Uit noodzaak steunen wij de plannen om het aantal erkende kinesisten in België te beperken. Dat zegt Luc Vermeeren, voorzitter van het Vlaamse Kinesitherapeutenverbond.

JA

Luc Vermeeren

‘Al 25 jaar zeggen wij tegen de overheid dat er een beperking van het aantal kinesisten moet komen. Trouwens: de ons omringende landen kennen allemaal een of andere vorm van beperking van het aantal therapeuten. Onafhankelijke studies werden afgedaan als een corporatistische reflex. Maar als er naar ons was geluisterd, dan hoefde die contingentering vandaag niet.

Want die is niet democratisch en niet prettig. Maar wel nodig.

Als we kijken naar het aantal kinesisten per inwoner, is België wereldrecordhouder. Dat is een feit. En dat is al jaren zo. Uit verschillende onafhankelijke studies bleek en blijkt dat er te veel kinesisten zijn. Ik weet dat er vraagtekens bij die studies worden gezet. Maar men mag niet zeggen dat het probleem overroepen wordt, want het bestaat al 25 jaar. Het klopt dat de slechte toestand jaren werd verdoezeld door de feminisering van het beroep, door halftijdse en deeltijdse arbeid. Maar de totale oververzadiging van de markt is gewoon een feit. En dat heeft gevolgen.

In de eerste plaats voor de bestaande groep kinesisten.

We weten dat er veel collegae zijn die bruto een miljoen per jaar verdienen. Na aftrek van de investeringen voor en de kosten van een privé-praktijk, kan je niet eens behoorlijk leven. Hard gezegd: als we een opleidingsstop van vijf jaar zouden inlassen, dan waren er – vergrijzing en feminisering meegerekend – nog genoeg kinesisten.

Het gaat trouwens niet alleen om het geld. Concurrentie bevordert de kwaliteit, maar een te groot aantal kinesisten gaat ten koste van de kwaliteit.

Jongere collegae doen alles wat mogelijk is om aan patiënten te geraken. Sommigen werken tegen terugbetalingstarief omdat het remgeld op onze behandelingen zo hoog ligt. Dat geeft niet alleen oneerlijke concurrentie, het doet hun inkomen ook zo dalen dat ze gewoon geen geld hebben voor de broodnodige bijscholing. Navorming die voor ons beroep trouwens niet gehonoreerd wordt.

Bovendien krijgen kinesisten die maar een beperkt aantal patiënten hebben, niet genoeg ervaring. Ondanks de zeer goede opleiding aan onze hogescholen en universiteiten. Die goede faam betekent trouwens dat in ons land veel buitenlanders studeren, die meetellen bij de beperking van het aantal kinesisten.

Omdat alle studies altijd weggelachen werden, zitten we nu met een sociaal drama, met een dreigende contingentering en met enorme problemen voor alle jongeren die nu de opleiding volgen.’

NEE

Marc Claeys

De plethora is een probleem, maar de oplossing ligt niet in een slecht gemaakt KB, zegt Marc Claeys, voorzitter van de Belgische Federatie van de Hogescholen Kinesitherapie en beleidsmedewerker Arteveldehogeschool Gent.

‘Het Koninklijk Besluit (KB) van eind vorig jaar beperkt de toegang tot het beroep: in Vlaanderen zouden in 2005 nog 270 kinesisten de beroepstitel krijgen, in Wallonië nog 180. Bij dat aantal keek de planningscommissie die het advies uitwerkte – en waarin de hogescholen geen stemrecht hebben – naar het aantal geregistreerde kinesisten, niet naar degenen die echt werkten. Er werd geen rekening gehouden met het simpele feit dat er – zeker in Wallonië – veel Franse studenten aan de studie beginnen, om hun numerus clausus thuis te ontvluchten.

Er werd ook geen rekening gehouden met een aantal factoren: de verspreiding over de regio’s, de vergrijzing bijvoorbeeld, waardoor kinesisten hun praktijk afbouwen. Of de feminisering: een aantal vrouwelijke therapeuten werkt bewust halftijds.

Fundamenteler is dat kinesitherapeuten die bijvoorbeeld in het buitengewoon onderwijs werken of een fitnesscentrum uitbaten of in loondienst in de gezondheids- of gehandicaptenzorg werken en dus het RIZIV niet belasten, ook werden meegeteld, omdat ook zij geregistreerd zijn en de beroepstitel voeren.

Want dat zegt het KB: vanaf 2005 mag maar een beperkt aantal de ‘beroepstitel’ voeren en zonder die titel mag niemand de kinesitherapie beoefenen. Vraag is dus: mogen afgestudeerden zonder titel gezondheidsvoorlichting geven? Een fitnesscentrum begeleiden? Hun eigen familie gratis behandelen? In het buitenland werken?

Het kabinet van Volksgezondheid wil dat opnieuw bekijken, maar dan nog.

Even fundamenteel is het ondertussen toch bekende feit dat al die voorspellingen over het aantal tandartsen, verpleegkundigen, leraren, artsen, in de praktijk niet kloppen.

Op zich hebben we echt wel begrip voor de situatie waarbij te veel studenten afstuderen, we willen ook meewerken aan de oplossing. Maar eerst moet toch een aantal onduidelijkheden weg, want onze studenten leven in onzekerheid.

Wordt de groep die nu in opleiding is, na de studie nogmaals onderworpen aan een vergelijkend examen voor de titel? En wat gebeurt er met degenen die daar uitvallen?

Of zullen we voortaan de instroom beperken. Hoe? Door een ingangsexamen? Zoiets moet toch tijdig aangekondigd worden. Er kan ook een selectie doorgevoerd worden na het eerste jaar kine. Maar dan moeten er soepele bruggen komen waardoor die studenten die uitvallen naar een andere richting kunnen overstappen.

Al die vragen moeten eerst beantwoord worden voor het KB mag uitgevoerd.’

Opgetekend door Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content