Niemand had dit verwacht of voorzien. Dagenlang moest alle nieuws wijken voor het sterven van de paus. Een nooit gezien aantal wereldleiders wilde aanwezig zijn op zijn begrafenis. Alle, haast alle grote godsdiensten bewezen hem eer. De groten én de kleinen der aarde spraken met onverholen lof over zijn pontificaat. Tienduizenden mensen van alle leeftijden wilden persoonlijk een laatste groet brengen. Miljoenen volgden de begrafenisplechtigheid over de hele wereld. Was dat de man die nog kort tevoren persoonlijk verantwoordelijk werd gesteld voor de teloorgang van de westerse Kerk, hoofd van een instituut beladen met alle zonden van Israël, onophoudelijk mikpunt van felle kritiek? Nu gingen de tegenstemmen verloren in het applaus en het eerbetoon; hun kritiek klonk irrelevant of werd aangevoeld als chagrijnigheid. Het contrast was enorm. Het was alsof met de dood van de paus zijn betekenis voor Kerk en wereld plots in volle draagwijdte zichtbaar werd. Johannes Paulus de Grote, al heilig verklaard door het volk op zijn begrafenis. Trendwatchers, Vaticaankenners, zelfs kardinalen stonden erbij en keken ernaar.

Dat dit alles een verbluffend gebeuren was, is onbetwistbaar. Maar hoe is het te verklaren? Om een dergelijk fenomeen te kunnen begrijpen, moet men het eerst in zijn volle gewicht tot zich laten doordringen, zonder het te willen minimaliseren of te verdringen. Bepaalde verklaringen getuigen van een dergelijke onkunde of onwil. Zo’n verklaring was het inroepen van massahysterie, veroorzaakt door de media. Dat is veel te simplistisch. Om tot een degelijk verstaan te komen, laat men zich het best niet leiden door wat voor de hand ligt of op bijval kan rekenen. Het is daarbij helemaal niet evident dat gelovigen of katholieken het best geplaatst zijn om het fenomeen te begrijpen (tenzij in zijn intern religieuze dimensie).

Ik waag het erop een paar elementen van verklaring te suggereren. Het gaat niet om de betekenis van een man, maar van een man in een functie en in een bepaald kader. De Kerk is overduidelijk een werkelijk katholieke, wereldomspannende Kerk; en de paus, het onbetwiste hoofd daarvan, speelt duidelijk een mondiale rol. Dat alleen al dwingt respect af. Dat de Kerk in West-Europa niet meer de macht en uitstraling heeft van vroeger, doet in het globale perspectief blijkbaar niet zoveel terzake. Een teken te meer van de zwakte van Europa? Of men dat nu graag zag of niet, deze man in deze functie straalde iets uit, in woord en daad, in gezondheid, ziekte en sterven, dat wereldwijd appelleerde. Dat had zeker met hem te maken, maar ook met datgene wat hij in zijn persoon vertegenwoordigde. Een godsdienst verbonden met indrukwekkende verhalen, symbolen en rituelen. Een godsdienst waarin de onvermijdelijke eindigheid van alle menselijk leven en van alle menselijke inspanningen niet wordt geloochend, maar ingebed in een ontzagwekkend symbolisch kader, waardoor aanvaarding van het menselijk lot enigszins mogelijk wordt. De politieke kritiek van buiten en binnen de Kerk, ethische bezwaren tegen misstappen allerhande, konden de betekenis van de figuur van de paus niet echt aantasten. Dit toont dat religie, zeker een indrukwekkende religie als het katholicisme – en Frans Verleyen zou me hier zeker gelijk hebben gegeven – uitstijgt boven door de tijdsgeest bepaalde modes en idee-fixen. Religie is evenmin reduceerbaar tot ethiek of politiek, het heeft met ‘de ultieme dingen des levens’ te maken. Het zou zonde zijn mocht het katholicisme zich omvormen tot een soort moraliserend humanisme.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content