Soms kan het raar lopen. Je hebt een diploma op zak en je gaat toch een andere richting uit. Raf Walschaerts studeerde psychologie, maar verdient zijn brood op de planken. Filippe Van de Craen, een bio-ingenieur, werkt nu als muziekmanager.

Naam: Raf Walschaerts

Leeftijd: 43

Studie: psychologie

Beroep: cabaretier bij Kommil Foo

Waarom koos je voor psychologie?

RAF WALSCHAERTS: Dat kwam door het PMS, het huidige CLB. Ik zag wel iets in filosofie, maar zij vonden psychologie praktischer. Daar is de keuze dus op gevallen. Muziek en theater waren toen al een passie, maar ik wist niet dat ik daarvan mijn beroep kon maken. Ik besefte ook niet dat er scholen zoals Studio Herman Teirlinck bestonden. Om maar te zeggen hoe weinig ik toen wist over studierichtingen.

Heb je veel aan die studie gehad?

WALSCHAERTS: Hoe lullig het ook klinkt, ik draag die algemene vorming nog altijd met me mee. Op het podium, maar ook ernaast. Ik heb er wijsheden opgepikt waaraan ik nog altijd veel waarde hecht.

Jullie begonnen met Kommil Foo toen jij nog studeerde. Kwam je studie op de eerste plaats?

WALSCHAERTS: De twee stonden elkaar niet echt in de weg. Ik begon nooit te studeren voor februari, maar ik slaagde wel altijd. Toen kon dat nog. (lacht) Ik ging in mijn studententijd ook heel veel uit. Daarnaast schreef ik songs en we versierden wat optredens. Tegen de tijd dat ik afstudeerde, werden we bekender. Ik besloot dat ik me voorlopig op Kommil Foo zou concentreren. Intussen zijn we twintig jaar later.

Mocht het ooit fout lopen met Kommil Foo, zou je dan nog als psycholoog gaan werken?

WALSCHAERTS: Ik denk het niet. Ik vrees dat ik een hopeloos verouderde psycholoog zou zijn. Wat ik nu doe, is voor mij trouwens veel meer dan een beroepskeuze. Het is – om een beladen term te gebruiken – bijna een roeping. Ik denk niet dat ik hier ooit nog mee stop. Op de planken kan ik volgens mij veel meer voor iemand betekenen dan als psycholoog.

Naam: Filippe Van de Craen

Leeftijd: 39

Studie: bio-ingenieur

Beroep: muziekmanager bij Quiet Concerts

Je studeerde af als bio-ingenieur. Waarom die keuze?

FILIPPE VAN DE CRAEN: Thuis wilden ze graag dat ik een universitaire opleiding zou volgen. Eerst wist ik niet goed wat ik wou, de keuze was te uitgebreid. Ik twijfelde tussen drie richtingen: handelsingenieur, geneeskunde of bio-ingenieur. Uiteindelijk bleef bio-ingenieur over. De eerste twee jaar was het zwoegen met algemene vakken, daarna kon ik kiezen. Ik koos voor landbouw en ben afgestudeerd in bosbouw. Ik wilde graag iets doen dat te maken had met ontwikkelingssamenwerking, maar dat bleek moeilijk zonder ervaring. Uiteindelijk kon ik aan de slag bij het Vlaams Agrarisch Centrum (VAC), waar ik diensthoofd werd.

Hoe ben je dan in de muziekbranche gerold?

VAN DE CRAEN: Ik ging graag naar concerten en begon meer Vlaamse groepen te volgen. Via via leerde ik rumplestitchkin kennen, een Vlaamse band. Ze hadden een nieuwe cd uitgebracht en ze zochten een manager – iets wat ik als hobby op mij nam. Mijn collega bij het VAC was toevallig de vriendin van Tom Kestens, de frontman van Lalalover. Die vroeg me op een dag of ik hun tourmanagement wou verzorgen. Ik zei ja, en later nam ik ook de rest van hun management over. Op dit moment hou ik me bezig met Lalalover, rumplestitchkin, Jim Cole en Gustaph.

Tegenover het leven van een bio-ingenieur lijkt dit een onzeker bestaan.

VAN DE CRAEN: Het is een risicovak, dat klopt. De nieuwe plaat van Lalalover bijvoorbeeld, die eerst in het voorjaar zou uitkomen, verschijnt pas in het najaar. Ik moet een half jaar zonder inkomsten overbruggen. Dat is geen sinecure, maar toch voel ik me goed in mijn baan. Tegenover vroeger staat heel mijn leven op zijn kop: bosbouw was mijn opleiding en mijn beroep, muziek mijn hobby. Nu heb ik van muziek mijn beroep gemaakt en van wandelen in het bos een hobby. (lacht)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content