Dat hij waarschijnlijk nooit echt heeft bestaan, verhindert Homerus niet al meer dan 25 eeuwen de vergetelheid te trotseren. Zowel Ilias als Odyssee zijn dan ook oerverhalen, op het stramien van twee van onze oudste metaforen: het leven als strijd, en het leven als een reis.

De verhalen over de tien jaar durende belegering en uiteindelijke ondergang van de stad Troje, en over de eveneens tien jaar durende omzwervingen van een van de grootste Griekse helden uit die Trojaanse oorlog, koning Odysseus van Ithaka, zijn ruim 2700 jaar oud, maar de mensheid is ze nog altijd niet beu. In De Ilias en de Odyssee van Homerus, de ‘biografie’ die hij over deze twee op zijn minst in de westerse wereld wereldberoemde heldendichten schreef, geeft de Argentijnse essayist en bibliomaan Alberto Manguel daar meteen in de inleiding een voorbeeld van, dat te treffend is om het niet aan te halen:

‘In 1990 stelde het Colombiaanse ministerie van Cultuur rondreizende bi-bliotheken in’, voor de bewoners van afgelegen landelijke gebieden. ‘Ezels sjouwden hiervoor grote tassen met boeken naar het oerwoud en de bergen’: voornamelijk ’technische werken, landbouwkundige handboeken (…) en dergelijke, maar er zaten ook een paar literaire werken bij’. De boeken werden altijd weer keurig ingeleverd – maar één keer weigerden de dorpelingen een boek terug te geven. Dat was de Ilias. Ze kregen die toen cadeau, maar moesten wel vertellen waarom ze nu juist dat wilden houden. ‘Ze verklaarden dat het verhaal van Homerus hun eigen verhaal was: het ging over een door oorlog verscheurd land waarin waanzinnige goden zich onder mannen en vrouwen begeven die nooit precies weten wat de reden voor het vechten is, of wanneer ze gelukkig zullen zijn en waarom ze gedood zullen worden.’

Ziedaar een uitverkoren lot waarvan we veilig mogen aannemen – zoals ook in steeds eendere eeuwigheid water druppel na druppel neervalt in de zonloze deemster van een grot, en geen mens is er, die het ziet – dat het nooit het werk van, pakweg, Saskia Hulstermans beschoren zal zijn.

Homerus, van wie het niet zeker is of hij eigenlijk wel echt heeft bestaan (de wetenschap neigt op dit punt al lang tot de veronderstelling dat de beroemde epen het werk zijn van meer dan één generatie Oudgriekse dichters), was overigens al in de zesde eeuw voor Christus zo onsterfelijk, dat volgens een Atheense verordening zowel Ilias als Odyssee integraal voorgedragen dienden te worden tijdens de Panatheneeën, de vierjaarlijkse stadsfeesten in juli ter ere van de godin Athena.

In zijn onderhoudende en erudiete boek over de geschiedenis van de Homerische verhalen (en hun nawerking) tot in onze dagen, neemt Manguel de lezer mee op een tocht die van het oude Griekenland over Rome (Vergilius’ Aeneïs) en Arabië (enige avonturen van Odysseus hebben hun weg gevonden in de verhalen over Sindbad de Zeeman) ten slotte de hele wereld rond voert, of op zijn minst toch tot in Buenos Aires, waar zijn landgenoot Jorge Luis Borges zich meer dan eens, zowel essayistisch als in zijn ficties, met Homerus heeft verstaan. (Dat Manguel daarbij bijvoorbeeld Dossier H. (van Homerus, inderdaad) van de Albanese Nobelprijskandidaat Ismail Kadare over het hoofd heeft gezien, is misschien jammer, maar volledigheid is niet van deze wereld).

‘Bezing, godin, de wrok van Peleus’ zoon Achilles’ is het beroemde openingsvers van de Ilias – vreemd eigenlijk dat een verhaal dat zo uitgesproken negatief getoonzet begint, de halve wereld heeft veroverd. Of misschien toch ook weer niet. Beide heldendichten zijn natuurlijk oerverhalen: het leven als strijd, of het leven als een reis, dat appelleert aan iets heel wezenlijks in het menselijk gemoed. En er is de prachtige taal, die niet voor niets spreekwoordelijk is geworden (‘Homerische vergelijking’) en zelfs in gebrekkige vertalingen nooit helemaal kapot is te krijgen. Maar vooral, daar heeft Manguel helemaal gelijk in: ‘Als je Homerus leest op een afstand van tweeënhalf millen-nium, maken bepaalde details in de gedichten ze op magische wijze concreet en worden ze teruggebracht tot iets waarmee we heel vertrouwd zijn, wordt het iets van onszelf.’ De tragiek van de dood, die ook vijanden elkaar als gelijken doet herkennen in de Ilias, de eindeloos lijkende reis die ten slotte bekroond wordt door de definitieve, onverbreekbare hereniging van twee geliefden in de Odyssee: over nog eens 25 eeuwen zullen ze lezers nog precies zo aanspreken.

ALBERTO MANGUEL, DE ILIAS EN DE ODYSSEE VAN HOMERUS. EEN BIOGRAFIE, UIT HET ENGELS VERTAALD DOOR PATTY ADELAAR, METS & SCHILT, AMSTERDAM/ROULARTA BOOKS, ROESELARE, 250 BLZ., 18,00 EURO.

DOOR HERMAN JACOBS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content