Op 11 en 12 december beslist de Conferentie van Washington hoeveel geld de internationale gemeenschap ter beschikking stelt om het verwoeste Centraal- Amerika weer op te bouwen.

Voor de orkaan Mitch passeerde, was Nicaragua na Haïti het allerarmste land van heel Midden-Amerika. Dat had veel redenen. De oorlogen, staatsgrepen en dictaturen die het land teisterden, de liberale politiek van de laatste twee regeringen, de afbetaling van de enorme buitenlandse schuld die een kwart van het staatsbudget opslokt.

De harde besparingen die het Internationaal Muntfonds (IMF) het land oplegde, troffen vooral de sociale sector. De gezondheidszorg is in Nicaragua vrijwel onbetaalbaar. De prijzen van geneesmiddelen liggen het hoogst van heel Latijns-Amerika, terwijl de helft van de bevolking minder dan 35 frank per dag verdient. Staatsziekenhuizen moeten artsen ontslaan uit geldgebrek maar ook vanwege personeelstekort. Eén op twee mensen is werkloos, in dit land betekent dit: zonder werkloosheidsuitkering. Gelukkig kan de seizoensmigratie naar Costa Rica dit enigszins verdoezelen.

Vòòr Mitch passeerde, steunde de economie van Nicaragua op drie poten. In volgorde: landbouw, visserij en toerisme. Drie sectoren die volledig op het buitenland gericht zijn. De Verenigde Staten schortten al de invoer van vis en garnalen uit Nicaragua op, gezien de vervuiling van het water na de tropische storm. Het land verloor ook zijn gunststatuut voor de uitvoer van katoen. Alleen de uitvoer van runderen en koffie gaat door.

De nadruk op de agro-industrie is grotendeels verantwoordelijk voor de schade van de kleine boeren. De grondverdeling door de opeenvolgende regeringen bevoordeligde de grote producenten en duwde de kleine boeren naar de bergflanken van vulkanen, naar de valleien en rivierbeddingen. De overstroming veegde hun dorpen en gronden maar ook hun broodwinning weg. In Costa Rica houden ze hun hart vast. Aan de grens zijn al opvangkampen voor Nicaraguaanse landverhuizers ingericht.

Mitch heeft de landbouw zwaar geraakt. Op twee dagen tijd werd het equivalent van het bruto nationaal product vernietigd. Eén miljoen mensen is alles kwijt, nog eens een miljoen weet zich indirect geslachtofferd. De regering tilde de al hoge inkomtaksen op buitenlandse landbouwproducten op. Dat brengt wel geld in de schatkist, maar maakt de ingevoerde rijst en bonen – hoofdbestanddeel van het menu – onbetaalbaar voor de gewone mensen. Terwijl die wel hun eigen oogst verspeelden en de volgende komt er pas in augustus 1999. Ook de andere ingrepen waarop Juan Rodriguez, secretaris-generaal van het ministerie voor Landbouw en Veeteelt, zo prat gaat – geen belasting op de aankoop van zware landbouwmachines, minder exportbelasting – helpen alleen de grote producenten.

De kleine boeren zien zich voor drie grote problemen geplaatst. Ze hebben geen grond (meer), krijgen geen leningen en zien de prijzen van hun binnenlandse producten dalen. De dagloners op een plantage genieten geen enkele sociale bescherming. Tenzij die van hun eigen solidariteit uit de jaren tachtig toen de sandinisten overal lokale organisaties stichtten. Na Mitch braken alvast op de niet vernielde plantages stakingen uit. Ook de arbeiders weten dat de oogst niet kan wachten en eisen meer loon.

HET IS DE SCHULD VAN BRUSSEL

Hoewel Rodriguez volhoudt dat de regering in de eerste plaats aan het volk denkt, geeft hij toe dat kleine boeren inderdaad geen leningen krijgen en dat de prijzen voor de kleine producenten slecht liggen. De schuld van de vrije markt, legt hij uit. Dat de grond- en voedselprijzen nà Mitch de pan uitrijzen, ontkent hij formeel: dat is onwettig en gebeurt dus niet. Dan, met een sneer: de regering kàn niet helpen. De Europese Unie komt niet met geld over de brug, want Brussel besliste om via de ngo’s te werken, niet via de verkozen regering van president Arnoldo Aleman.

Ook de directeur van het Nationale Instituut voor Toerisme Lorenzo Guerrero schiet op derden, in dit geval de media. Hoezo, verwoestingen en epidemieën? Niks van aan, bezweert de man. Trouwens, als er al epidemieën zouden zijn, dan toch niet op die plaatsen waar de toeristen komen.

Artsen vertellen een ander verhaal: volgens hen vallen er straks voor elke dode die Mitch maakte, zeven doden bij door hongersnood en epidemieën. Doden die konden en kunnen worden vermeden, signaleren – maar liever anoniem – hoogleraren van de faculteit geneeskunde van de Universiteit van Leon. “Het probleem is de totale ontmanteling van de gezondheidsdiensten.” In de sandinistische tijd bedekte een fijnmazig netwerk van eerstelijnszorg het land tot in de kleinste dorpen. De dorpscentra deden aan preventie, gaven lessen hygiëne en voedingsleer, vaccineerden en dienden eerste zorgen toe. Ernstiger zieken werden doorverwezen naar de regionale centra waar gratis ziekenhuizen waren. Deze regering echter schafte die eerstelijnszorg af, wegens geldgebrek, ontsloeg artsen en halveerde het budget voor gezondheid tot zo’n vijfhonderd frank per persoon. En dat budget wordt dan nog grotendeels opgesoupeerd door de ambtenaren.

Toen Mitch over het land raasde, was er geen medische hulp ter plaatse. Nicaragua beschikte niet over urgentieteams en had geen brandstof voor haar tien helikopters. De oliereus Texaco schoot te hulp, maar de regering zette de helikopters vooral in voor het vervoer van buitenlandse journalisten die tot vijfduizend frank per uur betaalden.

Franse en Duitse soldaten die in het noorden van Nicaragua werken, bevestigen deze lezing van de feiten. Zij hebben, met militaire precisie, elk hun sector gereinigd. Van regeringshulp hebben ze niets gemerkt.

Waar zit die regering dan?

MITCH VEEGDE DE STAAT WEG

De socioloog Oscar Regé Vargas geeft daar een antwoord op. “Vòòr Mitch was de staat al op veel terreinen afwezig.” De privatiseringen van bedrijven (tot en met huisvuilophaling) verrijkten enkele regeringsvriendjes, maar schoven de zorg voor de armsten – de helft van de bevolking – door naar ngo’s en lokale instanties. Die moesten het politieke vacuüm opvullen. “Mitch maakte duidelijk dat de regering niet kon en wilde reageren”, analyseert Vargas. ” Mitch a cassé l’état. De overheid kon de ramp alleen politiseren, daarbij geholpen door de sandinistische oppositie die de kans zag om de regering Aleman voor alle rampen verantwoordelijk te stellen. Toen Aleman zich dat realiseerde, probeerde hij de verloren ruimte weer in te palmen door zijn oude bondgenoot de katholieke kerk in te zetten. Daardoor creëerde hij naast een politieke polarisering ook een religieuze polarisering: de kerk tegen de lokale verkozenen, de katholieken tegen de protestanten.”

Vargas is niet te spreken over de katholieke kerk in zijn land. “Ze heeft de mond vol over de strijd tegen de armoede, maar wil eigenlijk een monopolie op de macht. Dat buitenlandse hulp via de katholieke kerk wordt verdeeld, geeft haar een kans om haar macht uit te breiden. Godsdienstig en politiek cliëntelisme gaan hand in hand. Wie regeringsgetrouw is, krijgt werk. Wie de pastoor gehoorzaamt, krijgt hulp.”

Dat beaamt Ana Quiros, voorzitster van de koepel van 320 Nicaraguaanse ngo’s. De koepel bouwde een breed front uit, samen met vakbonden, sociale bewegingen en zelfs enkele grote producenten. Quiros heeft haar hoop op de Conferentie van Washington gesteld. “Daar krijgen we de kans gehoord te worden. We hebben contact opgenomen met onze collega’s in de andere Centraal-Amerikaanse landen, zodat wij met een globaal programma naar voren kunnen komen. Voor de regering is de wederopbouw van de wegen de prioriteit. Daar gaat alle internationale hulp naartoe. Wegen zijn economisch belangrijk, maar niet in een land waar de landbouw en de economie platliggen. Een langetermijnplan moet Nicaragua én de rest van Centraal-Amerika beter maken dan het voor Mitch was, niet de status-quo herstellen. Er moeten eindelijk behoorlijke huizen komen, waterputten, riolen, wc’s, scholen en ziekenhuizen voor iedereen, en aandacht voor het milieu zodat het rooien van de wouden ophoudt.”

JANUARI WORDT CRUCIAAL

Zal er in Washington naar deze koepel geluisterd worden? Zeker lijkt dat niet. Toen IMF-voorzitter Michel Camdessus half november Nicaragua bezocht, praatte hij wel met de regering en de politieke partijen, maar niet met de plaatselijke leiders. De Unag, vakvereniging van boeren en veetelers, werd niet gehoord. Maar die is dan ook van sandinistische origine en wordt deskundig uit alle besprekingen geweerd. Dus schreef de vakbond een brief aan Camdessus waarin ze duidelijk maakte dat “Mitch de rekening presenteerde aan de verkeerde mensen. De boeren en veetelers zijn niet verantwoordelijk voor de sociale onrechtvaardigheid, voor de slechte verdeling van de rijkdom, noch voor de landbouwpolitiek die de arme boeren naar de gevaarlijke plaatsen duwde”. Unag-voorzitter Daniel Rodriguez hoopt dan ook dat Camdessus de volgende keer wel met hen wil praten.

Socioloog Vargas durft er zijn leven niet op verwedden. “Het gaat niet om de zwakte van de regering, maar om de zwakte van de oppositie. Er is hier geen alternatief. Tenzij er inderdaad een groot front komt net als na de aardbeving van 1972. De regering- Somoza stak toen de hulpgoederen op zak en dat gaf de sandinisten de kans om de macht te grijpen. Maar deze regering valt niet tenzij IMF en Wereldbank dat willen.”

Ana Quiros ventileert meer optimisme. “Onder internationale druk heeft Aleman al erkend dat Mitch meer was dan een hevige regenbui. Nu spreekt hij ook van een ramp. Als de internationale druk toeneemt, zal hij met ons moeten praten.”

Twee vragen vatten volgens boerenleider Antonio Tercero de situatie samen: “Wanneer kiest de regering voor het volk in plaats van voor het IMF? Waarom kiest het IMF voor de regering in plaats van voor het volk? Als het buitenland Nicaragua zijn schulden kwijtscheldt, waarom moeten de kleine boeren dan hun schulden betalen? Onze eerste oogst komt over tien maanden. Verdient een volk het om zo lang te moeten bedelen? Het is niet onze schuld dat het land verwoest is.”

Wat moet er dan veranderen? Daarover bestaat grote eensgezindheid. De kwijtschelding van de buitenlandse schulden maakt geld vrij. Dat geld moet gaan naar de opbouw van het land, naar een betere landbouw en naar een versterking van de democratie. “Januari wordt cruciaal”, besluit Vargas. “Nu zijn de mensen nog lamgeslagen door de ramp. Maar wat als het politieke gehakketak na de Conferentie van Washington voortduurt? Wie kanaliseert dan het ongenoegen?” Want dat Nicaragua en bij uitbreiding Centraal-Amerika afstevenen op een regelrechte sociale ramp: dààrvan is hij zeker.

Meer info: Vredeseilanden-Coopibo, Blijde Inkomststraat 50, 3000 Leuven. Tel. 016/31.65.80.

Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content