Zondag bracht Michael Phelps met zijn achtste gouden medaille zijn onwaarschijnlijk avontuur tot een goed eind. Tussendoor werd hij ook nog de meest met goud behangen olympiër ooit.

Het is zestien na tien dinsdagmorgen en Michael Phelps (23) staat op het startblok voor de finale van de 200 meter vrije slag. De avond tevoren leek zijn opzet om acht gouden medailles in het zwemmen te halen gedoemd te mislukken. Kort voor het einde van de viermaal 100 meter vrije slag moest de laatste Amerikaanse zwemmer, Jason Lezak, een memorabele eindsprint inzetten om nog over de Franse kampioen Alain Bernard te gaan en Phelps aan zijn tweede goud te helpen.

Tijd om daarbij stil te staan, heeft Phelps nu niet. Prompt duikt hij het water in voor de finale van de 200 vrij. Geen twee minuten later heeft hij zijn derde gouden plak, mét een nieuw wereldrecord, zijn derde al in vier dagen. Ook tijd om na te genieten op het podium is er niet. Nog geen uur na zijn eerste wedstrijd moet Phelps weer het water in voor de halve finales van de 200 meter vlinderslag. Moeiteloos wint hij zijn reeks.

‘Ik heb het rustig aan gedaan’, zegt hij vijf minuten later in de mixed zone. ‘Het was niet de bedoeling voluit te gaan. Ik moet nu wat rusten, morgenvroeg wachten me weer twee zware wedstrijden. Om zo vaak zo goed te zijn, moet ik de hele tijd geconcentreerd blijven. Ik moet ook mijn energie bewaren en verdelen over acht dagen. Dat is het moeilijkste.’

Woensdagmorgen om eenentwintig na tien duikt Phelps weer het water in voor de finale van de 200 meter vlinderslag. Quasi routineus wint het Amerikaanse wonderkind opnieuw goud, en vestigt zijn vierde wereldrecord van deze Spelen. Om vijf na elf moet Phelps het podium op om zijn vierde gouden medaille in ontvangst te nemen. Weer die glimlach, de rechterhand op het hart en de stars-and-stripes.

Om precies tien na elf stapt hij van het podium. Over negen minuten moet hij weer aan de slag. Dan zwemmen de VS de finale van de 4×200 meter vrije slag, met Phelps als eerste zwemmer. Het is een onmenselijk ritme dat hij zichzelf heeft opgelegd, maar hij blijft op schema. Wanneer de tweede Amerikaanse zwemmer hem aflost, liggen de VS al een paar lengtes voor. Zodra de laatste Amerikaan, Peter Vanderkaay , als eerste aantikt en wéér een wereldrecord neerzet, balt een uitgelaten Phelps de vuist en schreeuwt zijn vreugde uit.

Wanneer hij om één uur de perszaal binnenslentert als meest met goud behangen olympiër ooit, krijgt Michael Phelps applaus, uitzonderlijk bij een persconferentie. ‘Toen ik opgroeide, droomde ik ervan om ooit één keer naar de Spelen te gaan. Nu ben ik al aan mijn derde Spelen toe en de meest gelauwerde olympiër. Ik ben sprakeloos. Het enige wat ik dacht, toen ik daar op het podium stond, was: wow. Ik voel dit als een grote eer.’

Op de vraag hoe het aanvoelt om de zoveelste gouden medaille te winnen, of dat iets is als een verjaardag of Kerstmis vieren, antwoordt Phelps gevat: ‘Jarig zijn en Kerstmis vieren, doe je elk jaar, een gouden medaille win je maar één keer in vier jaar. Ze loopt ook niet weg, ze blijft de rest van je leven van jou.’

We nemen nu een sprong. Zondagochtend om kwart over elf haalt Phelps opgelucht adem wanneer in de 4 x 100 meter wisselslag de laatste Amerikaanse zwemmer, Jason Lezak, als eerste aantikt. Van de zeventien wedstrijden die Phelps in acht dagen in Peking zwom, won hij er slechts één niet: in de halve finale van de 200 meter rugslag werd hij maar tweede. Een dag later had hij in de finale van de 100 meter vlinderslag de fotofinish nodig om zijn zevende van acht gouden plakken te halen. Naast acht gouden medailles brak hij, samen met zijn team, ook zeven wereldrecords.

TELETIJDMACHINE

Toen Amerikaans zwemcoach Eddie Reese vorige week dinsdagavond in het atletendorp de cafetaria binnenstapte, hield de Britse zwemmer Simon Burnett hem tegen. ‘Burnett zei me: “Michael Phelps komt niet van een andere planeet, maar uit de toekomst. Zijn vader in die toekomst maakte een teletijdmachine en stopte hem erin. Over zestig jaar zal hij een doodgewone zwemmer zijn, maar vandaag is hij een fenomeen. “ Dat is de beste omschrijving van Michael die ik al hoorde. Zijn tijden zijn nu scherp, maar op een dag zal iemand ze nog verbeteren.’

Op de vraag wat Phelps drijft, heeft Reese geen antwoord: ‘Als hij de lat lager had gelegd en hier vier gouden medailles had gewonnen, zou iedereen dat ook al fantastisch gevonden hebben. Hij moest dit niet doen. Ik denk niet dat wat hem drijft, dat record is. Hij is gewoon iemand die als hij kan winnen, wil winnen.’

Toen Vicki Michaelis van de krant USA Today Phelps voor het eerst interviewde, was hij zestien en samen met Natalie Coughlin het grote aankomende Amerikaanse zwemtalent. Telkens zwemmen in het nieuws kwam, haalde Coughlin, niet onknap, de voorpagina van het sportkatern en stond het verhaal-Phelps ergens binnenin.

Nu zijn de verhoudingen omgekeerd. Op de persconferentie van Coughlin, die in Peking met zes medailles de meest gelauwerde atleet na Phelps is, zit de perszaal maar voor een kwart vol. Wanneer Phelps binnenstapt, blijft geen stoel onbezet.

Phelps’ standaardantwoord op de vraag naar een verklaring voor zijn fenomenale prestaties, ‘gewoon keihard werken’, volstaat niet, zegt Vicki Michaelis: ‘Phelps kreeg van Moeder Natuur niet alleen de lichaamsbouw van de ideale zwemmer mee, zijn lactaattests na elke wedstrijd wijzen ook uit hoe onvoorstelbaar snel hij recupereert. Vijf minuten na de wedstrijd werken zijn longen weer normaal, is hij zo fit als jij en ik die hier gewoon aan tafel zitten te praten. Andere zwemmers zitten dan nog na te hijgen. Dat geeft hem een ongelooflijk voordeel als hij twee wedstrijden kort na elkaar moet presteren. Hij heeft ook de mazzel dat hij in een onwaarschijnlijk sterke lichting Amerikaanse mannenzwemmers zit: zonder dat team had hij hier zijn doel nooit bereikt.’

EEN MILJOEN DOLLAR

Toen Phelps aankondigde dat hij het record van Mark Spitz, zeven keer goud tijdens dezelfde Spelen, zou verbeteren, was zijn eerste drive niet om dat record te breken, wel om te zien hoeveel medailles hij zelf kon winnen. Tot voor kort wist Phelps niet eens wie Spitz was. Pas toen hij zijn plan ontvouwde en media hem confronteerden met het record van Spitz, keek hij naar zijn coach en vroeg: ‘Wie is Mark Spitz?’ Michael Phelps was niet bezig met de geschiedenis van het zwemmen, maar met het verkennen van zijn eigen limieten.

Het idee om Spitz’ record te verbeteren, werd hem aangereikt door Speedo, dat Phelps een miljoen dollar beloofde als hij acht keer goud won. Toch is geld niet zijn voornaamste drijfveer. Vóór hij het contract tekende, had Phelps al meer dan één miljoen dollar verdiend met zwemmen. Hij wil gewoon altijd winnen, hij haat verliezen. Zijn derde plaats in de 200 meter vrije slag op de Spelen in Athene maakte hem zo woest, dat hij de volgende jaren zijn rivalen in dat nummer naar huis zwom. Op de Spelen van Sydney werd hij vijfde op de 200 meter vlinderslag. Zeven maanden later brak hij het wereldrecord in die discipline. Michael Phelps is altijd op zoek naar de grootste uitdagingen.

Omdat hij bijna alles wint, vecht hij in het water niet tegen zijn rivalen, maar tegen zichzelf. Dat deed hij al toen hij elf was. Ook toen won hij alles. Zijn enige tegenstander is de chronometer.

In de acht jaar dat Vicki Michaelis Phelps kent, is hij niet veranderd: ‘Vroeger was hij een eenvoudige jongen die graag zwom, nu een eenvoudige man die graag zwemt. Zwemmen is zijn leven. Dat was al zo toen hij zestien was. Hij zwemt 80 kilometer per week. Verder heeft hij een hond en een vriendin, maar ik denk niet dat hij van andere dingen droomt dan wat hij nu doet.’

Niemand die eraan twijfelt dat Phelps doorgaat tot de Spelen van Londen in 2012. Daar nóg meer medailles halen dan in Peking, wordt wel zeer moeilijk. Vermoedelijk gaat hij op zoek naar nieuwe uitdagingen in de nummers waar hij nog vooruitgang kan maken, niet in de vrije slag en de vlinderslag die hij beheerst. De volgende uitdaging heet rugslag of schoolslag, een discipline waar hij een hekel aan heeft.

Zijn nieuwe sterrenstatus doet hem niet zweven. Op de vraag of iemand hem ooit zal kunnen verslaan, zegt hij eenvoudig: ‘Ik ben niet onklopbaar. Iedereen kan geklopt worden. Ook ik.’

DOOR GEERT FOUTRÉ IN CHINA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content