Het Tsjetsjeense conflict woekert voort. Een oplossing is niet in zicht.

Vrijdag 4 juli meldde de Russische president Vladimir Poetin dat de Tsje- tsjeense presidentsverkiezingen op 5 oktober zouden plaatsvinden. Een dag later bliezen twee zelfmoordcommando’s zichzelf en een paar tientallen concertgangers op. Volgens de Russische politie ging het om twee Tsjetsjeense meisjes. De officiële uitleg is dat de Tsjetsjeense rebellen zo wanhopig zijn geworden dat ze alleen nog via zelfmoordacties verzet kunnen plegen.

Aslan Maschadev, in 1997 verkozen tot president van Tsjetsjenië, heeft de aanslag afgekeurd. En het hoofd van de pro-Russische regering Achmed Kadirev onderhandelde rustig voort met de regering-Poetin over een politieke oplossing voor het ‘probleem’ Tsjetsjenië.

Dat er een probleem is, staat wel vast. Sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991 is daar een oorlog aan de gang die officieel al aan 55.000 Russische soldaten en drie keer zoveel Tsjetsjeense burgers het leven heeft gekost. De werkelijke cijfers liggen ongetwijfeld vele keren hoger.

Europa en de Verenigde Staten drongen aan op ernstige onderhandelingen, zeker toen het Tsjetsjeense probleem de hele Kaukasus destabiliseerde. Poetin gaf toe. In maart dit jaar kwam er een referendum waarin de Tsjetsjeense bevolking in grote meerderheid een nieuwe grondwet goedkeurde die democratische verkiezingen in het vooruitzicht stelt en het land autonomie krijgt binnen de Russische Federatie. Niemand gelooft in de resultaten, maar internationaal werd niet meer geprotesteerd tegen de brutale repressie van alles en iedereen in Tsjetsjenië.

Sinds de oorlog in Irak al helemaal niet. Integendeel: de Amerikaanse en Britse regering volgen trouw de analyse van Moskou: de Tsjetsjeense rebellen behoren tot het al-Qaeda-netwerk en zijn dus staatsgevaarlijke bandieten.

Vandaar de verklaring van Poetin dat hij – ondanks vier aanslagen in twee maanden – niet van zijn politieke doel zou worden afgeleid. En dus werd er voort onderhandeld. Officieel krijgen de Tsjetsjenen wat ze willen – een eigen regering, eigen geld, de inkomsten van de olie- en gasvoorraden – en Moskou houdt de staat binnen de Russische federatie. De Verenigde Staten kijken tevreden toe, want zij hebben Poetin aan de onderhandelingstafel gekregen. Mooi toch?

Er zijn wel wat technische problemen. Aan die onderhandelingstafel zitten niet de militaire Tsjetsjeense leiders, die het conflict sturen. Moskou praat zelfs niet met president Maschadev, die tenminste de steun heeft van enkele guerrillaleiders, maar met Kadirev, die het zelf heeft gekozen en die naar alle waarschijnlijkheid in oktober tot Tsjetsjeens president wordt uitgeroepen. Waarna alles wordt zoals vóór 1991 en het einde van de Sovjet-Unie. Een semi-autonome staat, met aan het hoofd de man van Moskou. En dat was een uitvinding van Stalin.

M.V.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content