De plastische chirurgie die wij op televisie voorgeschoteld krijgen, is niet de realiteit van de praktijk. Mensen willen gewoon gewoon zijn. Een gesprek met plastisch chirurg Patrick Tonnard, niet bekend van radio of tv.

Elke Vlaamse commerciële televisiezender had dit jaar plastische chirurgie in zijn programmatie. Kanaal 2 zond de hilarische Amerikaanse reeks Nip/Tuck uit, waarin een plastisch chirurg ’s nachts de bars afschuimt om vrouwen op te pikken die hij vervolgens in bed op hun gebreken wijst, waarna hij ze de volgende ochtend als klant kan inschrijven.

VT4 meende te moeten scoren met Beautiful, waarin misbedeelde Vlamingen een volledige metamorfose konden ondergaan. En VTM voerde de slager van Genk op in zijn Wellnesskliniek: Jeff Hoeyberghs, een man die zich zo boertig gedraagt dat men zich afvraagt wie er in godsnaam nog bij hem onder het mes wil.

Hoeyberghs heeft geen goede naam in zijn sector. Hij is uit de Belgische Vereniging van Plastische Chirurgen gezet omdat hij op zijn website foto’s uit boeken als eigen resultaten presenteerde. ‘Deze man is een aanslag op de waardigheid van ons beroep als arts in het algemeen, en als plastisch chirurg in het bijzonder, én hij is een aanslag op de waardigheid van de patiënt’, zucht Patrick Tonnard van het Coupure Centrum voor Plastische Chirurgie in Gent.

Tonnard ergert zich al een tijd aan de beeldvorming rond zijn beroep, die maakt dat mensen denken dat eender wat mogelijk is, dat een lichaam volledig herbouwd kan worden, dat chirurgie mensen mooi kan maken, een ander leven kan bieden. Terwijl de meeste mensen in zijn ervaring niet méér willen dan een eenvoudige correctie van iets wat buiten de norm valt: een dikke neus, flaporen, te kleine borsten.

‘Ons beroep wordt steevast als iets magisch voorgesteld, terwijl wij gewoon moderne chirurgische technieken aanbieden aan mensen die zélf naar een behandeling komen informeren’, zegt Tonnard. ‘Dat is een groot verschil met de klassieke geneeskunde waarin een arts de diagnose stelt. Als je maagkanker hebt, moet je geopereerd worden, maar als je komt informeren naar een facelift moet er niks.’

Werkt u met klanten of patiënten?

PATRICK TONNARD: Enkel patiënten. Wij denken niet in puur commerciële termen, wij willen niet per se opereren. Wij zoeken naar de beste oplossing voor de patiënt, en soms is dat niet opereren. Voor gemiddeld twee op de tien van onze patiënten is chirurgie niet de aangewezen oplossing. Meestal zijn dat ook de moeilijkste patiënten, want ze proberen te overtuigen om toch in te grijpen. Van sommige patiënten zijn de verwachtingen zo hoog dat we er bijna per definitie niet aan kunnen voldoen, omdat het toch nooit goed zal zijn.

Mensen komen toch zelden met écht medische klachten naar een plastisch chirurg?

TONNARD: Wat zijn medische klachten? Wij krijgen hier dikwijls mensen binnen met een lelijke neus, en die zeggen dan: mijn omgeving vindt niet dat ik het moet laten doen, mijn partner ziet mij ook zó graag, maar toch wil ik een ingreep. Ik denk dat wij moeilijk kunnen inschatten wat die mensen doormaken, die willen nooit in profiel op een foto staan, die voelen continu dat anderen naar hen kijken. Iemand met een grote neus vraagt geen operatie om op te vallen, die vraagt gewoon een klein beetje meer te zijn zoals iedereen. Achteraf krijgen we van dankbare patiënten dikwijls te horen dat ze het jammer vinden dat ze er zo lang mee gewacht hebben.

Hebben mensen die denken dat anderen altijd naar hun neus kijken, niet eerder een therapeut nodig?

TONNARD: Integendeel, het omgekeerde gebeurt: therapeuten sturen patiënten naar ons door met de vraag hun fysieke probleem op te lossen zodat ze er ook mentaal beter van worden. Mensen zijn vrij te kiezen wat ze willen. Als zij ervan overtuigd zijn dat een ingreep een goede zaak is, dan is dat zo. Wij zijn geen artsen die iedereen willen verfraaien, wij hebben geen winkel waarin mensen tussen allerhande producten kunnen kiezen. We vertrekken altijd van een persoonsgericht probleem. Ik zie vaak zelfs niet waarvoor patiënten binnenkomen. Dan denk ik: het zal voor de neus zijn, maar dan gaat het gewoon om het wegsnijden van een vetbolletje.

U doet zelf nooit suggesties?

TONNARD: Nooit. Er zijn artsen die dat doen, maar uit respect voor de patiënt kan dat niet. De vraag moet van hem of haar komen.

Hoeveel procent van uw activiteit is noodzakelijk om medische redenen?

TONNARD: Nogmaals, wat zijn medische redenen? De definitie van gezondheid is niet langer uitsluitend de afwezigheid van ziekte of gebrek, ze omhelst een totaalpakket met ook een psychologisch en sociaal goed functioneren. Meestal kun je niet over echt medische indicaties spreken, tenzij in een aantal gevallen van bijvoorbeeld borstverkleining wegens schouderklachten. Maar iemand met afstaande oren – de flaporen uit de volksmond – kan daar ongelofelijk van afzien. Als afstaande oren de norm zouden zijn, zouden wij ze waarschijnlijk zelfs mooi vinden, zou er een operatie bestaan om afstaande oren te máken.

Willen vrouwen grotere borsten om als een ‘babe’ door het leven te kunnen?

TONNARD: Natuurlijk niet. Een borstvergroting is zo’n typische ingreep die in de media altijd in de spectaculaire sfeer wordt getrokken. Driekwart van onze patiënten zijn vrouwen ouder dan 35 die kinderen gehad hebben en gewoon terug willen naar de toestand van vroeger, naar een beetje meer stevigheid. Die willen vooral níet dat iemand een verschil ziet, die zullen eerder een te kleine prothese kiezen om toch maar niet op te vallen. Mensen willen normale vormen, geen ideale vormen. De meeste meisjes willen geen borstvergroting om mannen te verleiden, maar om gewoon in een bikini of een T-shirt te kunnen rondlopen.

In de media wordt dat wel anders voorgesteld.

TONNARD: Dat is net het probleem. De media focussen op de spectaculaire gevallen. Mensen die daarin over hun borstvergroting spreken, behoren meestal tot het exhibitionistische type, die doen dat voor de show, of voor hun beroep. Maar die vertekenen het beeld, die brengen een ander verhaal dan wat onze patiëntes willen. En door het beeld te ridiculiseren, worden vrouwen die al jaren met een probleem zitten, nog meer in de hoek gedrumd.

Ze zijn bang dat ze als Eva Pauwels bij jullie gaan buitenkomen?

TONNARD: Zoiets ja, terwijl ze gewoon zichzelf willen zijn, willen zijn zoals de meeste vrouwen.

Al dat gedoe in de media werkt dus niet drempelverlagend?

TONNARD: Toch wel. Er zijn mensen die zich na jaren aarzelen eindelijk zullen informeren omdat ze iets horen of zien over plastische chirurgie. Mensen zijn bij een eerste raadpleging meestal heel zenuwachtig, hebben een overwinning op zichzelf moeten boeken. Maar de programma’s scheppen dikwijls irreële verwachtingen. Mensen vragen soms zaken die ze op televisie gezien hebben, maar die technisch niet haalbaar zijn. En het is heel moeilijk hen daarvan te overtuigen. Dat is de sfeer van onze tijd: het scheppen van onrealistische verwachtingspatronen. Mensen denken ook dat met techniek alles kan. Je moet het woord laser maar laten vallen, en alles wordt mogelijk.

En dat is niet het geval?

TONNARD: Een laser is niet meer dan een gecontroleerde manier om iets te vernietigen. Het snijden met een laser biedt vaak geen enkel voordeel ten opzichte van een klassieke snijtechniek.

De techniek in de plastische chirurgie evolueert traag?

TONNARD: Nee hoor, het gaat heel snel. Ik ben nu twaalf jaar bezig, en niets is nog hetzelfde als vroeger. Collega Alexis Verpaele en ikzelf zijn gespecialiseerd geraakt in de verjongingschirurgie van het gelaat, waarvoor we een nieuwe methode hebben samengesteld en via wetenschappelijke congressen aan de wereld gepresenteerd. Wij vereenvoudigden de faceliftchirurgie, die toch een vrij drastische ingreep was, met operaties die vijf tot zes uur konden duren, en die weken, soms maanden van herstel vroegen. Wij maakten daar een eenvoudige ingreep van, die op een uur of twee kan gebeuren onder lokale verdoving.

Waarom is de klassieke facelift zo omslachtig?

TONNARD: Het is een ingreep die een groot deel van de huid losmaakt, en dan nog een tweede flap weefsel, die dus vrij diep gaat, tot op het niveau van de aangezichtszenuw. Als je daar iets verkeerd raakt, krijg je een verlamming van de aangezichtsspieren. Soms krijg je een heel onnatuurlijk maskereffect door overdreven spanning op de huid. De meeste patiënten moesten daar wel eens over nadenken voor ze eraan begonnen.

Maar nu gaat het beter?

TONNARD: Doordat de ingreep minder ingrijpend en dus veiliger geworden is, is ook de vraag toegenomen. De mensen willen niet per se betere technieken, maar eenvoudigere, met minder risi- co’s. Het is niet omdat we beter opereren dat we meer succes hebben, wel omdat we iets aanbieden wat toegankelijker is.

U vergroot op die manier de markt?

TONNARD: Ja, maar we moeten er natuurlijk altijd over waken dat we niet in een commercieel circuit terechtkomen.

Is plastische chirurgie gegroeid uit de klassieke chirurgie?

TONNARD: In plastische chirurgie heb je de strikt medische tak, dat is de reconstructieve chirurgie, met de behandeling van brandwonden, van wonden na een zwaar verkeersongeval, van huid- en borstkanker. Vooral na de Tweede Wereldoorlog is er een explosieve toename van de kennis gekomen. We vieren volgend jaar trouwens de vijftigste verjaardag van de Belgische Vereniging voor Plastische Chirurgie. De esthetische chirurgie is daaruit gegroeid, en is lange tijd wat stiefmoederlijk als een soort luxegeneeskunde beschouwd. Dat is gelukkig aan het veranderen.

Is die chirurgie gegroeid uit de cultus van het mooie lichaam?

TONNARD: Zo zou je het kunnen stellen. De doorbraak is er vooral in de Ver- enigde Staten gekomen, maar ook in Brazilië, waar altijd grote aandacht voor het lichaam is geweest. Ik was een paar maanden geleden in Colombia, en het is onwaarschijnlijk wat mensen daar aan hun lichaam laten doen. Geen enkele vrouw die zich respecteert, heeft daar niet iets aan zichzelf laten veranderen. De sector is daar ook sterk gecommercialiseerd. Op congressen staan artsen zich te verkopen, als op een soort medische braderie.

Vanwaar komt die cultus van het mooie lichaam?

TONNARD: Dat aanpassen van het lichaam, dat is bijna een mythologisch gegeven, dat zijn niet de media die ons dat aanpraten, dat is er altijd geweest, dat is zo oud als de mensheid. Cleopatra nam al baden in ezelinnenmelk in haar verlangen naar een eeuwig leven.

Maakt u mensen jonger?

TONNARD: Eigenlijk wel, ja, hoewel we aan de kalenderleeftijd niets kunnen veranderen. We zetten de klok een paar jaar terug, maar we zetten ze niet stil. Mensen vóelen zich jonger omdat ze er jonger uitzien. Onze patiënten zijn het soort mensen die als ze in de spiegel kijken, iemand zien die ouder lijkt dan ze zich voelen.

Iemand die haar borsten van een kleine B naar een grote C wil optrekken, wat kost dat?

TONNARD: In België zal dat tussen 3000 en 4000 euro zijn, ziekenhuisopname inbegrepen, afhankelijk van de chirurg en het soort prothese. Voor sommige patiënten is dat een reusachtig bedrag, waar ze vaak jaren voor sparen. Als ze natuurlijk alles ineens willen wat ze op de televisie zien, creëren ze verwachtingen die buiten proportie zijn. Terwijl de grootste transformatie van mensen in zulke programma’s meer te maken heeft met kleding en stijl dan met chirurgie.

Maar nogmaals, de betaalbaarheid…

TONNARD: Esthetische chirurgie is niet goedkoop, want er wordt niets van terugbetaald, hoewel sommige collega’s helaas af en toe de wet terzake proberen te omzeilen, bijvoorbeeld door voor een borstvergroting een biopsie – een onderzoek naar kanker – aan te rekenen, waardoor hun patiënten op kosten van de gemeenschap gehospitaliseerd worden. Dat kan natuurlijk niet. Maar ik denk dat onze chirurgie op termijn goedkoper zal worden, omdat de markt groeit. In Colombia kun je al voor 1500 euro een borstvergroting laten doen.

Mensen moeten sparen voor aangepaste vormen. Kan dat op afbetaling?

TONNARD: Nee, in de Verenigde Staten kan dat, maar wij willen dat niet. Wij willen niet dat onze patiënten zich in de schulden steken voor een ingreep. Onze patiënten zeggen bijvoorbeeld: dit jaar ga ik niet op reis. Of: mijn man heeft een auto gekocht, ik ga voor een facelift. U moet niet onderschatten hoeveel geld mensen aan hun uiterlijk besteden, aan de wagen, de tuin, het huis. Als iemand de gevel van zijn huis laat schilderen, is dat ook een beetje voor het uiterlijk, voor het presenteren van een propere buitenkant.

En nu gaan mensen meer aan hun eigen gevel laten werken dan aan die van hun huis?

TONNARD: Het klinkt wat oneerbiedig, maar het is de realiteit. Mensen gaan inderdaad meer aan zichzelf schaven. Ik zie in mijn praktijk mensen uit alle sociale lagen van de bevolking, het is dus niet iets van de high society, integendeel, het is vooral in intellectuele kringen dat er meewarig over ons werk wordt gedaan. Ik had hier onlangs nog een oudere vrouw die me zei: oud worden is niet zo erg, maar lelijk worden is verschrikkelijk.

We moeten onszelf niet langer aanvaarden zoals we zijn?

TONNARD: Inderdaad, ook de moraal is veranderd. Maar we moeten natuurlijk ernstig blijven. Er moet een strikte kwaliteitscontrole komen. We moeten blijven werken aan een goede opleiding. En we moeten vooral zorgen dat we correcte informatie geven.

Dat gebeurt niet altijd?

TONNARD: Helaas niet, nee. Neem bijvoorbeeld vermageringschirurgie. Mensen zijn blij dat ze zestig kilogram gaan afvallen, en dat ze zich beter gaan voelen, maar ze beseffen te laat dat ze er achteraf afschuwelijk uitzien, omdat de overtollige huid zich na het wegsmelten van het vet niet terugtrekt. Er is een totale bodylift, een heel ingrijpende operatie, nodig om hen weer wat presentabel te maken. Zulke mensen zijn van de regen in de drop gekomen.

Onlangs stierf er iemand na een liposuctie door een Vlaamse huisarts.

TONNARD: We zitten met het probleem dat onze titel een wetenschappelijke titel is. Iedereen kan een bordje met esthetische geneeskunde op zijn deur hangen. Er zijn wel richtlijnen van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde die zegt dat een huisarts eigenlijk geen liposuctie kan doen, maar er is geen wet die het verbiedt. Nochtans kun je op een cursus van een week de techniek niet op dezelfde manier in de vingers krijgen als iemand die vier jaar een specialisatie plastische chirurgie gevolgd heeft. Het is vooral als het misloopt dat je moet weten wat te doen, zoals in het geval dat u aanhaalt, bewezen is. Daarenboven deed die arts de ingreep uit geldnood, wat zeker niet de juiste motivatie is.

Er is lange tijd veel te doen geweest rond lekkende borstprothesen.

TONNARD: Dat was een overroepen probleem. Sommige prothesen begonnen na verloop van tijd te lekken, waardoor er silicone in een lichaam kon geraken. Dat is niet wenselijk, maar silicone is wel een van de minst reagerende stoffen die er bestaan, zodat de kans op een neveneffect uiterst klein was. Ondertussen zijn de prothesen wel veel beter geworden dan toen, veel steviger vooral.

Evolueert plastische chirurgie niet naar een verlengstuk van het schoonheids- salon?

TONNARD: Er is natuurlijk een evolutie in de markt die niet te onderschatten is, het zichzelf verwennen, de fitnessrage, het aanbieden van zogenaamde lifestyleservices, die daarenboven nog pretenderen dat je er langer van zult leven, wat ik niet geloof. Er is toch een duidelijke grens met de chirurgie: die blijft een medische daad. We mogen in ons land trouwens niet klagen als je ziet wat er in onze buurlanden gebeurt.

Toch benadrukt u in uw brochures dat mensen nog dezelfde dag naar huis kunnen.

TONNARD: Het is niet omdat je als arts probeert de duurtijd van een ingreep te drukken, dat iets geen medische ingreep met een aantal risico’s meer is. Iemand kan zelfs al na een gewone inspuiting in shock gaan – je moet dus op alles voorbereid zijn.

Voelt u zich eigenlijk een arts als u een facelift doet bij een vrouw van 35?

TONNARD: Als ze zich na de ingreep beter voelt, wel. De bedoeling van ons werk is niet de mensen mooier te maken, maar ervoor te zorgen dat ze zich beter voelen. Zelfs als een operatie volledig geslaagd is, maar de patiënt voelt zich niet beter, dan is ze in feite mislukt. Technische perfectie kan tot ontevredenheid leiden, hoewel dat zelden het geval is.

Dreigt uw sector niet trendgevoelig te worden: eerst grotere borsten, dan weer kleinere?

TONNARD: De Belgen zijn gelukkig een evenwichtig en verstandig volk. We krijgen nog altijd evenveel vragen voor een vergroting als voor een verkleining. In de VS is het echt uit de hand aan het lopen. Daar moeten borsten buitenproportioneel groot worden. De chirurgen zeggen er: het is niet mooi meer, maar de mensen willen het. Wij hebben hier nog de mentaliteit dat we niet méér prothese in een borst steken dan we zelf mooi vinden. Als ik niet achter het resultaat van een vraag kan staan, begin ik er niet aan. Ik zal die patiënt doorverwijzen naar iemand anders. Onze patiënten hebben vooral schrik van een onnatuurlijk resultaat.

Krijgt u veel mannelijke patiënten over de vloer?

TONNARD: Ongeveer 15 procent van onze patiënten zijn mannen. Die komen voor een liposuctie of voor weinig invasieve aangezichtschirurgie. En die verstoppen zich na een ingreep nog meer dan vrouwen, omdat ze absoluut niet willen dat iemand weet dat ze dat soort ingreep hebben laten uitvoeren.

Zou u iets aan uzelf veranderen?

TONNARD:(lachend) Ik zou eventueel een haartransplantatie laten doen, waarom niet?

Nog zoiets vreemds: kaalheid op het hoofd mag niet, maar op de rest van het lichaam mag geen haartje staan.

TONNARD:(zuchtend) Soms begrijp ik inderdaad niks van onze cultuur. Er is een hele markt gegroeid rond epilatietechnieken. Binnenkort gaan er lasers op de markt komen in de plaats van scheerapparaten. Het lijkt me een so- ciaal-cultureel verschijnsel, een soort lichaamsverfraaiing zoals de Afrikaanse stammen die een been door hun neus steken. Niet alles wat de mens doet, is te begrijpen.

Door Dirk Draulans en Joël De Ceulaer

‘De bedoeling van ons werk is niet de mensen mooier te maken, maar ervoor te zorgen dat ze zich beter voelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content