JA

Opgetekend door Hannes Cattebeke

‘De massale slachtingen zijn noodzakelijk om te voorkomen dat het virus zich verder verspreidt. Daar valt op dit moment weinig anders aan te doen. Als er op een bepaald moment dieren besmet raken, dan moeten ze, samen met de andere dieren uit dat bedrijf, vernietigd worden, want het virus verspreidt zich heel snel over levende dieren. Doordat het in de huidige context telkens om grote bedrijven gaat, zijn de slachtingen uiteraard omvangrijk.

Vanaf het begin hebben we snel willen handelen en dat heeft inderdaad de nodige problemen meegebracht. Op een bepaald moment liet de logistieke ondersteuning hier en daar wat op zich wachten. Maar daarna zijn we erin geslaagd om de capaciteit gevoelig op te drijven. Dergelijke problemen zijn nu eenmaal eigen aan het opstarten van grote operaties.

Er zijn geen dieren nutteloos afgemaakt. Zodra de verdenking groot genoeg was, hebben we telkens direct ingegrepen. Bij deze problematiek kun je onmogelijk dagen zitten wachten op de uitslag van uitgebreide tests. Behalve bij het bedrijf in Ravels is bij alle verdachte ondernemingen die geruimd werden ook effectief vogelpest vastgesteld. De discussie over preventieve vaccinatie zal waarschijnlijk weer oplaaien eens de crisissituatie voorbij is. Het vaccin dat op dit moment voorhanden is, is echter niet gebruiksvriendelijk in een industriële omgeving met tienduizenden dieren. De toediening vraagt ook een intense behandeling van de dieren, waardoor de kans op besmetting stijgt. Bovendien biedt het vaccin geen waterdichte bescherming tegen het vogelpestvirus.

Ook bij particulieren in de schutskringen zijn we verplicht om het pluimvee af te maken.

In die gebieden mogen de erkende dierentuinen hun pluimvee wel vaccineren, maar ze moeten wel een hele lijst voorwaarden vervullen met betrekking tot de identificatie van en het contact met de dieren. De vereisten zijn van die aard dat particulieren er onmogelijk aan kunnen voldoen. De uitzondering voor de dierentuinen moet hen in staat stellen om de zeldzame vogelsoorten te laten overleven. Toch springen we ook met die vaccinaties heel spaarzaam om, want ze maken allerminst een einde aan de verspreiding van het virus.’

‘De kern van het probleem is uiteraard dat er zoveel dieren afgeslacht worden. Daarnaast vrezen wij ook dat de bevolking, na de varkenspest, de dollekoeienziekte, de dioxinecrisis, mond- en klauwzeer en nu de vogelpest, gewend raakt aan de vernietiging van dieren. De manier waarop die crises telkens aangepakt zijn, zorgt voor een bestendiging van het idee dat dieren niets anders zijn dan een hoopje afval. Zodra de dieren geen economische waarde meer hebben, belanden ze op de vuilnisbelt.

Als er dan toch kippen moeten worden afgemaakt, dan moet dat op een pijnloze manier gebeuren en mogen de dieren geen doodsangsten doorstaan. Dat is bij de huidige aanpak niet het geval geweest. Er zijn beelden van een stal waar tussen de vergaste kippen nog een kip aan het spartelen is. De ruimer van dienst vond er vervolgens niets beters op dan het dier dood te trappen. Zoiets maakt duidelijk dat de massale aanpak automatisch leidt tot misstanden. Als er op één moment grote hoeveelheden kippen vernietigd moeten worden, dan beschikt het Voedselagentschap over te weinig deskundigen die weten hoe ze de vernietiging op een bedrijf moeten aanpakken. Door de omvang is het ook onmogelijk gebleken om de gang van zaken voldoende te controleren.

Veel dieren zijn bovendien nutteloos afgemaakt. Het is positief dat de dierentuinen nu de toelating gekregen hebben om hun pluimvee preventief te vaccineren als ze binnen de schutskring van een besmettingshaard liggen. Die dieren blijven dan hoogstwaarschijnlijk gespaard. Maar waarom kunnen de particulieren met pluimvee niet van die maatregel profiteren? Het Federaal Voedselagentschap meet op dat vlak met twee maten.

Om in de toekomst nieuwe crises te vermijden, moeten de boeren na afloop van de huidige catastrofe hun dieren preventief kunnen vaccineren. Bovendien moet er een diepgaand debat komen over de organisatie van de dierenproductie. Als de sector verder op een industriële manier blijft kweken, dan zal het risico van een besmettelijke ziekte nooit verdwijnen. Kippen die met duizenden opeengepakt zitten in een stal, hebben een veel te kleine weerstand.’

NEE

‘Onmogelijk dagen wachten op de uitslag van uitgebreide tests.’

‘Een massale aanpak leidt automatisch tot misstanden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content