Voordat u voor de vacante functie solliciteert, moet u wel weten dat de Belgische staat een hervormer zoekt die voor de politiek lééft. Dat zijn de criteria waaraan een Belgisch premier volgens Guy Verhofstadt moet voldoen.

Zijn voorganger beantwoordde delicate vragen steevast met ‘geen commentaar’, premier Guy Verhofstadt (VLD) houdt het steeds vaker bij ‘de kiezer beslist’. Nu de verkiezingen eraan komen, houdt Verhofstadt zich wijselijk ver van speculaties over de kleur van de volgende coalitie. Daarvoor wil hij die veel te graag weer zelf gaan leiden.

Het was dan ook niet alleen de heibel rond de nachtvluchten die hem bijna een maand lang het campagnegewoel deed weren. Verhofstadt kent genoeg coureurs om te weten dat een ware kopman pas op een kilometer voor de streep uit het wiel komt. Dus daalde hij pas twee weken voor de verkiezingen de trappen van de Wetstraat 16 af om stemmen te ronselen. Maar een man van zijn kaliber doet dat niet op markten of aan uw voordeur. Nee, een echte premier gaat fietsen met een handvol camera’s in zijn kielzog en verkondigt zijn blijde boodschap in kopstukkendebatten op televisie.

Net zoals zijn campagne is ook Verhofstadts regeerperiode niet onopgemerkt voorbijgegaan. De omstreden opendebatcultuur zorgde voor ambiance, paars-groen wist een handvol lang aanslepende dossiers op te lossen en de premier zelf gaf het premierschap een heel ander elan. Verhofstadt liet zich niet filmen tussen de spruitjes en radijsjes in zijn moestuin, maar poseerde wel breed glimlachend tussen wereldleiders. Officieel mag het werk van de Belgische eerste minister dan niet veranderd zijn, in de praktijk is zijn job al lang niet meer dezelfde als die van Leo Tindemans (CD&V).

Guy Verhofstadt: ‘Een eerste minister leidt zijn regeringsploeg, onderhoudt de contacten met de monarchie, is de woordvoerder van de meerderheid in het parlement en vertegenwoordigt samen met de minister van Buitenlandse Zaken België in het buitenland. Maar verder is die functie niet erg gedetailleerd omschreven. Ik kan het weten, want de voorbije weken hebben we in dat verband behoorlijk wat opzoekwerk verricht. Ik moest immers optreden tegen minister van Mobiliteit Isabelle Durant (Ecolo) omdat zij in het dossier van de nachtvluchten boven Brussel van de regeringskoers afweek, terwijl ze zich sinds de ontbinding van het parlement alleen met lopende zaken mocht bezighouden. Dat leverde een institutioneel probleem op, en ik wilde weten over welke instrumenten ik als premier beschikte om dat op te lossen.’

Welke kwaliteiten moet een premier bezitten om een regeerperiode tot een goed einde te brengen?

VERHOFSTADT: In de eerste plaats moet hij in staat zijn om een ploeg te leiden, maar er komt ook een flinke dosis alchemie bij kijken. Iedereen stopt de laatste weken zijn tijd in het voorspellen wie op 18 mei de grootste partij of politieke familie wordt. Maar om premier te worden, volstaat het niet dat je tot de sterkste formatie behoort. Je moet ook een meerderheid in het parlement achter je kunnen verzamelen, anders gaat het niet door. Dát is alchemie.

Ik vind het ook belangrijk dat een regeringsleider iedereen aan bod laat komen. Tot voor kort gunden de verschillende partners in een regering elkaar het licht in de ogen niet. Dat is mijn stijl niet. Ik zie het als de taak van de premier om het beste uit alle partijen te halen en daar een coherent beleid uit te distilleren.

Omdat een premier in België altijd aan het hoofd van een coalitieregering staat, moet hij veel energie investeren om iedereen op dezelfde lijn te krijgen. Toen ik twee weken geleden de zaak-Durant op gang trok, wenste ik ook te weten of de andere partners mijn standpunt deelden.

U hebt dus minder macht dan veel mensen denken.

VERHOFSTADT: De functie van eerste minister is in België niet dezelfde als bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk, om een vergaand voorbeeld te noemen. De Britse meerderheid bestaat dan ook uit één partij, terwijl we hier altijd met coalitieregeringen werken. Dat vergt ook enorme inspanningen. De afgelopen vier jaar hebben we in de ministerraad 4678 dossiers behandeld en dus heb ik 4678 keer de zes regeringspartijen op dezelfde lijn moeten krijgen.

Probeert u in belangrijke dossiers eerst het terrein via informele contacten af te bakenen voor u aan de eigenlijke onderhandelingen begint?

VERHOFSTADT: Eigenlijk niet. Ik ben niet iemand die van tevoren alle mogelijke gevoeligheden wil aftasten om er zeker van te zijn dat er geen hinderpalen meer zijn op het moment dat ik de vergaderzaal binnenloop. Het resultaat dat je dan bereikt, is meestal zo verwaterd dat het geen antwoord meer biedt op het probleem. Ik treed liever met open vizier in debat met de coalitiepartners om de tafel. Op die manier word ik gedwongen door te gaan tot er een oplossing uit de bus komt. Ik leg mezelf zo goed als altijd een deadline op. Ik weet dat sommigen daar kritiek op hebben – ik heb de opmerkingen van die zogenaamde ‘oude rotten’ ook wel gelezen – en dat mijn voorganger net omgekeerd te werk ging, maar voor mij is het de beste werkwijze.

De helft van onze realisaties zijn dossiers die tien tot twintig jaar geblokkeerd zijn geweest. Dat gaat van de gemeente- en de provinciewet tot de werknemersparticipatie en de pensioenfondsen. Mijn aanpak is keihard, ook voor de coalitiepartners, maar het is de enige manier om zaken te verwezenlijken die anders niet realiseerbaar zijn. Dat je daardoor sneller fouten maakt, neem ik op de koop toe.

Zou u met wat u nu weet hetzelfde soort regeerakkoord opmaken als vier jaar geleden?

VERHOFSTADT: Het belang van een goed regeerakkoord wordt soms onderschat. Het feit dat een bepaald punt er niet of net wel in staat, kunnen de coalitiepartners tijdens de regeerperiode tegen elkaar gebruiken. Zelf blijf ik een voorstander van de manier waarop we in 1999 hebben gewerkt: in enkele tientallen pagina’s werd een kader uitgetekend dat door de regering geconcretiseerd moest worden. Ik geloof niet in regeerakkoorden die het regeringswerk tot op de komma vastleggen, zoals in Nederland. Dat reduceert de regering tot een soort machine die alleen maar mag uitvoeren wat al is beslist. Bovendien duurt het dan maanden voor er een regeerakkoord op tafel ligt en de regeringsvorming kan starten.

Een regering vormen, alle partijen de hele tijd op dezelfde lijn krijgen, iedereen aan bod laten komen: het premierschap is geen job die elke politicus aankan.

VERHOFSTADT: Moet ik daar echt objectief op antwoorden? Door het simpele feit dat ik de premier ben, heb ik een gekleurde kijk op die baan. Ik kan me heel wat beroepen indenken die ik absoluut niet zou kunnen uitoefenen, dus zullen er ook wel veel mensen zijn die niet in mijn job zouden passen. Een premier moet een hervormer zijn, echt van de politiek houden en bereid zijn om er zijn hele leven aan te wijden. Het premierschap is een ongelooflijke kans, maar er staan best veel ongemakken tegenover: ik werk veel en hard en moet soms honderd keer op dezelfde spijker slaan om een doorbraak te forceren.

Als premier ben ik eigenlijk verantwoordelijk voor alles wat in dit land gebeurt. Ook al gaat het om dingen – zoals de vogelpest – waar ik geen rechtstreekse impact op heb, dan nog voel ik me verantwoordelijk. En dat stopt niet aan onze grenzen: ik hou me ook bezig met hoe België in het buitenland wordt gepercipieerd.

Is het imago van België in het buitenland echt verbeterd?

VERHOFSTADT: Zeker. Tot een paar jaar geleden stonden wij bekend als het land van Marc Dutroux en de dioxinecrisis, dat bovendien de slechtste leerling van de klas was op het vlak van openbare financiën. Natuurlijk was dat een karikatuur, maar zo werden we wel bekeken. Gelukkig hebben we dat beeld de voorbije jaren behoorlijk kunnen bijsturen. Nu doet men helemaal niet meer zo meewarig over België. Integendeel, we worden zelfs gewaardeerd: ‘ Tiens, die mannen doen het daar in België nog niet zo slecht en ze lijken zich zelfs relatief goed door de crisis te slaan.’ Als je buitenlandse kranten leest, valt meteen op hoezeer de toon veranderd is. (grijnst) Behalve misschien als u tijdens de Irak-crisis per se conservatieve Amerikaanse kranten wou lezen.

De laatste jaren neemt België op internationaal vlak onomwonden standpunten in. Dat is nieuw, hè. Toen ik in een vorige regering naar de Raad van Europa ging, drukte de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken me op het hart dat ik me zo stil mogelijk moest houden. ‘Vooral zwijgen en je aansluiten bij de consensus’, was zijn advies. Tja, hij was bang dat ons land de Europese instellingen zou verliezen als we een stapje verkeerd zetten.

De functie van de Belgische eerste minister is in de loop der jaren veranderd. Is zijn macht toegenomen, of heeft zijn ambt alleen meer uitstraling gekregen?

VERHOFSTADT: Vroeger hield een premier zich haast uitsluitend met binnenlandse aangelegenheden bezig, maar ondertussen zijn daar ook een pak andere taken bij gekomen. De Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders krijgt immers meer en meer bevoegdheden, en voor een premier betekent dat een enorme toename van zijn internationale contacten.

Op binnenlands vlak zie je de afgelopen decennia ook de tendens dat de premier meer leiding moet geven. Maar natuurlijk hangt veel af van de persoonlijkheid van de eerste minister in kwestie. De één speelt liever de coach van de regeringsploeg, de ander wil niet alleen coachen maar ook spelen, en nog een ander wil daarbovenop ook winnen en mooi voetbal spelen. Voor mij is het premierschap een unieke kans om alles te verwezenlijken waar ik altijd in heb geloofd.

Is ook de werkdruk van de premier toegenomen?

VERHOFSTADT: Dat denk ik wel, ja. Toen ik in de Wetstraat 16 aankwam, zei Jean-Luc Dehaene: ‘Je zult merken dat er weken zijn dat je héél veel werk hebt, maar er zullen ook weken zijn dat je rustig achter je bureau zult kunnen zitten om andere dingen te doen.’ Wel, ik zit nog altijd op zo’n rustige week te wachten. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat ik er een ambitieus project van heb gemaakt. De lat lag hoog, het aantal dossiers was enorm – een veelvoud van de stapels van de vorige regeringen.

Als al uw tijd aan werken opgaat, hoe kunt u dan voeling houden met wat leeft bij de mensen?

VERHOFSTADT: Naast mijn werk ben ik een heel gewoon man. Als ik in het weekend boeken ga kopen in de stad, praat ik met de mensen die ik ontmoet. Ik heb echt niet de indruk dat die mensen heel omzichtig met me omgaan. Geloof me, ik doe in mijn vrije tijd heel gewone dingen: fietsen met een vriend, met mijn gezin met de auto op vakantie. In de meeste andere landen is het ondenkbaar dat de premier even gaat fietsen zonder dat de hele omgeving eerst verkeersvrij is gemaakt. Veel van mijn buitenlandse collega’s worden van de buitenwereld afgeschermd en leven in een soort cocon. Soms gaat dat heel ver en worden ze bij elke stap gevolgd door een legertje veiligheidsagenten.

Bij ons is dat gelukkig helemaal niet het geval. België is op dat vlak een paradijs voor een eerste minister. De plichtplegingen blijven beperkt en ik kan een vrij normaal leven leiden. Dat komt natuurlijk omdat mijn voorgangers en ikzelf daar allemaal niet te veel spel van hebben gemaakt.

We begrijpen dat u het premierschap nog niet beu bent. Waardeert u de oproep van minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (MR) aan de Vlamingen om op de VLD te stemmen, omdat ze anders wel eens Elio Di Rupo (PS) als premier zouden kunnen krijgen?

VERHOFSTADT: Was dat een oproep? Ik dacht dat Michel alleen maar een vaststelling had gedaan. Ach, ik relativeer al dat gezaag over wie straks premier mag worden. Ik heb er alle vertrouwen in dat de kiezers zullen bepalen wie de grootste partij en de grootste formatie wordt, en voorkeurstemmen zullen ze ook wel geven. Ik ben veel meer geïnteresseerd in het project van de volgende regering. Dáár gaat het om. Maar ik ben ook niet gek: als Michel zegt dat ik het goed doe als premier en best verder zou werken, ga ik hem niet tegenspreken.

Met andere woorden: na 18 mei kan er evengoed een Franstalige premier aan- treden?

VERHOFSTADT: U kent mijn antwoord al: de kiezer beslist.

Ann Peuteman – Han Renard

‘Ik ga Louis Michel toch niet tegenspreken als hij zegt dat ik een goed premier ben?’

‘Het premierschap is een ongelooflijke kans, maar er staan veel ongemakken tegenover.’

‘Tiens, die mannen doen dat daar in België nog niet zo slecht.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content