Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Druk geweest, 2004. Twee telefoons gehad! Het dubbele van in een normaal jaar. Over de eerste hoeft u niets te weten. De tweede was traditioneel half december, en u weet al wat dan volgt.

”t Egyptenaarke! Verrassingsinspectie!’

– Mijnheer Ghali. Ik verwachtte u al. Hoe gaat het?

‘Ik mag niet klagen. Beter alleszins dan met zoon en vader Annan. Kojo en Klojo. En? Tevreden over de fotootjes het afgelopen jaar? Dat was wat anders dan de brol die gij voordien bijeen hebt geharkt, nietwaar?’

– De foto’s waren schitterend. Een briljant idee van u, mijnheer Ghali, ik geef het graag toe. Alleen Karel was niet opgetogen. We waren nog niet aan zeven of hij lag al bijna buiten in Berlare. Het huis is van haar.

– ‘Oog voor vrouwen, dat heeft men of dat heeft men niet. En zonder onbescheiden te zijn: ik heb het. Was ik vier jaar jonger, die Karel zou moeten oppassen. Hebt gij zo eens niet gepro…’

– Mijnheer Ghali, zo zijn wij niet op Knack.

– ‘Maar man. Ge zijt toch minstens met haar gaan eten?’

– Daar ben ik te verlegen voor.

‘Aha, nu heb ik u, huichelaar. Ge onderschat het wereldwijde netwerk vaninformanten dat een gewezen secretaris-generaal van de UNO tot zijn beschikking heeft. Eind juni. Alletwee pata negra om te beginnen. Daarna alletwee Viennoise Cabillaud met een fleske witte Meursault, een uitstekende keuze trouwens. Tot slot zij een cappuccino, en gij een gewoon koffietje. En zij heeft uw praline opgegeten. Wel, wat hebt ge nog te zeggen?’

– Niets. Ik heb u inderdaad onderschat.

– ‘In welk restaurant het was, zal ik maar stil houden. Rik zou niet contentzijn, vrees ik.’

– Rik heeft niet betaald. Ik heb de rekening niet durven indienen.

‘Van Mireille gesproken: wat is me dat toch met die VLD? Ik zal u ditzeggen: het Joenk kan misschien veel, hij kan roepen en tieren, hij kan de joviale peer spelen, hij kan beginnen wenen als de omstandigheden het vereisen, hij kan Hilde Vautmans het hof maken, hij kan de bazen van journalisten opbellen, in het planten van messen in ruggen is hij wereldkampioen… Maar wat hij niet kan, is een groep mensen leiden. Die twee regeringen-Verhofstadt, dat zijn toch de allerzwakste uit uw politieke geschiedenis, of niet?’

– Wel, er is het homogeen katholieke kabinet Jules Vandenpeereboom geweest, tussen januari en juli 1899. Daarop zijn we ook niet trots.

– ‘1899! Waarover spreekt gij? Toen was hier Toetmosis IV nog aan het bewind. Neenee, in de moderne tijden gaat ge geen enkele coalitie vinden, ook die van Leburton niet, die zo slecht functioneerde als Paars. Plat op uw buik gaan liggen voor Elio Di Rupo, dat noem ik niet regeren. Gezien de aard van het beestje zou ik dat alleen “onvoorzichtig” noemen.’

– Mijnheer Ghali, kunt gij de jaarthema’s nog eens opsommen, want ik ben de draad volledig kwijt.

– ‘Uit het blote hoofd, waarde vriend. September 1991, Russische generaals: ode aan het Kwaad Bloed. Daarna prins Charles: ode aan het onafhankelijke denken. Boutros Boutros-Ghali, votre serviteur: ode aan het nutteloze. Madonna: ode aan de onschuld. Dehaene: ode aan de ervaren gids. Claes: ode aan de eenvoudige man, een beetje Egyptisch van aanzicht, die zich door grote moed en zelfopoffering tot het hoogste wereldniveau heeft opgewerkt en daarvoor stank voor dank heeft gekregen. De Rat: ode aan het Afrikaanse leiderschap. Jeltsin: ode aan een nuchter en krachtdadig beleid. Tobback: ode aan de goedgemutste bejaarde die na zijn pensioen een centje bijverdient. Den Baard: ode aan de georganiseerde misdaad. Prins Laurent: ode aan de dienstbare monarchie. Verhofstadt: ode aan de grootste machiavellist ter wereld. Mireille: ode aan de bescheiden liberaal, bijna de gescheiden liberaal. Wat een lijst, niet?’

– Om schrik van te krijgen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik nog geen idee heb voor een nieuwe jaarleuze, laat staan voor een foto die erbij hoort. Maar nu ge toch bewezen hebt er iets van te kennen…

– ‘Dat had ik wel gedacht. Van de vele zuchten die u eigen zijn, is werkzucht niet de meest in het oog springende. Gelukkig is er uw oude vriend. De jaarleuze voor Kwaad Bloed 2005 wordt… ode aan de deugdzame lust. Wel, wat peinst ge?’

– Ode aan de deugdzame lust!? Wie gaan we daar bij zetten? Ik had eigenlijk gedacht om, bij hoge uitzondering, een tweede jaar Mireille…

– ‘Geen sprake van. Ge hebt er zelf altijd op gehamerd dat iedereen maar recht had op één jaar.’

– Ja maar, ze dringt er zelf min of meer op…

– ‘Ik heb er ook op aangedrongen, en het was telkens njet. Ik niet, zij ook niet. Bovendien kan ik me niet van de indruk ontdoen dat slechts één van de twee elementen uit “deugdzame lust” op haar van toepassing is.’

– Zoals George Best zei: ‘Ik mocht niet bij de Anonieme Alcoholiekers omdat ik maar aan één van hun twee criteria voldeed.’

– ‘Voilà. Maar breek er uw hoofd niet over, ik heb alweer voor de foto’s gezorgd. Er gaan er een paar verrast opkijken, geloof me. Groeten aan de Rik, en probeer het nog een jaartje vol te houden. Waar anders zouden ze iemand als gij trouwens aannemen?’

– Dag mijnheer Ghali.

– ‘Dag vriend.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content