Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

De regering pakt uit met een dalend aantal asielcijfers, maar volgens sociale organisaties stijgt het aantal illegalen. Over één ding zijn commissaris-generaal Pascal Smet en de hulpverleners het alvast eens: een minister van Migratie in de volgende regering zou een positief signaal zijn.

Vorige week verscheen weer eens een zegebulletin van de minister van Binnenlandse Zaken: in het eerste trimester van dit jaar was er een daling van het aantal asielaanvragen met 18 procent en een toename van het aantal repatriëringen met 24 procent. De regering sluit haar termijn dus met tevredenheid af. In het regeerakkoord van 1999 waren twee opmerkelijke initiatieven aangekondigd: een regularisatiecampagne voor illegalen en een grondige hervorming van de asielprocedure. Het eerste is inmiddels achter de rug, maar het tweede is spoorloos verdwenen. Nochtans was de nieuwe asieladministratie al met veel bombarie voorgesteld – met aanmeldcentra aan de grenzen, snelrecht voor onontvankelijke aanvragen en als toekomstige baas de huidige vluchtelingencommissaris Pascal Smet – en een wetsontwerp was zelfs al door de ministerraad gejaagd. Wat er daarna veranderde, was dat het aantal asielzoekers, dat in de eerste helft van de regeerperiode heel sterk was gestegen, de laatste twee jaar weer drastisch is gedaald.

Pascal Smet: ‘De enorme stijging was aan verschillende redenen te wijten: de lange duur van de procedures; de OCMW-uitkering in baar geld; het aanzuigeffect van de regularisatiecampagne; het problematische verwijderingsbeleid na de dood van Sémira Adamu; de verstrenging bij de Britten waardoor doortrekkende asielzoekers bij ons bleven hangen. Daardoor werden we in 2000 met die massa’s mensen en die tenten op straat geconfronteerd. Daarna is de daling er vooral gekomen om twee redenen: het opvangen van mensen in asielcentra met de bed-bad-broodformule; en het lifo-principe van ‘ last in, first out’, waardoor de nieuwe dossiers het eerst worden afgehandeld. Dat heeft gewerkt: 70 procent weet nu binnen acht weken of ze al dan niet in België kunnen blijven. Ik heb altijd gezegd: we hebben geen asielprobleem, maar een probleem van management.’

Is het niet wat koud om verhalen van mensen te vatten in loutere managementdoelstellingen?

pascal SMET: Nee. Wat is er verkeerd aan om goed te beheren? De productienorm is voor de komende maanden duidelijk geformuleerd: elke medewerker moet één dossier per dag afhandelen. Dat gaat zeker niet ten koste van de kwaliteit van de dossierbehandeling, wel integendeel. Onze medewerkers worden nu beter opgeleid, het documentatiecentrum is uitgebreid, enzovoort. Daardoor zitten we nu weer op een niveau van een goeie duizend asielaanvragen per maand, pakweg vijftienduizend per jaar. Dat is ongeveer het normale aantal dat een geïndustrialiseerd land volgens de vluchtelingencommissaris van de VN zou moeten halen: één asielzoeker per duizend inwoners per jaar.

De asielhervorming, die ruim twee jaar geleden al door de ministerraad was gejaagd, is daarna weer spoorloos verdwenen. Zoiets als het monster van Loch Ness?

SMET: Ja, misschien duikt ze bij de volgende regering weer op. De huidige regering heeft beslist dat de hervorming niet langer acuut vereist was, omdat de gewone procedure ook tot resultaten bleek te leiden, zowel wat betreft kwantiteit als kwaliteit. Bovendien staat er op Europees niveau misschien sowieso een nieuwe procedure te wachten.

U bent nu Europees aan het overleggen over het Britse voorstel om asielzoekers meteen terug te brengen naar transitcentra in hun eigen regio en daar hun aanvraag af te handelen. Weer een poging om hen buiten de Europese Unie te houden?

SMET: Niet noodzakelijk. De Britten denken de vluchtelingen in centra in de eigen regio te kunnen selecteren, waarna ze evenwichtig over de Europese landen zouden worden verdeeld. De bedoeling is om zo ook de mensensmokkel uit te schakelen. Maar ik zie twee problemen. Ten eerste gaan de ontwikkelingslanden zeggen dat we de last op hen afschuiven. Ten tweede ga je hier dan wel de asielcijfers drukken, maar meer illegalen krijgen. Ik ben voor de tussenoplossing om aan de buitengrenzen van de Europese Unie, maar nog in de EU zelf, zulke transitcentra te bouwen en vervolgens de asielzoekers eerlijk te verdelen over de lidstaten.

Waarom staat de Europese samenwerking op dit vlak nog nergens?

SMET: Dat is een absolute ontgoocheling. Enerzijds komt dat omdat asiel en migratie met de kern van de soevereiniteit van een land te maken hebben. Anderzijds ligt het politiek en electoraal erg gevoelig door de opkomst van extreem-rechts. Bovendien heeft men het strategisch slecht aangepakt. Men is Europees meteen over procedurekwesties begonnen, in plaats van met dingen te beginnen die een duidelijke toegevoegde waarde hebben: een eensluidende definitie van vluchtelingen, een visa-databank op basis van biometrische gegevens, het Eurodac-systeem van vingerafdrukken van asielzoekers…

U haalde ooit de internationale pers met uw voorstel om de vingerafdrukken van de hele wereldbevolking in een mondiale databank bij te houden. Dat lijkt wel uw obsessie: registreren en controleren?

SMET: Dat moet niet per se een vingerafdruk zijn, dat kan ook een foto zijn, een iris-scan… Het is toch maar normaal dat we willen weten wie naar ons komt? Daarmee wil ik het reizen juist vergemakkelijken. Een restrictief beleid gaat uit van het principe dat voorkomen beter is dan genezen. Anders blijven we zitten met mensen die hun papieren vernietigen om te verhinderen dat ze ooit teruggestuurd worden. Ik wil niet de superflik spelen, maar er is een fundamenteel probleem van identificatie. Dat kan je oplossen met biometrische gegevens die je in principe niet kan vervalsen. Als u straks mijn bureau verlaat, laat u ook uw vingerafdrukken achter. En dan?

Het klinkt nogal Big Brother-achtig. Is het probleem niet dat een restrictief beleid de mensen juist in handen van mensensmokkelaars gedreven heeft, zoals de VN-vluchtelingenorganisatie erkent?

SMET: Ik denk dat de overheden het probleem van georganiseerde criminaliteit en illegale immigratie overroepen hebben, om zich wat achter weg te stoppen. Ik merk dat veel mensen hier nog altijd gewoon met legale papieren aankomen. Ik ben geen tegenstander van migratie als het op een gecontroleerde manier gebeurt. Wilde, ongecontroleerde migratie jaagt de mensen angst aan, en angst is de voedingsbodem voor racisme. Bovendien ondermijnt het de sociale zekerheid en de welvaartsstaat. Migratie is een instrument in hoofde van sommigen om onze Europese maatschappij onderuit te halen en door een ultraliberaal model te vervangen. Daar bedank ik voor. Ik vind dat we eerst moeten zorgen voor onze eigen gemeenschap, waar nog genoeg werkloosheid bestaat.

Eigen gemeenschap eerst, hebt u vroeger ooit gezegd. Is het door dat doemdenken over de ondermijning van de welvaartsstaat dat u de naam hebt gekregen iemand van de harde lijn te zijn?

SMET: Met de eigen gemeenschap bedoelde ik uiteraard zowel de Belgen als de vreemdelingen die hier legaal gevestigd zijn. Ik denk niet dat ik hard ben, maar ik heb wel altijd gezegd dat asiel voorbehouden moet worden voor vluchtelingen en niet voor mensen die om economische of andere redenen naar hier gekomen zijn. Ik vind dat we de mensen moeten beschermen die dat nodig hebben. En dat volgens de regels van onze democratische rechtstaat.

Dit hele apparaat, met zijn honderden medewerkers, dient er alleen voor om die luttele procenten zogenaamde echte vluchtelingen uit de grote hoop te ziften. En die zou u dan nog liever een statuut geven dat in de tijd beperkt is?

SMET: Ja, wij geven hen nu een onbeperkt verblijfsrecht, terwijl dat volgens de conventie van Genève helemaal niet verplicht is. Het is dan ook logisch dat veel mensen een kans willen wagen om die hoofdprijs in de wacht te slepen. Ik zou hen bescherming geven voor drie jaar, en dan de situatie opnieuw beoordelen. Is bescherming dan niet meer nodig, kunnen ze in principe terugkeren, tenzij ze al helemaal geïntegreerd zijn. Maar ik koppel dat ook aan een programma van resettlement. Zoals door sommige landen al gedaan wordt, zou ik als overheid zelf een aantal erkende vluchtelingen gaan ophalen uit kampen in Afrika of elders. Fundamenteel ga ik immers akkoord met uw gevoel dat ons werk soms een pervers effect lijkt te hebben. De echte vluchtelingen, die het meest onze bescherming nodig hebben, raken meestal niet eens tot bij ons. Maar intussen sussen we ons geweten en denken we dat we onze plicht doen. Terwijl we dat juist níét doen.

Volgens demografische studies zal het Westen de volgende decennia miljoenen immigranten nodig hebben om zijn productie enigszins op peil te houden.

SMET: Ja, maar als we onze productiviteitsgraad verhogen en tot op hogere leeftijd werken, is dat al veel minder. Demografen hebben de geschiedenis nog nooit juist voorspeld. De babyboom, waarvan ik een product ben, was ook niet voorspeld. Waarom zou zo’n babyboom niet opnieuw kunnen? Er is geen acute nood aan ingevoerde arbeidskrachten. Ik vind dat we wel gekwalificeerde mensen kunnen toelaten, maar geen ongekwalificeerde, die zijn nog ruim aanwezig in onze maatschappij. En dat vooral onder de migranten. Je moet ook de zwarte markt harder aanpakken, want aan de vraagzijde doen we nog veel te weinig. De mensen werken hier voor belachelijke lonen. Dat is uitbuiting en slavernij. Dan is het toch beter om de arbeid ginder te organiseren en die landen tot ontwikkeling te brengen?

Maar, hebt u al eerder gezegd, dan zijn er nog meer mensen die net genoeg geld hebben om naar hier te reizen?

SMET: Alle experts bevestigen dat. Ontwikkeling doet op korte termijn migratie niet dalen, maar stijgen. Maar dat is geen pleidooi om die landen arm te houden, integendeel. Echte vrije handel is de beste oplossing, beter dan ontwikkelingssamenwerking. Het is volledig vergelijkbaar met de situatie eind negentiende eeuw, toen je de opkomende arbeidersklasse had en de bourgeoisie die aan haar voorrechten vasthield. Het Westen is nu de bourgeoisie van de wereld en de migranten zijn de nieuwe proletariërs. De welvaart zal hoe dan ook gedeeld moeten worden.

Is het dan geen tijd dat de overheid de verkrampte houding tegen migratie laat varen?

SMET: Ik ben het ermee eens dat er een andere mentaliteit moet komen. De overheid heeft vooral fouten gemaakt in de communicatie met de bevolking. Men had de mensen duidelijk moeten maken dat zij niet overspoeld worden door ongecontroleerde migratie, maar dat migranten zullen blijven komen en dat we er het beste van moeten maken. Alleen met de Kosovaarse vluchtelingen is dat gelukt. De mensen stonden hen met fanfares in de dorpen op te wachten omdat ze wel inzagen dat die mensen bescherming nodig hadden. Als we migratie als een blijvend, structureel fenomeen erkennen, kan het misschien een goed signaal zijn om hiervoor een aparte minister te benoemen, die het liefst ook voor ontwikkelingssamenwerking bevoegd zou zijn, een beetje naar Zweeds model. Een van zijn eerste taken moet zijn om opdracht te geven aan een gemengde commissie om voor een nieuwe, open en transparante vreemdelingenwet te zorgen. Ik ben er ook voor om oude dossiers op een individuele basis te regulariseren. Maar een nieuwe regularisatiecampagne is zeker niet meer nodig.

Chris De Stoop

‘De welvaart zal hoe dan ook gedeeld moeten worden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content