Marleen Renders vertrekt volgende zondag als kopvrouw van de Belgische ploeg op het WK halve marathon in Brussel.

Marleen Renders werd 33 jaar geleden in Diest in de wieg gelegd om hard en vooral lang te lopen. Als scholiere en later als juniore zag Renders dat ze niet de traagste, maar zeker ook niet de snelste van de klas was. Renders probeer- de verschillende afstanden uit, maar maak- te al snel de keuze voor de langere afstand. Nog als juniore behaalde ze op het wereldkampioenschap in Athene in 1986 brons op de 10 kilometer. Ook als tiener stelde ze het Belgisch record op de 10.000 meter scherper. Ze liep in Rome 32 minuten en 12 seconden, een chrono die haar meteen deed plaatsnemen aan de nationale top samen met de andere langeafstandsspecialisten Véronique Collard en Lieve Slegers. Kort voor haar twintigste verjaardag mocht Renders aan haar eerste Olympische Zomerspelen deelnemen in het Koreaanse Seoul. Met een nieuw BR werd ze 13e in de reeksen. Helaas liep Renders in de verkeerde reeks, de winnares van de veel tragere eerste serie mocht naar de finale, zij niet.

Gedurende haar eerste jaren als seniore leek Renders achtervolgd te worden door blessures. Als ze al niet aan haar voetzool geopereerd moest worden, sukkelde ze van de ene stressfractuur in de andere. De oorzaak was niet ver te zoeken. Met haar intensieve, niet eens al te frequente duurlopen belastte Renders haar lichaam erg zwaar. Bovendien sukkelde ze met botontkalking omdat haar maandstonden wel erg lang uitbleven. Gevolg: stressfracturen, gips, de te snelle opbouw en telkens weer een nieuwe stressfractuur, vijf in totaal. Specialisten voorspelden een voortijdig einde van haar carrière wegens de carrosserie compleet stuk. En de doemdenkers leken gelijk te krijgen, want de ellende sleepte aan. In 1992 moest Renders de Olympische Spelen in Barcelona laten schieten. Nu was het de rechterachillespees die opspeelde. Twee operaties brach- ten soelaas.

In 1993 kwam de kentering. Renders had voor de Spelen van Barcelona Peter Seelmaekers leren kennen, een Limburgse kinesist die haar man en trainer zou worden. In 1993 beviel Renders van dochter Kimberley. De verplichte competitiepauze deed haar deugd. Na de bevalling volgde een erg rustige opbouw. In ’94 domineerde ze met besttijden de nationale 10 kilometer en de halve marathon en kwamen de internationale opstekers van een achtste plaats op het WK halve marathon en een tiende plaats op het EK in Helsinki op de 10.000 meter.

In 1995 werd het blikveld verruimd. Na het WK in Göteborg liep en won Marleen Renders op 26-jarige leeftijd haar debuutmarathon in Antwerpen. Ze finishte in 2.28.57, een tijd die perspectieven opende. Toch had Renders ook weer pech. In Reims, bij haar tweede marathon, liep ze in de slotfase van de wedstrijd tegen een vuilnisemmer. Een operatie volgde nadat bleek dat haar kraakbeen geraakt was. De marathon op de Spelen in 1996 in Atlanta werd een afknapper.

TOPJAAR EN TEGENSLAG

De voorbije jaren bleef Renders piste en weg combineren. In 1998 was ze vijfde op de marathon van het EK in Boedapest (haar beste klassement op een internationaal kampioenschap) en won ze de prestigieuze marathon van Berlijn. In ’99 werd ze daar tweede achter een fenomenale Tegla Lorupe die een wereldrecord liep en in Sevilla leverde ze de beste Belgische prestatie ooit door negende te worden in de finale van de 10 kilometer.

2000 leek een absoluut topjaar te worden. In het voorjaar won ze in een Belgische recordtijd haar eerste marathon van Parijs en tijdens de Nacht van de atletiek in Heusden-Zolder spurtte ze voor eigen volk en in Afrikaans topgezelschap naar 31 minuten en 03 seconden tijdens een schitterende 10.000 meter, haar beste pistetijd tot nu toe. Toch koos Renders voor de marathon in Sydney, op haar derde Olympische Spelen. Net als in Atlanta sloeg het tegen. De rug en vooral de linkerachillespees zorgden voor hinder en een opgave. Renders kreeg nogal wat kritiek te verwerken. Leiders van de atletiekbond en het Olympisch Comité geloofden niet in een blessure en verweten haar egotripperij, mentale zwakte ook. De pijn bleek achteraf niet geveinsd. Renders’ rug was compleet geblokkeerd en nog in het najaar van 2000 werd ze geopereerd aan de linkervoet.

Na weer een jaar van rustig opbouwen en een tegenvallende marathon op het WK in Edmonton nam Renders vorige maand met haar tweede winst in de marathon van Parijs revanche op iedereen die haar had afgeschreven voor de top. Op een zware omloop en met behoorlijk wat wind scherpte de pocketloopster, 1 meter 64 en in topvorm niet eens 45 kilogram, haar beste tijd aan tot 2.23.05. Met die tijd staat ze weer stevig in de top-10 van de wereld. Alleen de Keniaanse loopsters Catherine Ndereba en Margaret Okayo, de Japanse Naoko Takahashi en de Engelse Paula Radcliffe lijken een klasse apart te vormen.

In bijna al haar marathons wordt Marleen Renders begeleid door haar vaste tempomakers Corry Saelmans en Filip Van Haecke. Critici leveren al eens commentaar op dat hazenwerk, maar Renders wuift de kritiek weg met de opmerking dat overal hazen aan het werk zijn en dat de atleet natuurlijk wel het tempo van de haas moet kunnen volgen, en dat er nu eenmaal minder vrouwelijke dan mannelijke tempomakers zijn. Een terechte opmerking. Ze is er zich overigens van bewust dat ze best tot haar recht komt in wedstrijden met een strak maar egaal tempo, eerder dan in een koers waarin ze door haar grote looptred moeilijk kan reageren op brutale tempoversnellingen.

VERZUURDE RELATIE

Door de bank wekt de atlete Marleen Renders weinig of geen weerstand op. Atletiekliefhebbers en organisatoren dragen haar op handen. Alleen de relatie met de atletiekbond is al jaren verzuurd. Twee jaar geleden escaleerde het wederzijdse ongenoegen. Eerst zou Renders te veel eisen hebben gesteld om haar entourage in Sydney in de buurt te hebben. Na haar opgave daar sprak de atlete van een afrekening toen ze op het einde van het jaar de ‘gouden spike’, de trofee voor de beste atlete, naar Veerle Dejaeghere zag gaan. In een emotionele reactie zei Renders nooit meer voor België te willen lopen.

Echtgenoot Peter Seelmaekers verduidelijkt: ‘Topatleten zijn mentaal niet altijd even sterk. Marleen was enorm ontgoocheld, maar ze heeft de knop snel omgedraaid. Ze had dat jaar Parijs gewonnen, een absolute toptijd gelopen, ook op 10.000 meter. Twee keer stond ze daarmee in de top-10 van de wereld. Dat kon van Dejaeghere, ondanks haar halve finale in Sydney, niet gezegd worden. Bondsleiders, ex-atleten hebben toen tegen haar gestemd en dat kon Marleen niet hebben. Ze vond dat onrechtvaardig. We kunnen niet zeggen dat we met de bond in een conflictsituatie leven. We zitten niet op dezelfde golflengte met bepaalde individuen. Ook nu weer wordt er zwaar geknabbeld aan ons budget als we niet aan alle eisen en vragen van de bond voldoen. We hebben duidelijk een verschillend idee over professionalisme. Marleen is op stage vertrokken om het WK halve marathon voor te bereiden. Als we vragen om een gedetailleerde beschrijving van het parcours lijkt dat al te moeilijk. In het verleden maakte men er problemen van dat ik bij Marleen in de buurt wou zijn in de slotfase van de voorbereiding op een kampioenschap. Ze heeft dat nodig. Gelukkig is daar nu verbetering in gekomen. Marleen is verre van grootsprakerig, maar ik denk dat men er bij de bond problemen mee heeft dat Marleen mondig is en zegt wat ze denkt.’

Marleen Renders heeft nog een paar jaar te goed als atlete aan de top. Specifieke doelen en tijden heeft ze niet op papier gezet. Voor zondag in Brussel bijvoorbeeld gaat ze ervan uit dat een plaats in de top-10 al erg goed zou zijn, dat een podium zoals de bond dat graag ziet, niet evident is. Met haar tijd van Parijs in het achterhoofd weet ze dat ze misschien nog één of twee minuten harder kan op een snelle marathonomloop. Maar tijden zeggen niet alles. Podia en overwinningen zijn voor haar even belangrijk. Ze is er zich van bewust dat conditie, blessures, gezondheid, weersomstandigheden mee resultaten bepalen en dat een langeafstandsloopster maar een paar kansen per seizoen krijgt om te slagen of te mislukken. Renders heeft het woord ‘stoppen’ nog niet in de mond genomen, maar echtgenoot Seelmaekers weet dat een slecht seizoen zo’n beslissing in de hand zou werken. Maar na Parijs kan het vertrouwen voorlopig niet stuk. Afscheid nemen in schoonheid is het verre doel. Wanneer blijft ook voor de atlete een onbeantwoorde vraag.

Dirk Gerlo

PODIA EN OVERWINNINGEN ZIJN EVEN BELANGRIJK ALS TIJDEN.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content