Bevoorraden Safranski en co extreemrechts met argumenten? Inleiding tot een Duitse controverse.

‘De politiek heeft beslist Duitsland te laten vollopen’, aldus Rüdiger Safranski onlangs in de Duitse krant Die Welt. Safranski bekritiseerde daarmee de beslissing van Angela Merkel om in september vorig jaar de Duitse grenzen te openen voor vooral Syrische vluchtelingen die in Boedapest waren gestrand.

Met dat standpunt stond Safranski niet alleen in het Duitse intellectuele landschap. Zijn collega-filosoof Peter Sloterdijk trok in het conservatieve maandblad Cicero ook van leer tegen Merkels vluchtelingenbeleid, terwijl schrijver Botho Strauss in Der Spiegel het essay Der letzte Deutsche publiceerde waarin hij de ondermijning van de Duitse aard beklaagde.

Safranski deed er in het aartsconservatieve, populistische Zwitserse weekblad Die Weltwoche nog een schep bovenop: ‘Merkel heeft gewoon geen democratisch mandaat om het land zo te veranderen zoals nu gebeurt, op het gevaar af dat er miljoenen islamitische immigranten hierheen komen. Vergeet niet dat Merkel bij het afleggen van haar ambtseed gezworen heeft om schade van het Duitse volk af te wenden.’

In hetzelfde interview zei Safranski dat Duitsland afstevende op zelfvernietiging door de invasie van islamitische jongemannen die in hun geboorteland tegen elkaar gevochten hadden en hun strijd in Duitsland zouden voorzetten: ‘Met zulke enorme cijfers zullen we een parallelle moslimsamenleving krijgen met alle fatale gevolgen.’

Bangmakerij

Weerwerk kregen Safranski en zijn intellectuele bondgenoten in het liberale weekblad Die Zeit, waar onder meer de gerenommeerde historicus Herfried Münkler hun opinies op de korrel nam. Münkler verweet hen geen oog te hebben voor de complexiteit van de materie: ‘Hun meest recente verklaringen tonen dat deze anticiperende denkers veel over de twintigste eeuw gepraat hebben, maar dat hun neiging om in metaforen te denken hen verhindert om analytisch door te dringen tot datgene waarover ze praten.’

Het scherpst was journalist Hans Hütt in Die Zeit. Onder de titel ‘Die Heimatvertriebenen’ verweet hij Safranski & co de nieuwe intellectuele avant-garde van extreemrechts te vormen: ‘Safranski (…) pleit in één ademtocht voor realisme in de politiek en fantaseert over miljoenen islamitische immigranten. Met zulke fantasieën illustreert hij in de hitte van de strijd onbewuste mechanismen van bangmakerij.’

Hütt beschuldigde Safranski en Sloterdijk ervan extreemrechts duurzaam salonfähig te maken: ‘De in de tijd beperkte successen van de NPD (neonazi’s, nvdr) in de late jaren zestig – en later na de Wende – waren nooit duurzaam. Dat hadden ze te danken aan een ploeg die noch politiek, noch intellectueel een toerekeningsvatbare indruk maakte. Maar nu is er een nieuwe situatie. Er vormt zich een intellectueel Freikorps. Op open podium zwaaien ze met hun zware retorische sabels. Hun doel is manifest. Ze verklaren de politiek voor illegitiem en bevoorraden de nieuwe rechtse radicalen met munitie, hoewel ze het voetvolk van die partij vermoedelijk evenzeer verachten als de nationale conservatieven van de Weimarrepubliek de nazi’s verachtten. Het is treurig om te zien hoe gewaardeerde auteurs de intellectuele maatstaven die ze in hun levenswerk aanlegden nu misprijzen. Hun verwijt van verraad valt op henzelf terug. Ze verraden zichzelf.’

‘We krijgen een parallelle moslimsamenleving, met alle fatale gevolgen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content