Waar reizen Belgen naartoe? Hoe komt het dat vakantiegangers met tegenovergestelde wensen toch naar dezelfde bestemming trekken? De psychologie van de reiziger, bekeken door de bril van de reisagent.

In Kevertjes, Bolhoeden, met brede Ford Taunussen en in crèmekleurige Citroëns traction avant tuften ze over de E5 naar zee. Met ouders en schoonouders, zonnehoeden, bompa’s en marraines, een paar huilebalken en een koffer vol emmertjes, schoppen en zeeschelpjes, en een opblaasbare eend, waren ze afgereisd. Voor drie weken lang. Tot de laatste cent hadden ze het spaarpotje van de Spaar- en Lijfrentekas leeggeschud. Want ze zouden wafels en pannenkoeken smullen. En zwemmen, en bakken tegen een duin in het warme zand.

Dat was dertig jaar terug. Vandaag staan ze gepakt en gezakt in de rij voor de incheckbalie. Ze vliegen naar Antalya, Italië of de Spaanse kust. Of naar Zanzibar of Senegal. De verbeten automobilist staat intussen aan te schuiven. Op de A10, richting Franse zon, wijnkelders en stokbroden.

Waarom het reispatroon dan zo grondig veranderd is? De mens is een reizende diersoort geworden. Hij is aan verre bestemmingen gewend geraakt: de prijzen van het luchtverkeer zijn fors gedaald, en het aanbod is uitgebreid. Een weekje snorkelen aan de Rode Zee? Sigaren roken in Havana? Of een driedaagse Latijnse torso’s bestuderen in de Sixtijnse kapel? Niemand die daar nog zal van opkijken. De paperassen en internationale paspoorten hoef je voor veel minder landen dan voorheen. Wat kan een mens nog tegenhouden, suggereren de reisagenten? De wereld ligt een boogscheut ver, voor wie het zich kan veroorloven dan toch.

De verwoede reiziger reist dezer dagen vaker, maar minder lang dan vroeger. Terwijl Belgische reizigers in de jaren ’80 gemiddeld vijftien nachten op een bestemming bleven, vertrekken ze nu voor tien tot elf nachten. Liever twee keer kort, dan die ene lange zomervakantie.

ALLES INBEGREPEN

De reismarkt is een markt die voortdurend beweegt. Vraag en aanbod kunnen snel veranderen. Hoe weet de tour- operator op welke manier hij het best welke klant strikt? Hoe stippelt hij zijn reizen uit? Grote touroperators, zoals Thomas Cook, doen een beroep op zogenaamde bestemmingsspecialisten: mensen met een neus voor zaken en voor avontuur. Ze laten hun buikgevoel en vooral hun zin voor baten spreken. Op onontgonnen terrein speuren ze de markt af. Het bestaande aanbod proberen ze voortdurend bij te stellen.

De resultaten worden aangevuld met cijfermateriaal en op hun commerciële meerwaarde geselecteerd. Macro-economische gegevens over het consumentengedrag, input over wat de concurrentie biedt, feedback van de agenten in het buitenland, dat alles bepaalt mee welke bestemmingen worden aangehouden. Nieuwe bestemmingen die in die zin plots goed in de markt bleken te liggen, zijn Zanzibar, en dichter bij huis Noord-Sardinië. Ook Split in Kroatië wordt na jaren van onderbreking opnieuw in het reispakket opgenomen.

Maar de wereldbol raakt stilaan ingekleurd. Het aantal politiek stabiele landen waar de grote touroperators nog geen voet aan de grond hebben, wordt schaars. Veerle Deunynck van Thomas Cook: ‘De Azoren hebben we onderzocht als een nieuwe bestemming. Maar de eilandengroep wekt weinig belangstelling op de Belgische markt. In Duitsland daarentegen scoren de Azoren wél goed.’ Om historische reden, taal, uitstraling werkt een bestemming in het ene land al beter dan in het andere. Wie naar Mauritius of naar Guadeloupe wil, informeert het best eens bij een Franse reisagent.

Maar de Belgische reiziger blijkt een plantrekker te zijn. Slechts 28 procent van de toeristen in ons land richt zich tot een touroperator. Die groep koopt bovendien niet alleen all-in reizen, waarbij alles vooraf geregeld en betaald is. Veel mensen richten zich alleen voor het schaalvoordeel tot een reisagent.

Toch groeit het aantal toeristen dat kiest voor een all-inclusive-vakantie gestaag. Zowel bij Thomas Cook België als bij TUI België opteert één op de drie klanten voor dat concept. Een formule die uit de Caraïben zou zijn overgewaaid. De klant betaalt een forfait en heeft geen verrassingen. Hij drinkt als hij dorst heeft, eet een hapje als hij daar zin in heeft. Zijn portefeuille hoeft hij niet boven te halen. En bovenal, hij kan naar het zwembad zonder portemonnee. Voor veel mensen is dat verleidelijk comfortabel.

Bij de Nederlanders slaat het concept naar verluidt niet aan. De Nederlandse markt is een self-catering markt. De Nederlanders koken zelf hun potje. Ze boeken een studio of een appartementje en nemen zelden halfpension, ontbijt of avondmaal. ‘De Belg staat veel meer bekend als een Bourgondiër. Dat maakt hem een graag geziene gast in buitenlandse hotels’, weet Hans Vanhaele- meesch van Jetair-TUI.

Om hem te lokken, zijn alle middelen goed. Belgische animatoren zijn gestationeerd in hotels met uitsluitend internationale teams. Zeker de kinderanimatie krijgt een Nederlands- of een Franstalig tintje. Maar ook de senioren worden er op hun wenken bediend. De animator die daar met stoel en al in het zwembad duikelt, spreekt Frans of Nederlands.

DOELGROEPEN

Sport en fun zijn niet de enige vormen van rust en relaxatie. Soms is er ook de zogenaamde zachte animatie. Een partijtje scrabble, een geleide wandeling, La Libre Belgique of Het Laatste Nieuws? Alles is erop gericht om de Belg uit zijn vertrouwde tuintje weg te halen.

De vergrijzing neemt toe, de seniorenmarkt groeit. Doelgroepenbenadering op basis van sociologische categorieën is nog een andere aanpak van de touroperator. ’55-plussers hebben veel tijd en vaak veel gespaard, en kunnen meer dan één keer per jaar op reis gaan’, aldus Deunynck van Thomas Cook. Voor hen ontwikkelen touroperators gerichte programma’s. Andere doelgroepen die met speciale voorwaarden over de streep worden gehaald, zijn gezinnen met kinderen, eenoudergezinnen en singles. En dan zijn er ook de culturele aanbiedingen. Die gaan vaak de deur uit in de vorm van combinatiereizen: strand gecombineerd met culturele rondreizen.

Touroperators worden soms ook gedicteerd door de internationale gebeurtenissen. Het SARS-virus, de aanslag op Bali, de oorlog in Irak kunnen het reizigersgedrag snel veranderen. ( zie ook kaderstuk) Op dit moment brengt dat een verschuiving teweeg naar vooral Afrika, en met name naar Zuid-Afrika.

Bij het begin van het boekingsseizoen scoorden Egypte en Turkije nog uitstekend. Vanhaelemeesch van TUI: ‘Turkije en Egypte lagen sinds vorig jaar heel goed in de markt. De Turkse Riviera had Mallorca zelfs onttroond als de belangrijkste vliegvakantie van de Belgen. Maar toen de oorlogsdreiging concreter werd, zijn de verhoudingen weer omgedraaid. Zodra de dreiging wegvalt, zal het toerisme in de regio opnieuw sterk aantrekken.’ Wanneer dat zal zijn, valt momenteel niet te voorspellen.

Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content