Om de consumptie van geneesmiddelen in de hand te houden, moeten we inspelen op het gebruik en op het voorschrijfgedrag van de artsen. Daarom willen we promotie afremmen, ten gunste van onafhankelijke informatie voor artsen. Dat zegt Magda Aelvoet (Agalev), federaal minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

JA

Magda Aelvoet

De ontsporing van de uitgaven voor geneesmiddelen blijkt een internationale trend, die we vanuit Volksgezondheid moeten ombuigen tot een rationeel geneesmiddelenbeleid. Dit kan enkel door in te spelen op het voorschrijfgedrag én op het geneesmiddelengebruik. Het geven van onafhankelijke informatie aan artsen en patiënten, het afremmen van promotiecampagnes, het stimuleren van generische geneesmiddelen en een evaluatie van geneesmiddelen zijn hierbij de aangewezen hulpmiddelen.

Het voorschrijfgedrag van artsen wordt in hoge mate bepaald door promotiecampagnes van de industrie: het op pad sturen van artsenbezoekers, reclamespotjes, direct mailing via het web en rechtstreekse benadering van patiënten. Er zijn in België viermaal zoveel artsenbezoekers als in Nederland. Er wordt aan de promotie van geneesmiddelen enorm veel geld uitgegeven en artsen krijgen allerlei incentives als ze bepaalde geneesmiddelen voorschrijven. Door de vele cadeaus, de uitgebreide etentjes, de zogenaamde studiereizen en dergelijke meer wordt niet alleen de prijs van een geneesmiddel de hoogte ingejaagd (ingeschreven als researchkosten), maar ontspoort ook het RIZIV-budget. Bovenal zorgt het voor ongewenste gezondheidseffecten. Het verminderen van het aantal bezoeken, gekoppeld aan een schriftelijk akkoord vanwege de artsen, is dus een noodzakelijke, maar onvoldoende voorwaarde. Ondanks de felle tegenkanting vanuit de farmaceutische industrie, blijkt dat, wanneer bedrijven individueel worden aangesproken, zij deze maatregel kunnen volgen. Het uitsturen van artsenbezoekers kent namelijk een zodanig opbod dat hun economische kosten-batenanalyse negatief uitdraait.

Deze maatregel moet worden aangevuld met bijvoorbeeld het uitzenden van onafhankelijke artsenbezoekers, die door middel van objectieve informatie het voorschrijfgedrag positief oriënteren. Zij stellen bovendien deskundigheidspakketten op, die worden aangereikt aan de lokale kwaliteitskringen. Het is immers van groot belang dat de artsen in onderling debat zelfregulerend optreden. Een medische zorg van hoge kwaliteit moet hun blijvende opdracht zijn.

NEE

Pierre Claessens

Farmaceutische bedrijven besteden veel tijd en geld aan onderzoek. Het is dan ook normaal dat ze de artsen over de vruchten van dat onderzoek informeren. Dat zegt Pierre Claessens, gedelegeerd bestuurder van de vzw AVGI (Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie), die 96 procent van de farmaceutische bedrijven in Belgi? overkoepelt.

Minister Aelvoet vertrekt van een negatieve visie op de rol van de farmaceutische industrie. De AVGI vindt het normaal dat bedrijven die gemiddeld 18 miljard frank en tien jaar onderzoek investeren in een nieuw geneesmiddel, dat product ook aan de artsen gaan voorstellen. En we vinden het normaal dat de artsen vrij kunnen beslissen welke informatie ze willen ontvangen. De informatie van artsenbezoekers gaat over de aard en de werking van geneesmiddelen en is dus zeer belangrijk voor het goed gebruik ervan.

De wetgever heeft trouwens nauw omschreven welke informatie we mogen verstrekken. Alle informatie is gebaseerd op de wetenschappelijke bijsluiter. Bovendien heeft de AVGI zelf haar code voor deontologie in november 1999 verstrengd: dat bewijst dat wij in de eerste plaats bekommerd zijn om de ethiek bij de promotie van geneesmiddelen. We zijn de enige sector die zo ver gaat in haar samenwerking met de overheid. We zijn dan ook verwonderd over de voorgestelde maatregelen, waarover geen overleg is geweest met de sector. We stellen ons ook vragen bij het nut ervan. Wie wordt geraakt als er minder stalen worden gegeven? Het is bekend dat artsen die gratis staaltjes aan hun minder gegoede pati?nten geven.

De minister gaat ervan uit dat informatie leidt tot overconsumptie en dus grotendeels tot de tekorten op de ziekteverzekering. De hogere geneesmiddelenconsumptie wordt dus _ ten onrechte _ vrijwel volledig toegeschreven aan de invloed van promotie door de industrie. Maar wat doe je met de invloed van de vergrijzende bevolking, de toegenomen gezondheidsverwachtingen van de pati?nt en de introductie van vernieuwende geneesmiddelen? Is het niet waarschijnlijker dat die factoren van doorslaggevend belang zijn?

Het geneesmiddelenverbruik in Belgi? wordt altijd vergeleken met de situatie in Nederland, waar de consumptie inderdaad lager ligt. Maar de grootste Nederlandse regeringspartij, de socialistische PvdA, denkt eraan om meer geld uit te trekken voor geneesmiddelen, omdat ze zich ervan bewust wordt dat geneesmiddelen besparingen mogelijk maken in andere sectoren van de gezondheidszorg.

Opgetekend door Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content