‘De Vlaamse ministers willen er niets van weten, maar bij een hervorming van de provincies is het perfect denkbaar om de functie van de gouverneur te versterken’, zegt Filip De Rynck, docent bestuurskunde aan de Hogeschool Gent en de Universiteit Antwerpen.

De nieuwe Vlaamse regering wil de provincies afslanken. Hoe zinvol is dit debat?

Filip De Rynck: Wat in het Vlaamse regeerakkoord staat, is niet nieuw. Alleen ontbreekt in Vlaanderen de politieke wil om het debat ten gronde te voeren en de conclusies consequent uit te voeren. Daarvoor zijn de grote partijen te sterk verweven met de provincies. Er is altijd wel één partij die dwarsligt, omdat ze een wijziging helemaal niet wenst.

In de praktijk zijn wel al stappen gezet om te schuiven met de bevoegdheden. Zo werden er taken op het vlak van ruimtelijke ordening overgedragen aan de provincies, in de hoop dat de beslissingen er soepeler zouden worden genomen en beter controleerbaar zouden zijn. Dat is een grote illusie gebleken.

De provincies blijken in hetzelfde bedje ziek als alle andere besturen. Ze hebben evenzeer politici met lokale mandaten als de andere ni-veaus. Het sterke political localism (de invloed van lokale lobbying) dat zo typisch is voor ons land, geldt ook voor de provincies. Bovendien is het zo dat als de ene gedeputeerde een dossier heeft binnengehaald, de andere een gelijkwaardige compensatie eist. Zo krijgen we dezelfde partijpolitieke fenomenen en hetzelfde soort bureaucratisering als op de andere niveaus. De provincies beloofden het als streekbestuur beter te doen, maar dat is de voorbije twintig jaar niet gebleken.

Intussen vindt niemand nog de weg in de bestuurlijke ‘verrommeling’.

De Rynck: De Vlaamse overheid is daar grotendeels zelf verantwoordelijk voor. Door de oprichting van aparte bestuursvormen per sector in dertien ministeries wordt dat door de operatie ‘beter bestuurlijk beleid’ paradoxaal genoeg nog gestimuleerd. Nieuwe bestuurlijke circuits bouwen een zekere macht en invloed uit en laten zich niet zomaar opheffen.

Hoe moeilijk is het om de provincies te hervormen?

De Rynck: De provincies zitten midden in een schizofrene dynamiek. Ze hebben tal van nieuwe en bekwame mensen aangetrokken, en er heeft zich een sterke professionalisering voltrokken met interessante initiatieven. Maar dat botst hoe langer hoe meer met een centralistische top-downaanpak van provinciale politici, die denken vanuit eigen bevoegdheden en (partijpolitieke) belangen. Dat strookt evenmin met de ambitie van de provincies om streekgericht te werken, want dat vergt een flexibele aanpak van onderuit.

Kan een sterkere rol van de gouverneur een uitweg bieden?

De Rynck: Gouverneurs hebben een interessante positie. Ze hebben een sterk imago en een aureool van neutraliteit. Maar hun potentieel wordt niet genoeg benut. Zoals het Vlaamse regeerakkoord suggereert, kan de gouverneur de buitendiensten van de Vlaamse of de federale overheid meer coördineren. Die diensten hebben vaak veel invloed en staan soms in concurrentie met de provincies.

De gouverneurs zouden zowat de rol van de préfet in Frankrijk moeten spelen: hij organiseert en leidt het overleg tussen centrale diensten en lokale besturen. Het is dus perfect denkbaar dat je de functie van gouverneur versterkt, ook zonder een provinciaal politiek orgaan. Maar van dat soort coördinerende functies willen de Vlaamse ministers niet veel weten, omdat ze dan een deel van hun eigen macht over de buitendiensten uit handen moeten geven. Onder meer om die reden komen we met de bestuurlijke hervormingen geen stap vooruit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content