Koraalriffen zijn de regenwouden van de oceaan, en net als de wouden zijn ze gevoelig voor de klimaatopwarming. Op veel plekken sterven ze massaal af. Wetenschappers proberen wanhopig het tij te keren. Zo onderzoeken ze de verspreiding van de diertjes. Koraalriffen bestaan uit grote kolonies van vastzittende diertjes die zich, net als de bomen in een woud, niet kunnen verplaatsen. Maar net als de zaden van bomen kunnen hun larfjes wel verplaatsingen aan.

Marien bioloog Marc Kochzius (VUB) en zijn team beschrijven in Heredity hun onderzoek naar de verspreiding van koraallarfjes. Die worden meegenomen met zeestromingen. Hoe langer de diertjes in hun larvale fase blijven steken, hoe verder ze raken, maar hoe kleiner de genetische verschillen tussen diverse koraalriffen. Het onderzoek moet mee aangeven waar de koralendiversiteit het hoogst is. Die zones moeten prioritair beschermd worden.

Ecoloog Farid Dahdouh-Guebas (VUB) en zijn collega’s stellen in Proceedings of the National Academy of Sciences dan weer dat de veerkracht van de eveneens bedreigde mangrovewouden niet in de eerste plaats van hun uitgestrektheid afhangt, maar van hun biologische diversiteit. Mangroven hebben door hun specifieke eigenschappen sowieso een lage natuurlijke diversiteit, waardoor ze extra gevoelig zijn voor het verlies van soorten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content