ben ervan overtuigd dat het Westen en de islamitische wereld gaandeweg naar elkaar toe zullen groeien, dat er een cultuur van dialoog en wederzijds respect zal ontstaan. Ik ben altijd hoopvol. Weet u, in Pakistan ben ik iemand die de rechten van de christenen altijd zal beschermen. Ik zal het altijd opnemen tegen militante moslims die het op de christenen gemunt hebben. Op zulke momenten verdedig ik de christenen. In die zin ben ik een humanist, ik werk voor humanity, voor de hele mensheid, hoewel we ieder ons eigen geloof kunnen hebben. In Minhaj-ul-Quran nodigen we elk jaar mensen van alle religies uit voor een grote gezamenlijke viering. Wij hebben respect voor elkaar, en dat respect is wederzijds. Die atmosfeer wil ik over de hele wereld bevorderen, en ik geloof erin dat dat mogelijk is. Dat leid ik ook af uit de aandacht die deze fatwa heeft gekregen. Er is veel aandacht. Dankzij de hulp van mijn schepper, onze heer. Onze intentie was waarheidsgetrouw, onze doelstelling was eerlijk, er was geen hypocrisie mee gemoeid, wij willen alleen maar de boodschap van contraterrorisme en vrede voor de mensheid promoten. En dus heeft God ons geholpen.

DOOR JOëL DE CEULAER

‘Je beoefent je religie, maar je bent ook Brit, Belg, Europeaan. Dat is mijn boodschap aan alle moslims in Europa.’

‘Mijn boodschap zal veel jongeren, die nu onderweg zijn naar het extremisme, een grote schok bezorgen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content