Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

EMI trekt het Chopinjaar op gang.

Bluesmuzikanten kennen een mooie uitdrukking voor het verwerven van de vaardigheid en de geestelijke diepte die kunst onderscheiden van goede bedoelingen: to go to the crossroads. Naar het kruispunt gaan, de plaats waar men, zo wil het deze variant op de Faustmythe, zijn ziel aan de duivel verkoopt.

Nu sloot Goethes Faust een duivelspact om te wéten en te hébben – om te zondigen dus. Artistieke aanleg heet in het oude Europa evenwel een ‘godsgeschenk’. Of ‘een kus van de Muze’. De bluespioniers, de slavernij nog in hun botten, waanden zich wegens hun talent duivelskinderen. Een merkwaardig verschil.

Altijd weer zijn god of duivel nodig om te verklaren wat mensen het sterkst raakt. Wat jammer dat kunst niet menselijk mag zijn. Waarom de kruispuntgang niet als een geruststelling interpreteren? Ook genieën evolueren en verwerven.

Frédéric Chopin, die op 1 maart 200 jaar zou worden en daarom nog meer dan anders wordt gespeeld, is daarvan een goed voorbeeld. Hij is naast Schumann (die 200 wordt op 8 juni!) de krachtigste magiër van de romantiek. Distilleerde uit de meest subjectieve stijlperiode, decadent en dus vergankelijk, een oeuvre dat tijdloos zal blijken. ‘Door de piano ontdekte hij alles’, zei Debussy. En hij bedoelde wel degelijk: álles.

Het is EMI dat in cd-land het Chopinjaar op gang trekt. Het doet dat met verve door twee haast nooit gespeelde jeugdwerken – het Pianotrio opus 8 en het Grand Duo voor cello en piano – te combineren met de late cellosonate. Op de liederen na is dit Chopins complete kamermuziek, al de rest schreef hij voor piano.

In één moeite door wordt met deze plaat de schitterende, jonge cellist Andreas Brantelid voorgesteld aan wie zijn debuut even geleden heeft gemist. Pianiste Marianna Shirinyan en violiste Vilde Frang, over wie u zeker nog zult horen, dienen hem van antwoord.

Goed spelen is goed spelen, daar moet verder weinig over gezegd. Om twee redenen vind ik deze plaat extra belangwekkend. Eén: Brantelid en Frang zijn allebei piepjong, zoals Chopin toen hij zijn trio schreef. Zij tonen nog eens dat Chopin – zelf geen 40 geworden – geen bejaarden vergt. Twee: vergelijking van het trio met de sonate leert dat zelfs Chopin niet vanzelf kon wat hij kon: van beloftevol doorslagje naar soevereine artiest, het was ook voor hem een lastige weg.

Eén klein minpunt dat makkelijk vermeden had kunnen worden: deze plaat is slecht gemasterd. De sonate en het trio lijken qua opnameklank niks met elkaar te maken te hebben, wat bij het luisteren de illusie onmogelijk maakt, dat de muziek je als livesequentie wordt aangeboden.

BOZAR VIERT CHOPIN VANAF 5 FEBRUARI (www.bozar.be). CC Maasmechelen sluit zijn Chopin-integrale op 27 februari (www.ccmaasmechelen.be). Flagey belicht Chopin vanuit literaire hoek op 27 februari (www.flagey.be).

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content