:(Mens erger je niet

TOMORROWLAND 'We worden met zoveel prikkels geconfronteerd dat de impact op ons stressniveau heel groot is.' © Belga Image

‘Verdubbeling klachten onder Peeters II’. ‘Belgen verklikken massaal hun buren’. ‘210 klachten over nieuwjaarsfooien’. ‘Buurtbewoners willen verbod op Tomorrowland’. De krantenkoppen van de afgelopen maanden logen er niet om: wij zijn een volk van klagers geworden. En dat komt niet alleen door het weer en de crisis.

Het was een klein berichtje in enkele kranten: onder de regering-Peeters II kreeg de Vlaamse overheid 240.000 klachten van burgers, dubbel zoveel als tijdens de vorige regeerperiode. De Vlaamse ombudsman probeerde er nog een positieve draai aan te geven – ‘je kunt de klagers pas horen als je een professionele klachtendienst hebt’ – maar het toenemende gezeur valt niet te negeren. Zelfs bij de populaire hitzender Q-music werd er vorige week actie ondernomen: Vijf dagen zonder zagen. Dat is natuurlijk een goed excuus om alleen vrolijke deuntjes te spelen (met Happy van Pharrell Williams als absolute topper), maar ook een statement. Sven Ornelis en Kürt Rogiers, de twee coryfeeën van de ochtendspits, hebben naar eigen zeggen ‘genoeg van het gezeur over banale feiten’. Ze staan niet alleen. Ook Piet Vanthemsche van de Boerenbond – toch een sector waar af en toe flink geklaagd wordt – heeft het gehad met ‘al dat gezeur van Vlaamse ondernemers’, zo liet hij optekenen in De Tijd.

Maar wie zijn al die honderdduizenden Vlaamse klagers? Volgens Vlaams ombudsman Bart Weekers is één specifieke groep goed vertegenwoordigd: blanke mannen van veertig jaar en ouder. ‘Dat is de groep die het vaakst klaagt. Dat zien we natuurlijk vooral op departementen die hen aanbelangen. Over renovatiepremies wordt er bijvoorbeeld veel geklaagd. Als het over een thema als schooltoelagen gaat – waar veel alleenstaande vrouwen voor in aanmerking komen – horen we een stuk minder klachten.’

Gedepriveerde streek

Ook onze omgeving kan het geklaag in de hand werken, weet psychiater Dirk De Wachter, bekend van de bestseller Borderline Times. Hij keek met extra interesse naar de burenklacht over dancefestival Tomorrowland. ‘Ik ben afkomstig van Boom en ik ken die regio dus heel goed. Weinig mensen weten dat, maar het is een beetje een gedepriveerde streek. Al sinds de jaren zestig gaat het daar bergaf, door de teloorgang van de baksteenindustrie. Er is veel werkloosheid. Dat is een typische voedingsbodem voor klachten en verzuring.’

Volgens De Wachter is het geklaag iets van alle tijden, maar hij merkt toch dat we in het Westen minder tolerant worden. ‘Dat heeft veel te maken met de crisis: in tijden van onzekerheid en angst ontstaat er snel zurigheid. Mensen gaan dan op zoek naar een externe vijand, een schuldige. Ze kruipen in hun schulp en beginnen heel fervent hun kleine verworvenheden te verdedigen. En daarvoor stappen ze steeds vaker naar de rechter, wat de verzuring nog extra in de hand werkt. Begrijp me niet verkeerd: ik ben een groot voorstander van onze rechtsstaat. Ik heb liever dat mensen naar de rechter stappen, dan dat ze elkaar bekogelen met molotovcocktails. Maar waarom proberen we niet wat meer te praten met elkaar?’

Om de klaagcultuur te bestrijden, moeten we alvast niet op de Wetstraat rekenen. ‘De verzuring wordt niet opgelost door een politicus die met suiker strooit. Het moet vanuit de mensen zelf komen: in het gezin, in de klas, in de jeugdbeweging,… Iedereen is mee verantwoordelijk. Vandaar ook mijn devies: Engagez-vous!

Zoet Zottegem

In Zottegem hebben ze dat begrepen. Daar hangen de straten tegenwoordig vol met affiches van augurken, met de slogan: ‘Al eens aan verzoeting gedacht, in plaats van verzuring?’ Het is een initiatief van het burgerplatform Zuur? Zoet Zottegem! dat het geklaag in de gemeente beu is. ‘Het idee is ontstaan in de nasleep van de vorige gemeenteraadsverkiezingen’, vertelt Maaike Van Liefde, een van de initiatiefnemers. ‘De N-VA kwam als winnaar uit de bus, maar er is toch een coalitie tussen SP.A en CD&V gesmeed. Sindsdien grijpt de oppositie alles aan wat slecht gaat. Zottegem raakt daardoor echt verzuurd. Daarom hebben wij – een groep mensen van CD&V – besloten om iets positiefs te ondernemen. We willen mensen uit de straat verzamelen om te horen wat hun ideeën zijn. Iedereen zit altijd maar te klagen, maar als je aan de zijlijn blijft staan, verandert er niets. In november hebben we al een eerste dialoogmoment georganiseerd en daar zijn interessante ideeën uit ontstaan. Zo willen we graag een onthaalmoment organiseren voor nieuwkomers in Zottegem. En er komt ook een actie rond ritsen in het verkeer: mensen raken zo snel geïrriteerd in de auto, dat is echt verspilde energie.’

Ook Dimitri Verbelen, bezieler van de Vrolijk Relativerende Liga ter Bestrijding van Azijnpis & Verzuring, nam het heft in eigen handen. In 2010 richtte hij een Facebookpagina op, omdat hij zichzelf begon te betrappen op verzuurde gedachten. Daar verschijnen zowat elke dag relativerende spreuken en gedachten. Intussen zijn de leukste gebundeld in een boek (uitgeverij Van Halewyck) en heeft zijn Liga bijna 30.000 fans op Facebook. ‘Het is begonnen als een vorm van zelfrelativering. Enkele jaren geleden merkte ik bij mezelf meer zure reacties. En ik begon – tegen beter weten in – de reacties op krantenfora te lezen. Na tien minuten heb je Prozac nodig. (lacht) Ook in mijn omgeving neemt de verzuring toe. Het valt natuurlijk niet te vergelijken met Tomorrowland, maar een tijdje geleden heb ik samen met wat vrienden een festivalletje georganiseerd. Meteen stonden de buren klaar met hun kritiek. Voor we het wisten, was er online protest en een petitie. Maar we zijn met die mensen gaan praten en dan merk je dat ze snel inbinden. Ik denk dat er tegenwoordig te weinig gepraat wordt. Tenminste: écht praten. Online wordt er heel wat gepalaverd, maar dat is een andere, hardere vorm van communicatie. De nuance verdwijnt snel.’

Verhoogde druk

Maar is Vlaanderen ook echt verzuurd? Dat woord wordt vaak verkeerd gebruikt, vindt cultuursocioloog Marc Elchardus. ‘Ik gebruik liever de term ‘maatschappelijk onbehagen’: in hoeverre zijn mensen ontevreden over de gang van zaken in de samenleving? Dat kun je bijvoorbeeld meten door te vragen naar hun vertrouwen in de instellingen. Het valt op dat er vooral maatschappelijk onbehagen optreedt bij mensen die het moeilijker hebben in onze maatschappij, laaggeschoolden bijvoorbeeld. Zij hebben vaak het gevoel dat de samenleving hen onheus behandelt. Ook de media spelen een rol, en dan vooral de populaire media. Zij schetsen dikwijls een negatief beeld over de maatschappelijke ontwikkelingen. Wie houdt van populaire media, is dus vaker verzuurd.’

Volgens Elchardus heeft dat maatschappelijk onbehagen niet veel te maken met de toenemende onverdraagzaamheid. ‘Vaak zijn het hooggeschoolden die met protestacties komen opzetten: een groep die minder vatbaar is voor maatschappelijk onbehagen.’ Hij ziet wel enkele andere oorzaken. ‘Die onverdraagzaamheid heeft meer te maken met een verhoogde druk: we leven dicht op elkaar, staan in de file, moeten hard presteren op het werk, een carrière combineren met een gezin… De kans op irritatie wordt objectief gezien groter. Bovendien stellen we tegenwoordig hogere eisen aan ons comfort. Als je ’s avonds eindelijk rust krijgt – de kinderen liggen in bed en je wilt even een boek lezen – dan kan de luide muziek van de buurman al snel irritatie opwekken.’

Daar is ook Hilde Cnudde het mee eens, de advocate die tegen wil en dank bekendstaat als ‘professionele pretbederver’. Zij verdedigt de inwoners van het Antwerpse Zuid die niet kunnen leven met het lawaai van de Sinksenfoor, de buurtbewoners van het dancefestival Tomorrowland in Boom en van kerstmarkt Winterpret in Brussel. ‘Ik denk echt niet dat mensen onverdraagzamer zijn dan vroeger, integendeel. Maar we worden met zoveel prikkels geconfronteerd – lawaai, files, de constante stroom aan mails en sms’jes… – dat de impact op ons stressniveau heel groot is.’

Maar verzuurd? Nee, dat zijn haar cliënten niet. ‘Ik stoor me vooral aan het feit dat er nooit wordt gepraat over de kern van de zaak. Neem nu het dossier van de Sinksenfoor. Dat was eenvoudig: de overheid belooft een park, de mensen kopen er een huis, maar ze krijgen een parking. De overheid zegt dus gewoon: foert burger, je kunt de boom in. Stel je voor dat de burgemeester van New York zou zeggen: er zijn hier te weinig parkeerplaatsen, we zullen van Central Park een Central Parking maken. Zouden de tegenstanders dan ook “verzuurde burgers” zijn?’

Griekse tragedie

En toch is er iets aan de hand. Ook professor filosofie en ethiek Ignaas Devisch (UGent) ziet dat er tegenwoordig meer giftige reacties naar boven komen dan vroeger. Voor een verklaring grijpt hij naar de Duitse filosoof Odo Marquard. ‘Hij heeft het over de wet van de toenemende ergernis. Er is een duidelijke evolutie naar meer controle over ons leven. Vroeger was ons lot in handen van God en legden we ons daarbij neer. Nu blijft er steeds minder over wat we niet controleren. En hoe minder er overblijft, hoe meer we ons ergeren aan die kleine dingen. Het internet dat een uurtje uitvalt. De trein die te laat komt. Een vuilniszak die ergens “fout geparkeerd” staat. Een lange file. Dat soort pietluttigheden wordt enorm opgeblazen. Blijkbaar hebben veel mensen geen echte problemen, want anders zouden ze daar toch niet van wakker liggen?’

De oplossing voor die toenemende ergernis? Cultuur. ‘Het komt er volgens mij vooral op aan om te leren relativeren en te leren omgaan met onzekerheid’, legt Devisch uit. ‘Dat is blijkbaar heel moeilijk geworden. Ik werk als filosoof voor de medische faculteit en ik zie in het ziekenhuis heel veel mensen die uitsluitsel willen: ze willen op papier krijgen dat de dokter hen voor honderd procent gezond kan maken. Dat is en blijft een utopie. We moeten leren beseffen dat we het leven nooit volledig zullen controleren. En daarmee kom ik tot mijn punt: cultuur is de beste manier om met angst en onzekerheid te leren omgaan. In het oude Griekenland werd die rol uitstekend vervuld door de klassieke tragedie. Ja, het leven is lijden. Maar we moeten daarmee leren leven. En een goede film, theaterstuk of kunstwerk kan ons daarbij helpen. Ik denk dat de overheid dus beter meer zou investeren in cultuur, in plaats van in kortstondige campagnes om verzuring tegen te gaan.’

Minder zuur voor gebuur

Nochtans lanceerde het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) onlangs nog zo’n campagne: Minder zuur achter het stuur. Met alles erop en eraan: affiches met citroenen, radiospots, een online enquête en ‘zuursmoelcitroenen’ in de supermarkten van Carrefour. Volgens Karin Genoe van het BIVV is verzuring van chauffeurs een belangrijk probleem. ‘Uit onze enquêtes blijkt dat steeds meer weggebruikers zich ergeren aan een gebrek aan hoffelijkheid op de baan. Dat gaat van bumperkleven en richtingaanwijzers niet gebruiken tot een kruispunt oprijden wanneer je weet dat je zo de andere richtingen blokkeert.’ Of mensen dat na deze citroenencampagne minder zullen doen, blijft de vraag. Maar Genoe is optimistisch. ‘De meeste mensen gedragen zich heel normaal in het dagelijks leven. Maar zodra ze in hun auto stappen, worden ze erg prikkelbaar. Wij willen een aantal kleine oplossingen aanreiken om hun gedrag te veranderen. Afstand houden is bijvoorbeeld een aanrader. En beseffen dat iedereen fouten maakt in het verkeer: als een andere bestuurder zo’n fout maakt, wil dat niet zeggen dat hij je opzettelijk wil dwarsbomen.’

Minder zuur voor uw gebuur zou ook een goede slogan zijn. Uit een enquête van de Christelijke Mutualiteit Midden Vlaanderen van enkele jaren geleden bleek dat een derde van de ondervraagden het niet goed kan vinden met een of meerdere buren. Ruim een kwart had al conflicten gehad met een buurman of buurvrouw. In het beste geval worden die problemen in der minne geregeld, in het slechtste geval stapt een van de partijen naar de vrederechter. Over het aantal burenruzies die daar beslecht worden, zijn helaas geen cijfers. Maar de Brugse vrederechter Thierry Begeyn voelt toch dat mensen intoleranter zijn dan vroeger. ‘Ze stappen steeds vaker voor een futiliteit naar het gerecht. Een boom die vijf centimeter te ver staat, mensen die klagen over de rook die uit de barbecue van hun buurman komt… Zulke kleinigheden vormen ineens grote problemen. Als ik dan ter plaatse ga kijken, voel ik vaak dat er meer aan de hand is. Er schuilt dikwijls jaloezie achter: een typische ziekte van een samenleving in crisistijd. Vroeger waren er ook meer figuren waar de mensen naar luisterden: de leraar, de pastoor, de wijkagent. Vandaag stappen ze veel sneller naar het gerecht.’ Ook Antwerps vrederechter Bert Janssens ziet meer verzuring. ‘Vroeger was het leven gewoon veel eenvoudiger. Vandaag worden we constant met slecht nieuws geconfronteerd, op radio en televisie. Dat geeft ons een slecht gevoel, waardoor we anderen gaan viseren. Daarom is het zo belangrijk om te blijven praten. Want er zijn eigenlijk maar twee oplossingen bij elk conflict, of het nu een burenruzie is of een diplomatieke rel. Ofwel ga je in dialoog, ofwel ga je in oorlog.’

DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK

‘Het internet dat een uurtje uitvalt. De trein die te laat komt. Dat soort pietluttigheden wordt enorm opgeblazen.’

‘In tijden van onzekerheid en angst ontstaat er snel zurigheid. Mensen gaan dan op zoek naar een externe vijand, een schuldige.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content