‘Wie de mol in mijn korps is? Sorry, maar daar houd ik me niet mee bezig. Ik ben inspecteur Clouseau niet.’ Korpschef Luc Lamine over de reorganisatie van de Antwerpse politie, overlast, schoonmoeders en Vaginamonologen.

Het was een van dé beelden van het voorbije jaar: de Antwerpse korpschef Luc Lamine en AEL-voorman Dyab Abou Jahjah die elkaar in het wit van de ogen keken. Lamine verbaast zich nog altijd over de heisa die toen is ontstaan. ‘Ik heb het op CNN mogen uitleggen. Een van mijn collega’s die toen in Marokko met vakantie was, vertelde mij dat het daar een van de hoofdpunten van het nieuws was. En wat was er eigenlijk gebeurd? Hebben we echt rellen gehad in Borgerhout? Niet dat ik weet. Er zijn een paar winkelruiten gesneuveld, meer niet.’

Sinds de controverse over de AEL-patrouilles en vermeend racisme bij de Antwerpse politie had Lamine bewust de luwte opgezocht. Maar de voorbije weken kwam hij weer vaker in het nieuws dan hem lief was. Eerst waren er de berichten over een knallende ruzie tussen Lamine en twee van zijn hoofdcommissarissen. Vervolgens kwam Gazet van Antwerpen met beschuldigingen van anonieme politieagenten over snoepreisjes en slordig gebruik van creditcards. Leona Detiège bleef vierkant achter haar korpschef staan en bevestigde dat alle uitgaven waren goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. Lamine, zondagochtend bij hem thuis in Kapellen, maakt een doodvermoeide, maar strijdbare indruk. ‘Het ging kennelijk te goed met de Antwerpse politie. Voor sommige mensen mág het niet goed gaan met de Antwerpse politie.’

Men probeert u te destabiliseren?

LUC LAMINE: Als dat uw conclusie is, zal ik die niet tegenspreken. De vraag is wie er belang bij heeft. Niet de Antwerpenaar, die eindelijk trots kon zijn op zijn politiekorps. Ook al loopt er nog wel eens iets fout, we slagen erin de criminaliteit te beheersen. We werken aan de leefbaarheid in deze stad. En dat wordt nu op de helling gezet door een paar politieke opportunisten.

VLD-kamerlid Hugo Coveliers eist uw ontslag.

LAMINE: Het verbaast me dat mensen met zo’n politieke ervaring, die bovendien een juridische opleiding hebben gehad, zich dergelijke uitspraken permitteren. In ons rechtstelsel bestaat er bij mijn weten zoiets als het vermoeden van onschuld. Voor je eventueel schuldig bevonden wordt, heb je altijd nog het recht gehoord te worden. Maar die regel geldt blijkbaar niet voor iedereen.

Laten we de gebeurtenissen van de voorbije weken even overlopen. U had een hoogoplopend conflict met twee van uw hoofdcommissarissen.

LAMINE: Het is stil waar het nooit waait. We hebben bij de Antwerpse politie een cultuur waarin we godzijdank nog eens flink ruzie kunnen maken. Ik werk niet met doetjes, en ik ben er zelf ook geen. In anderhalf jaar tijd hebben we hier het hele korps gereorganiseerd en in feite een volledig nieuw bedrijf uit de grond gestampt. Dat bracht met zich dat we ook de werking van de hoofdcommissarissen moesten herbekijken. Ik ben een groot voorstander van decentralisatie: mijn Politie Team Managers – ik heb er zeventien – leiden in feite elk een eigen korps, met dertig tot tachtig medewerkers.

Dus die moeten meer autonomie en bevoegdheden krijgen, zonder dat de inhoudelijke begeleiding vanuit het centrale niveau uit het oog wordt verloren. Ik ben met mijn hoofdcommissarissen rond de tafel gaan zitten en heb een voorstel gedaan, dat een aantal verschuivingen inhield. Daar was niet iedereen even blij mee – er zijn toen harde woorden gevallen. En toen hoorde ik ineens dat er een cameraploeg van ATV (de Antwerpse regionale televisie, nvdr.) op de stoep stond. Nog tijdens de vergadering begon mijn gsm te rinkelen en kreeg ik de ene na de andere journalist aan de lijn. Ik ben toen echt ontploft. Ik was razend, omdat ik weet hoeveel schade het aanricht als je dingen niet intern kunt bespreken.

Er is gelekt uit de vergadering?

LAMINE: Dat kan niet anders. Maar ik heb besloten mij niet meer bezig te houden met de vraag wie de mol in mijn korps is. Dat interesseert me niet. Als morgen de oorlog in Irak uitbreekt, zal dat ook in Antwerpen gevolgen hebben. Dáár wil ik op anticiperen en dáár wil ik mijn energie in stoppen.

Zijn alle hoofdcommissarissen nog loyaal aan hun korpschef?

LAMINE: Ik heb geen enkele reden om daaraan te twijfelen. Er is intussen een nieuw voorstel geformuleerd en ik maak me sterk dat we het eens worden. Ik voel nog altijd respect en ik denk dat mijn collega’s wel beseffen dat je goed zot moet zijn om op mijn stoel te willen zitten.

Wordt er aan de poten van uw stoel gezaagd?

LAMINE: Mijn stoel staat stevig. Maak u geen zorgen.

Over zes maanden bent u nog altijd korpschef?

LAMINE: Er schijnt in een krant te hebben gestaan dat ik beter de eer aan mezelf zou houden. Wel, net daarom. De eer aan mezelf houden, betekent voor mij dat ik blijf doen waar ik ben voor aangenomen: korpschef spelen.

Bent u niet te emotioneel voor uw baan?

LAMINE: Ik kan mijn emoties redelijk onder controle houden: die scène met Jahjah is daarvoor het beste bewijs. Maar ik ben ook niet te beroerd om de hand in eigen boezem te steken en toe te geven dat ik misschien emotioneel te sterk verbonden ben met mijn job: dit korps is echt mijn kindje. Ik werk zeker honderd uur per week, ik slaap nauwelijks, en dan bega je op den duur malheuren. Mijn staf heeft mij al een paar keer gewaarschuwd dat ik beter wat gas kan terugnemen. Zo’n waarschuwing moet je niet in de wind slaan.

Hoe reageert u op de beschuldiging dat commissarissen misbruik zouden hebben gemaakt van de hen ter beschikking gestelde creditcard?

LAMINE: Pure nonsens. We hebben een waterdicht systeem. Er is bij de Antwerpse politie geen cent uitgegeven zonder toestemming van het college van burgemeester en schepenen.

En toch eist VLD-schepen van Financiën Luc Bungeneers een externe doorlichting van de politieboekhouding.

LAMINE: Daar ben ik niet bang voor. We hebben niets te verbergen. Alle afrekeningstaten van Visa zijn gecontroleerd door de Bijzonder Rekenplichtige.

En die hangt af van…?

LAMINE: Die hangt af van de schepen van Financiën. Enfin, u begrijpt mijn verbazing over een en ander.

Er zouden snoepreisjes zijn gemaakt.

LAMINE: Dat vind ik echt een slag onder de gordel. Uitwisseling van knowhow en ervaringen met andere korpsen is voor een grote havenstad als Antwerpen van levensbelang. Daar komen buitenlandse dienstreizen bij kijken, maar ook die uitgaven zijn weer goedgekeurd door het College. Ach, eigenlijk heb ik geen zin om aan alle insinuaties en speculaties nog veel woorden vuil te maken.

Hebt u zichzelf overschat? In september 2001 zei u in de krant: ‘De Antwerpse politie komt van ver. Er zijn serieuze fouten gemaakt en verkeerde beslissingen genomen. (…) Maar ik garandeer: heb geduld en tegen 1 oktober 2004 zal veiligheid niet langer op de politieke agenda staan.’ Dat moment komt akelig dichtbij.

LAMINE: We komen uit een tijd waarin veiligheid niet echt veel aandacht kreeg. Ik denk dat ik in alle sereniteit mag zeggen dat er nu misschien te veel aandacht voor is.

Het is natuurlijk een mediageniek probleem.

LAMINE: Helaas wel. Veiligheid is belangrijk, maar daarmee alleen los je de problemen niet op. Werk, onderwijs, ruimtelijke ordening, dat zijn veel fundamentelere vragen. Die moeten aandacht krijgen. Veiligheid is het pilletje tegen de hoofdpijn. Het helpt hoogstens tijdelijk.

Bent u er gelukkig mee dat de politie nu hulp krijgt van het leger?

LAMINE: Dat is natuurlijk een politieke beslissing. Ik vind als politieman dat het duidelijk moet zijn wie de leiding heeft. Ik zag een foto, waarop para’s in Parijs in de metro patrouilleren met de Uzi in aanslag. Die zie ik bij ons toch liever niet op de Meir lopen.

Had burgemeester Freddy Willockx van Sint-Niklaas gelijk toen hij weigerde zijn politieagenten in te schakelen om de veiligheid te garanderen van de Amerikaanse militairen die wapentransporten begeleiden?

LAMINE: Ja. Dat zit niet in ons takenpakket. Dat is een opdracht voor de federale politie. Maar: wordt de politie overvraagd? Moeten er meer taken worden uitbesteed? Dat is een moeilijke discussie. We hadden in Antwerpen vorig jaar meer dan tweeduizend manifestaties. Ik hoor dat er nu ook geruchten zijn, die willen dat het popfestival Torhout-Werchter bij ons komt. Dat is niet begroot in mijn mens-uren, dat is niet voorzien. En je kan voor de bewaking van een popfestival toch ook het leger niet inzetten.

Laat ze die bewaking zelf organiseren?

LAMINE: Dat gebeurt ook. De manier waarop Germinal Beerschot met zijn stewards de veiligheid in het stadion organiseert: chapeau! In dat stadion zijn mijn mannen eigenlijk niet meer nodig, en zo hoort het ook.

Dat scheelt weer zoveel diensturen?

LAMINE: De Antwerpse politie kende vroeger de twaalfurige dienst. De afschaffing daarvan was onbespreekbaar. In 2001 hebben we, in overleg met de vakbonden en met respect voor elkaar, een nieuw systeem uitgedokterd. Diensten van acht à negen uur. En we hebben politieteams kunnen invoeren. De twee werelden die we kennen – de interventie en de wijkwerking – werden daarbij één gemaakt.

Heeft de Antwerpse politie te lang de nadruk gelegd op wijkwerking?

LAMINE: Ja. En ik moet ootmoedig toegeven dat ik daar mee de oorzaak van ben. Ik geloofde echt in de wijkwerking, maar ik heb mijn les geleerd. Wijkwerking kan maar functioneren als er daarachter ook goede interventieteams en een stevige recherche staan. Ik herinner me dat ik hoofdcommissaris was in Antwerpen Noord, en dat ik ’s nachts welgeteld één patrouille op straat had. Het kritische minimum voor heel Antwerpen is nu twintig. De klok rond rijden er nu gemiddeld 25. Daar zijn 440 mensen voltijds mee aan de slag. Dat is een flinke hap uit een korps van 2104 politiemensen – want meer zijn het er niet. Er zijn ondertussen ook weinig steden met dispatchingtijden zoals wij die kennen: we hebben een engagement dat we de dringendste oproepen voor 85 procent binnen de tien minuten beantwoorden. En dat cijfer halen we ook.

Ook wat recherche betreft, komen we van ver: vroeger werd de opsporingsdienst van de Antwerpse politie nog wel eens lachend de Interbrew Connection genoemd. Nu zijn dat mensen waar ik naar opkijk. We hebben in Antwerpen een oplossingsgraad van bijna 10 procent – dat halen andere centrumsteden bijlange na niet. Recherche zal altijd de basis zijn van een goede gemeenschapsgerichte politie.

Meer blauw op straat is niet voldoende?

LAMINE: Natuurlijk niet. Het moet zijn: blauw méér op straat. De mensen van de wijkwerking hebben schitterend gewerkt, hoor. Maar ze vormden een eiland in het korps en werden keer op keer geconfronteerd met problemen die ze niet konden oplossen. De politieteams nu zijn de aanzet tot een integraal veiligheidsbeleid in onze eigen organisatie. Het probleem is dat veel teams nu onderbemand zijn – ik heb nog altijd 123 mensen te kort, terwijl ze voorzien zijn in ons personeelsbehoeftenplan en ik er het geld voor heb. Maar zoals u weet, is sinds de politiehervorming rekrutering een zaak van de federale overheid.

Ondanks de reorganisatie van uw korps blijft de Antwerpse politie met een imagoprobleem kampen. De Antwerpenaar denkt nog altijd: een zootje.

LAMINE: En dat is het niet meer. Kijk maar eens naar de voorbije vier, vijf maanden. Het Comité-P had niets dan lof voor de manier waarop we met de AEL zijn omgegaan. De beveiliging van wapens bleek bij ons het best geregeld. Waar komen ze kijken, als ze willen zien hoe de amigo moet worden georganiseerd? Bij ons. Zelfs minister van Justitie Marc Verwilghen zei in een interview dat de manier waarop de Antwerpse politie met het parket samenwerkt een voorbeeld is voor andere steden en gemeenten.

Onze aanpak van de jeugdcriminaliteit is uniek in West-Europa. We zijn een van de weinige korpsen die aan cliëntgerichte nazorg doen. De 126 mensen die bij de AEL-betoging zijn opgepakt, zijn nadien allemaal opnieuw bezocht. Ik heb veertig mensen die zich alleen met jeugdcriminaliteit bezighouden. De bedoeling is om met die jongeren een band te kweken. Zodat ze niet meer vijandig tegenover onze mensen staan. Dat ze een aanspreekpunt hebben. ‘Mohammed, waarom was je niet op school? Frans, wat was dat gisteren met je vriendin?’

Dat belet niet dat criminaliteit nog altijd wordt gelijkgesteld met jongerencriminaliteit.

LAMINE: Omdat dat de meest zichtbare is. Het is ook van alle tijden. In de jaren vijftig had je in Antwerpen de bende van den Dam, de bende van de Statie, de Tarantula’s in Merksem. Maar toen kwam de economische boom, en wie werk heeft, heeft ook geld. De echte bom onder de democratie is de witteboordencriminaliteit, de georganiseerde misdaad. Maar die ziet niemand. En toch: petroleumfraude kost de schatkist in Antwerpen alleen vijftig miljard per jaar. Wie heeft daar last van? U en ik. Want wij moeten er meer belastingen om betalen.

Het is me ooit kwalijk genomen dat ik zei dat ik meer begrip had voor een vrouw met een vervangingsinkomen van wie de fiets wordt gestolen dan voor een carjacking. Ik maakte het in Ekeren ooit mee dat een vrouw, die net gecarjackt was, letterlijk zei: ‘Komt goed uit, nu kunnen we eindelijk die kopen met de juiste kleur.’ Ze was kennelijk goed verzekerd.

In de zomer van vorig jaar vroeg u in de krant om nog een jaar of drie te mogen verder werken, ‘en je zal deze stad niet meer herkennen. Ik zal Antwerpen buurt per buurt, straat per straat veroveren.’ Nauwelijks vijf maanden later luidde het: ‘Voor het eerst heb ik het gevoel dat één lucifer de boel in Antwerpen in de fik kan steken.’ Is dat nog zo?

LAMINE: Dat zijn uitspraken die in de tijd toch wel een stuk uit elkaar liggen. Toen ik dat zei, had ik wel voeling met wat er in de stad met die jongeren aan de hand was. De opkomst van Dyab Abou Jahjah, in april 2002. Ik wist: geef die jongeren een charismatische figuur en je hebt de poppen aan het dansen.

U zag het aankomen?

LAMINE: Ja. Ik had Jahjah vrij vlug door en ik weet waar ik hem kan plaatsen. Sorry, maar die jongeren worden misbruikt. Ik onderken het gevaar. Er is er trouwens nog één op komst: we hebben nu een stroom asielzoekers die hun kinderen hebben meegebracht en die er niet zoals Noord-Afrikanen uitzien, maar zoals wij. Binnen zeven, acht jaar hangen die kinderen op straat rond, want ze hebben geen scholing.

U bedoelt opnieuw: veiligheid is niet het grootste probleem.

LAMINE: Het begint bij onderwijs. Als ik hier al eens aan de universiteit spreek, zie ik daar nooit Marokkanen of Turken. Als ik in Nederland aan een universiteit kom, ontmoet ik Turken, Marokkanen, Antillianen, Surinamers, Afrikanen én Hollanders. Tewerkstelling…

Abou Jahjah zou u niet tegenspreken.

LAMINE: En dan? Het is niet omdat een deel van zijn discours juist is, dat de middelen die hij gebruikt om zijn doel te bereiken ook de juiste zijn. Er is inderdaad een probleem met onderwijs en huisvesting. Als je toch bij sommigen van die mensen gaat kijken hoe ze wonen! In vergelijking daarmee wonen mijn twee honden in een paleis!

Zijn de klachten over racistisch optreden van de Antwerpse politie ongegrond?

LAMINE: Ik leid een korps van meer dan tweeduizend mensen. Dat is de bevolking van een flink dorp en daar zal er altijd wel eentje tussen zitten die de ezel uithangt of last heeft van te veel testosteron. Maar daar wordt keihard tegen opgetreden. De Antwerpse politie is niet racistisch en ik heb de indruk dat zelfs de AEL dat begint door te hebben.

Die burgerpatrouilles waren eigenlijk maar om te lachen?

LAMINE: Ik heb ze alleen gezien als de media in de buurt waren.

Is uw probleem ook niet dat u voortdurend rekening moet houden met een toenemend aantal schoonmoeders: de burgemeester, de schepen voor Integrale Veiligheid, de overlastmanager, een begeleidingscommissie? Die kijken u allemaal op de vingers.

LAMINE: Er zijn vier mensen met wie ik moet samenwerken: de burgemeester, de schepen voor Integrale Veiligheid, de procureur en de gouverneur. Daarvan is alleen de schepen voor Integrale Veiligheid nieuw. Die loopt mij niet voor de voeten, wel integendeel. Hij plaatst integrale veiligheid voor mij op de agenda. We kunnen het beste politiekorps hebben, maar als het maatschappelijk middenveld niet meewil, heb je niets. Er moet binnen de structuren van sport, cultuur en tewerkstelling iets voor de jongeren in Borgerhout en elders worden gedaan. Geef ze een toekomst en ik heb er geen last meer van. De schepen voor Integrale Veiligheid maakt dat bespreekbaar.

Maar zo’n begeleidingscommissie uit Brussel, met onder meer de veiligheidsadviseur van premier Verhofstadt, dat is toch niet prettig werken?

LAMINE: Ons probleem is dat we te veel op criminaliteitscijfers worden afgerekend. Een korps heeft engagementen en prioriteiten. Als intrafamiliaal geweld geen prioriteit is, zullen er ineens veel minder opzettelijke slagen en verwondingen zijn. Als het Frans drugstoerisme geen prioriteit is, zal de drugscriminaliteit in Antwerpen nogal naar beneden gaan. Gelukkig hebben we met de burgemeester beslist om van intrafamiliaal geweld wél een prioriteit te maken. Dat is een gesel des tijds.

U bent daar kennelijk zeer mee begaan. Op een literaire avond in Brasschaat las u onlangs een fragment voor uit ‘De Vaginamonologen’.

LAMINE: Ik wou daarmee de boodschap brengen dat we veel te weinig respect hebben voor de vrouw in de samenleving. Daar wordt veel over gepraat, maar ik zie weinig vrouwen op mijn niveau in het bestuur of elders. Woman is the nigger of the world. John Lennon. Toen ik in de jaren negentig in New York was, bestond veertig procent van de gevangenisbevolking daar uit mannen die zich aan intrafamiliaal geweld schuldig hadden gemaakt. Twintig procent zat er voor incest. Heb daar aandacht voor. Dat heeft te maken met veiligheid, maar ook met opvoeding. Als een kind opgroeit in een milieu waarin het dagelijks met agressie te maken krijgt, zal het zich op den duur ook gewelddadig gedragen.

U werd al snel na uw aantreden van politieke ambitie verdacht. Sommigen zien in u nog altijd de gedroomde tegenkandidaat voor Filip Dewinter in 2006.

LAMINE: Ik ben hier korpschef, en ik ben het met hart en ziel. Waarom zou ik iets anders ambiëren? Er zullen altijd en overal mensen zijn die zagen en klagen. Perception is reality, daar heb ik leren mee leven. Maar ik heb wel moeite met de manier waarop sommigen – ja, journalisten – hun maatschappelijke verantwoordelijkheid invullen vanuit hun buik. Wist u bijvoorbeeld dat het aantal gauwdiefstallen op de Meir met bijna veertig procent is gedaald? Hebt u daar iets over gelezen in de krant?

Piet Piryns

‘We werken aan de leefbaarheid in deze stad. En dat wordt nu op de helling gezet door een paar politieke opportunisten.’

‘Ik werk zeker honderd uur per week, ik slaap nauwelijks, en dan bega je op den duur malheuren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content