Het Israëlisch-Palestijnse conflict zal tijdens het Belgische EU-voorzitterschap zeker op de agenda van de Unie komen. Daarom ging minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel ter plaatse voelen hoe warm het water wel is.

Terwijl in Israël weer bommen van Hamas ontploffen en Palestijnse vrijbuiters in Gaza met hun mortiervuur op Israël alleen maar meer geweld van het Israëlische leger uitlokken, maakte minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL) een rondreis door de regio. Die trip begon vorige week in Egypte en liep over Beiroet, Amman en Israël naar de Palestijnse gebieden. In Caïro kreeg Michel al meteen de vraag voorgeschoteld waarom Europa zo weinig initiatief neemt in het Midden-Oosten. Een terechte opmerking?

Louis Michel: Tja, ik denk dat die houding van Egypte – en van andere landen ook trouwens – gewettigd is, zeker als u nagaat welke verwachtingen gekoesterd worden ten aanzien van Europa. Ik denk dat de landen van de Europese Unie zich niet bewust zijn van hun aantrekkingskracht op de rest van de wereld. Wij zijn ons niet bewust van de enorme politieke kracht die daarmee gepaard gaat.

We moeten trachten de vijftien Europese landen tot een grotere politieke eenheid te brengen, met een gemeenschappelijke aanpak van de internationale politiek, waarbij een of twee mensen de buitenlandse politiek van de Unie vertegenwoordigen. Ik ben ervoor om mensen als Javier Solana en Chris Patten meer autoriteit te geven. Nu de nieuwe VS-politiek wat afstand neemt van de wereld, kan dat ruimte bieden voor ons. Het zou jammer zijn als we die kans zouden laten liggen. We kunnen de politieke eenheid van de EU, en dus de politieke macht en invloed van Europa nu vergroten.

Waar ziet u de remmende factoren voor die evolutie?

Michel: Die zijn bekend. Bepaalde landen die een pragmatische interesse hebben voor Europa, maar die de Unie noch in hun geest noch in hun hart meedragen. Dat is het probleem. Ze zouden moeten inzien dat ze, zelfs als ze een beetje van hun eigen macht moeten inleveren, veel meer terugwinnen door een collectieve aanpak van de internationale politiek dan door alles op hun eentje te blijven doen. Ik denk dat de geschiedenis in die richting gaat, dat zal ook door de eigenzinnigheid van sommige landen niet belet kunnen worden. Men zou het alleen moeten bespoedigen in plaats van het af te remmen.

Sommige EU-landen gaan liever aan de VS vragen wat ze moeten doen dan zelf iets te bedenken.

Michel: Dat komt voort uit een, excuseer me, ouderwetse opstelling. Ik heb veel eerbied voor de Amerikanen, en ik denk dat Europa niet alleen moet handelen, en dat we indien mogelijk in partnership met de VS moeten optreden. Maar we moeten nu eerst politiek volwassen worden en autonoom standpunten durven innemen, en in bepaalde omstandigheden autonoom optreden. Daarom ben ik ook een groot voorstander van een Europese defensiepolitiek. Maar sommige landen zitten nog steeds in een verouderde logica, en denken meer te kunnen winnen als jabroer van de VS dan als gerespecteerde partner.

Het aanstaande Belgische voorzitterschap van de zeker over het Midden-Oosten verdeelde Unie dwingt u tot neutraliteit. Is dat voorzitterschap dan niet eerder een nadeel dan een voordeel?

Michel: In dit geval wel. Ik mag mijn persoonlijke opinie niet als richtlijn gebruiken, maar dat is het spel, en ik zal de regels ervan strict en scrupuleus volgen.

Wat denkt u nu van de toestand in het Midden-Oosten?

Michel: Ik heb in Egypte van minister van Buitenlandse Zaken Amr Moussa een overtuigende uitleg gekregen over een essentiële vraag in het conflict: had Arafat gelijk het akkoord dat Barak hem voorstelde te weigeren? Hij heeft mij overtuigende argumenten aangedragen, die een ander zicht geven op de bestaande toestand en dus ook op de mogelijkheden om die te verbeteren.

Ten tweede ben ik er nu helemaal van overtuigd dat de politieke sleutel van het conflict momenteel in de VS ligt. Zonder de VS raken we daar niet uit. Dus Europa kan alleen maar een rol spelen in totale harmonie met Amerika en daartoe moeten de contacten met de VS zeer nauw zijn. De grote vraag is dan of de indruk juist is dat de Amerikanen zich wat zouden willen terugtrekken.

In welke richting kan zo’n samenwerking gaan?

Michel: We zouden er goed aan doen onze financiële hulp wat meer te valoriseren. Wij geven heel veel geld en uiteindelijk weegt onze mening niet zwaar. Misschien moeten we die financiële hulp beter laten zien en voelen, er bepaalde voorwaarden aan vastknopen… En vooral bepaalde eisen stellen. De Palestijnse Autoriteit heeft financiële problemen. Zij klopt bij ons aan, en wij zijn de geldkraan, zonder voorwaarden over transparantie of wat dan ook. Door die afwezigheid van voorwaarden worden de Palestijnen in feite niet geholpen, en het proces wordt er een beetje door gediscrediteerd. Ten tweede stellen wij ook geen politieke voorwaarden. Hetzelfde met Israël. Momenteel betalen wij eigenlijk de belastingen die Israël heft op Palestijnse producten, en wij vragen daarvoor niets aan Israël. Dat is allemaal een beetje gemakkelijk. Wat zou er gebeuren als Europa zou zeggen: nee, wij geven niets meer, wij hebben ook voorwaarden te stellen? Ik zie niet in waarom dat niet mogelijk zou zijn.

In een andere context is dit gebeurd: een aantal EU-landen stelden een resolutie voor de VN op over de crisis in het Midden-Oosten. De VS weigerde die op vier punten, zodat ze uiteindelijk ingetrokken werd. Het VS-argument was dat die resolutie aan de Conventie van Genève refereerde en dat die Conventie voor Israël en de Palestijnen niet geldt, aangezien die twee sinds Oslo een bilateraal akkoord hebben. Kan dat?

Michel: Daar heb ik toch moeite mee op ethisch vlak, dat is à la carte te werk gaan. Eigenlijk is dat oneerlijk.

Volgens betrokken EU-diplomaten impliceert dit dat Israël nu permanent lid van de Veiligheidsraad is.

Michel: Dat is juist.

Er wordt nu veel gesproken over het Egyptisch-Jordaanse initiatief.

Michel: Ja. Ik denk dat het verkeerd zou zijn dit initiatief licht op te nemen. Op Europees niveau kan erover gepraat worden en het kan ook dienen om een paar pertinente vragen te formuleren voor de Amerikanen, de Palestijnen en de Israëli’s, en daardoor een dynamiek op gang te brengen. Het voorstel is eigenlijk een vertaling van de understanding van Sharm el Sheik. Als iedereen daarover praat, zouden de Israëli’s dat dan zomaar kunnen weigeren?

Het doel van uw reis naar het Midden-Oosten is te voelen hoe warm het water wel is?

Michel: Ja. Ik zou het onverantwoord gevonden hebben als ik dat niet had gedaan, op voorhand wetend dat het in alle geval de komende zes maanden een politiek probleem zal zijn. De pretentie hebben zoiets te kunnen volgen zonder op het terrein te zijn geweest, zou niet ernstig zijn. Dat conflict is veel te gevoelig, veel te belangrijk, en gaat ook de veiligheid van Europa aan.

Israël is een speciaal land, dat als het ware boven de internationale wetgeving staat. Wat voor andere landen geldt, geldt niet voor Israël. Men mag er zelfs geen kwaad van spreken. Daar gaat u mee moeten werken.

Michel: Ik ken dat bijzondere statuut. Dat misschien wel een legitieme basis heeft. Als ik dit zeg, hou ik er al rekening mee. Ja, ik geef het toe. Is daarmee te werken? Zolang we op Europees vlak niet in staat zijn met één stem te spreken, moeten we daar wel mee werken.

Wat bent u verder nog van plan?

Michel: Ik ga proberen diplomaat te worden.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content