Leopold II zal plaats moeten maken in ‘zijn’ museum van Tervuren.

INFO : De tentoonstelling ‘Congo, Natuur & Cultuur’ loopt vanaf 23 november tot begin oktober 2005. De tentoonstelling ‘Het Geheugen van Congo’ opent op 4 februari 2005.

In tegenstelling tot Leopold III hebben onze politici vandaag geen tijd. Dat is de voorbije maand nog maar eens gebleken. Minister van Wetenschapsbeleid Marc Verwilghen (VLD) reisde de halve wereld rond om twee dagen op Antarctica te verblijven. En SP.A-kamerlid Maya Detiège dweilde half Congo af om een uurtje in een pygmeeënkamp te gaan ervaren hoe erg het zou zijn mocht het regenwoud waarin deze mensen leven verdwijnen.

Een vrees die terecht is. Nu er een vorm van rust is neergedaald over de Democratische Republiek Congo (DRC) worden vele plannen vanonder het stof gehaald, onder meer plannen om op grote schaal geld uit het regenwoud te slepen. De woudexpert van Greenpeace België, Filip Verbelen, heeft zich met de gedrevenheid die hem kenmerkt op het dossier gestort. Er zal hoe dan ook woud gekapt worden, maar Verbelen wil vanaf het begin pleiten voor een zo duurzaam mogelijke aanpak.

Ook de nationale parken van Congo, grotendeels regenwoudreservaten, krijgen aandacht. De parken behoorden tijdens de oorlog tot de weinige plaatsen in het land waar werkgelegenheid gecreëerd werd, dankzij inspanningen van mensen als John en Terese Hart van de Amerikaanse Wildlife Conservation Society (WCS) die hun medewerkers niet in de steek lieten. De parken waren helaas ook het toneel van slachtpartijen onder vooral olifanten, want de handel in ivoor blijft voor sommigen heel lucratief.

België pompt nogal wat beheersgeld in de Congolese natuurparken. Daarom heeft het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika van Tervuren (KMMA), op verzoek van de Unesco (de organisatie van de Verenigde Naties die onder meer het werelderfgoed beheert), een tentoonstelling gemaakt over het belang van deze reservaten.

De parken bieden een onderkomen aan bedreigde diersoorten als de Congopauw, de okapi en de bonobo die alleen in Congo leven. Maar in bijvoorbeeld het Salonga Nationaal Park, dat bijna even groot is als België, is de jacht op olifanten genadeloos geweest. Toen Leopold III in 1957 op een van zijn reizen over de rivieren in de regio vloog, waren langs de oevers de moerassen gecreëerd door de activiteiten van olifanten goed zichtbaar. Die moerassen zijn nu bijna helemaal verdwenen.

‘De tentoonstelling moet Congo voorstellen als een uniek land’, stelt directeur Guido Gryseels van het KMMA. ‘Ze belicht niet alleen de natuur, maar ook het belang van de lokale talen voor onze kennis van de Congolese natuur. En ze toont hoe het maken van maskers beïnvloed werd door kennis van de natuur. We willen in alles wat we in het museum doen streven naar een interdisciplinair karakter.’

In de mooi uitgegeven en geïllustreerde catalogus die bij de tentoonstelling hoort, reflecteert een aantal vooral Congolese auteurs over de behandelde thema’s.

Congolezen zijn ook ingeschakeld in Gryseels’ grootse plannen om de permanente tentoonstelling van het museum volledig om te gooien. Nu is dat nog altijd vooral een lofzang op de verwezenlijkingen van Leopold II, de stichter van het museum. Vanaf volgend jaar zal dat anders zijn, objectiever, met meer oog voor de rol van de Congolezen in het verhaal. Er komt dan al een tijdelijke tentoonstelling onder de titel: Het geheugen van Congo, de koloniale tijd, meer dan één verhaal. Die moet de nieuwe richting aangeven.

Door Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content