Het IESE, ’s werelds beste MBA-programma, is een product van Opus Dei.
Voor het eerst haalt een Europese universiteit de eerste plaats op de ranglijst van beste MBA-programma’s die werd samengesteld door The Economist Intelligence Unit. Deze spin-off van ’s werelds beste economische publicatie motiveert zijn keuze door het feit dat de alumni van het Instituto de Estudios Superiores de la Empresa (IESE) van de universiteit van Navarra, na het afwerken van het programma een basissalaris kunnen verwachten van 142.000 dollar op jaarbasis. Van die afgestudeerden vindt 96 % binnen de drie maanden een baan.
Het is echter niet alleen een goedbetaalde job in de internationale zakenwereld die de studenten na 19 maanden blokken ambiëren. Op weg gezet naar de hoogste directiekamers van het internationale zakenleven, worden zij ook van huid tot bot geïmpregneerd met een meer dan flinke portie preconciliair katholicisme. Het IESE werd namelijk in 1958 opgericht door Opus Dei, zo wist Die Welt te achterhalen. Aan Die Welt legde de Spaanse socioloog Alberto Moncada, zelf een overgelopen OD’er, uit dat Het Werk deze infiltratie in de pole position van de internationale economie als een van haar grootste triomfen beschouwt. Belangrijk is daarbij niet eens het feit of de alumni na afloop van hun studietijd tot Het Werk zullen toetreden. Buiten de 59.000 euro aan inschrijvingsgeld, kan Opus Dei zich aldus verzekeren van een constante en lucratieve stroom aan inkomsten. De orde leeft immers uitsluitend van giften en schenkingen. Door Die Welt genoemde schattingen spreken van 180 miljoen euro op jaarbasis alleen al in Spanje, waar een derde van de 85.000 leden resideert.
De centen worden blijkbaar goed besteed. Toen het Vaticaan na het faillissement van de Banco Ambrosiano achterbleef met een schuldenberg van 240 miljoen dollar, kon de rekening moeiteloos worden doorgeschoven naar Het Werk. Alleen al van de voormalige voorzitter van de Banco Popular, Luis Valls Taberner, kreeg de orde minstens 750.000 euro. Het bedrag werd Taberner toegekend naar aanleiding van zijn pensionering. Net daarvoor had hij ervoor gezorgd dat Opus Dei, via een aan haar gelieerde liefdadigheidsstichting, 22 miljoen euro toegeschoven kreeg. Dat bedrag stond voor 3 % van de nettowinst van de bank. Volgens Moncada wemelt het in het Spaanse economische en politieke establishment van de OD-aanhangers. De vorige premier José Maria Aznar en zijn vrouw stonden geboekstaafd als sympathisanten. Dat geldt ook voor Ana en Loyola de Palacio, respectievelijk minister van Buitenlandse Zaken en EU-Commissaris voor Transport.
Samengesteld door Marcel Schoeters
