Vorige week sneuvelde zowel een belangrijke pijler van het Europese Stabiliteitspact als de Bolkesteinrichtlijn.

De Europese lentetop van vorige week is er een om niet snel te vergeten. Duitsland en vooral Frankrijk hebben bewezen dat de uitbreiding met tien nieuwe landen niet meteen een handicap hoeft te zijn om het Europese laken naar zich toe te trekken. Dat was ook hoog nodig, want noch de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder, noch de Franse president Jacques Chirac konden het zich wegens de precaire situatie in eigen land permitteren om met lege handen huiswaarts te keren.

Chirac heeft een referendum over de Europese grondwet altijd verdedigd, maar nu de opiniepeilingen aangeven dat de neen-stemmers de bovenhand halen, heeft hij dat referendum binnensmonds al eens vervloekt. Voor hem zat er op de Europese top niets anders op dan af te dwingen dat de Bolkesteinrichtlijn ernstig zal worden bijgestuurd. Niet zozeer omdat Chirac zelf grote vraagtekens zou plaatsen bij de manier waarop de vrije markt voor diensten er moet komen, maar wel om de anti-Europese stemming op het thuisfront te neutraliseren.

Natuurlijk speelde ook het groeiende sociale protest tegen de richtlijn een rol. Veel regeringsleiders uit de oude lidstaten hebben de afgelopen maanden ingezien dat ze het hele sociale stelsel op losse schroeven zetten als buitenlanders hier hun diensten kunnen aanbieden met regels die gelden in hun oorsprongland. De Luxemburgse premier en huidige voorzitter van de Europese Raad Jean-Claude Juncker verwoordde wat veel van zijn collega’s dachten: ‘De richtlijn blijft behouden, maar moet bijgestuurd worden om te beantwoorden aan de eisen van het Europese sociale model.’

Van een nog grotere ironie dan Chiracs manoeuvre, was de versoepeling van het Stabiliteitspact die Schröder voor elkaar kreeg. In 1997 had uitgerekend Duitsland de lidstaten vastgeketend aan de norm dat het nationale begrotingstekort nooit hoger mocht zijn dat 3 procent van het bruto nationaal product. Maar sinds 2002 slagen noch de Fransen noch de Duitsers erin om zich aan die norm te houden.

‘De versoepeling hoeft niet noodzakelijk een slechte zaak te zijn’, menen de meeste economische analisten. ‘In de praktijk deden de grote lidstaten toch hun zin.’ Veel meer moeite hebben ze met de vage omschrijvingen van de gevallen waarin kan worden afgeweken van de norm. Zo gaven Duitse diplomaten al te verstaan dat de extra kosten voor de hereniging moeten worden gezien als een eenmalige ingreep. ‘Vijftien jaar na de feiten kun je toch niet meer spreken van een tijdelijke hoogdringendheid’, reageerde de Oostenrijkse minister van Financiën Karl-Heinz Grasser. ‘Dit is niet meer of niet minder dan een grap.’

H.C.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content