Een grootscheeps gerechtelijk onderzoek naar witgewassen drugsgeld legt de achilleshiel bloot van de bestrijding van de internationale financiële criminaliteit.

In het Andalusische kuststadje Marbella onderzoeken speurders uit Spanje, Frankrijk, Rusland, Duitsland, Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten de methodes waarmee voor 600 miljoen euro drugsgeld verschoond zou zijn. Via een plaatselijk advocatenkantoor, een paar notarissen en een vastgoedmaatschappij zouden de witwassers massaal hebben geïnvesteerd in schattige witte huisjes langs de Spaanse kust.

Operatie Witte Bezem, zoals het onderzoek in Spaanse politiekringen wordt genoemd, begon in september 2003. De speurders linkten het advocatenkantoor in Marbella met 30 miljoen euro op honderden bankrekeningen, 400 miljoen euro cash en met eigendomspapieren voor 251 gebouwen en twee volledige wijken rond de witte stad. Ze legden beslag op 42 Rolls-Royces, Ferrari’s en Porsches, maar ook op twee vliegtuigen in Malaga en een jacht in Puerto Banus, de haven van Marbella. Daarnaast vonden ze levenslijnen naar meer dan duizend bedrijven, waarvan minstens tweehonderd zonder personeel en met een en dezelfde bestuurder.

Marbella heeft alles wat een stel witwassers zich kan dromen. Het is een regio met een uitgesproken toeristisch karakter waar buitenlanders niet opvallen, het heeft een stabiel banksysteem, een bloeiende vastgoedmarkt en vormt het perfecte portaal naar de internationale geldstromen.

Maar het belangrijkste was wellicht nog het lokale ondernemersklimaat: Andalusië is het stukje Spanje waar het grootste aantal nieuwe ondernemingen wordt opgericht: 2209 in 2003. 65 procent van die bedrijven heeft maar één aandeelhouder, ruim de helft telt geen werknemers, en er is amper controle op hun activiteiten. Het Europees Politiebureau Europol heeft de Costa del Sol niet voor niets omschreven als het geliefkoosde toevluchtsoord van ‘ontelbare groepen uit de georganiseerde misdaad’.

Spaanse economen en criminologen hebben al gepleit voor een strikter toezicht op de advocatenkantoren, een grondiger gegevensuitwisseling tussen de politie en de fiscus. Maar eigenlijk luidt de hamvraag: hoe kan een stel advocaten zonder probleem duizend patrimoniumvennootschappen oprichten?

De tentakels van het criminele netwerk van Marbella reikten naar Gibraltar, Andorra, Delaware, Luxemburg en het eiland Man. Fiscale paradijzen waar financiële rechercheurs al te vaak op dikke muren botsen en waar kluizen en vennootschapsregisters doorgaans hermetisch afgesloten blijven voor nieuwsgierige speurneuzen uit het buitenland. Zolang er plaatsjes als Gibraltar bestaan, met 80.000 nauwelijks gecontroleerde offshore-bedrijfjes voor amper 30.000 inwoners, is er weinig kans dat de berg van zwart geld – naargelang de schatting goed voor 460 tot 1150 miljard euro per jaar – binnen de kortste keren zal inkrimpen. ‘Dit is het topje van de ijsberg’, zei de onderzoeksrechter in Marbella. Hij heeft helaas groot gelijk.

Frank Demets

In Andalusië telt de helft van de nieuw opgerichte bedrijven geen werknemers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content