Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Op 23 december oordeelt het Hof van Cassatie in het Agusta- en Dassault-proces. Opmerkelijkste afwezige op dat proces was Guy Mathot. Die heeft intussen de controle over de Luikse PS verworven.

Ik dacht dat ik droomde. Ancia zei me: ‘Ik stel je in staat van beschuldiging.’ Beschuldigd van wat?!, vroeg ik nog. ‘Ha, dat is nu mijn innerlijke overtuiging’, zei ze. Ik wacht intussen nog altijd op een eerste element dat die inbeschuldigingstelling zou wettigen. Maar ze hebben mij wel politiek geliquideerd…

Die inbeschuldigingstelling, dat was enkele jaren geleden. Guy Mathot, hier aan het woord, bevond zich in het oog van een politieke storm, samen met de twee andere Guy’s, Coëme en Spitaels, toen hij op 16 mei 1994 door de Luikse onderzoeksrechter Véronique Ancia in staat van beschuldiging werd gesteld omwille van zijn vermeende rol in de aankoop van de 46 Agusta-helikopters door het Belgische leger. Ancia schaatste op flinterdun ijs. Het Agusta-dossier tegen Mathot woog licht. Toch zette de onderzoeksmagistraat door en beschuldigde hem van actieve corruptie.

En opnieuw walste het hele mediacircus over Mathot heen. Dat was hij na de talloze affaires waarin z’n naam ooit was genoemd wel gewoon geraakt. Maar dit keer kreeg hij ook een flink deel van zijn partij, de Parti Socialiste, tegen zich. Zijn streekgenote Laurette Onkelinx, dochter van Gaston Onkelinx, ooit een van zijn beschermheren, eiste dat zij die de partij in opspraak hadden gebracht – Mathot dus – definitief een stap opzij zouden zetten. Er bestaan RTBf-beelden van haar toespraak. Maar er zijn ook beelden van Mathot, omringd door enkele lokale gabbers die besmuikt lachend en met hun Stella’s in de knuist toekijken terwijl Onkelinx zich vooraan druk maakt. “’t Zijn vreselijke beelden voor de partij”, treurde ooit een RTBf-journalist van PS-signatuur.

Vier jaar na zijn inbeschuldigingstelling begon het Agusta- en Dassault-proces, zonder Mathot in de beklaagdenbank. “De beschuldigingen waren niet hard te maken”, oordeelde procureur-generaal Eliane Liekendael.

De Luikse PS’er stuiterde na zijn inbeschuldigingstelling opnieuw recht en is er weer bovenop. Samen met zijn boezemvriend, federaal verkeersminister Michel Daerden nam hij de Luikse PS stevig in de hand. Sommigen bestempelen hem zelfs als de nieuwe PS-koning van Luik. Zijn voorzitterschap van de grote intercommunale SPE-Sud, de nieuwe benaming van het vroegere Socolie, is zijn bijzonderste politieke hefboom.

Twee jaar geleden trouwde de 57-jarige Mathot opnieuw, kreeg er een dochtertje bij, en heeft het momenteel, naar eigen zeggen, perfect naar zijn zin. Wie hem op kantoor belt en even moet wachten, krijgt muziek van de Beach Boys in het oor gegoten. Om maar te zeggen hoe onbezorgd hij zich voelt.

In de verkiezingscampagne voor het parlement en de Waalse Raad blijft Mathot aan de kant. Bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen echter doet hij een nieuwe gooi naar het burgemeesterschap van Seraing, zijn oude uitvalsbasis, waar hij destijds door wijlen André Cools werd geïnstalleerd.

Guy Mathot: Seraing telt 65.000 inwoners. Het burgemeesterschap van die gemeente is onverenigbaar met een parlementair mandaat. Dat zijn de nieuwe reglementen van de partij. Gelet op recente gebeurtenissen en de persoonlijke problemen die daaruit voortkwamen, geef ik voortaan de voorkeur aan een lokaal mandaat. Lokaal in de breedst mogelijke zin van het woord. Het is me niet alleen om Seraing te doen, maar om de Luikse regio.

Om de Luikse PS beter te kunnen controleren?

Mathot: Neen, zeg. Luik is in volle mutatie. Verre van mij te beweren dat alles er perfect is. Maar de stad beweegt. Het staal blijft er een van de belangrijke activiteiten. Langs het Albertkanaal ontwikkelt zich een heel nieuwe industriële pool die door iedereen wordt onderschat. De Luikse haven, die zich uitstrekt langs het Albertkanaal en de Maas, is de op twee na grootste binnenhaven van Europa. In Luik verzetten ze een groter volume dan in de haven van Parijs. We zitten wel verveeld met de milieugevolgen van de uitbreiding van de luchthaven van Bierset. Dat debat is aan de gang en moet tot een oplossing leiden. De HST in Luik is een feit, met een razende economische ontwikkeling tot gevolg. Het oude imago van de stad klopt niet meer met de werkelijkheid. Luik is niet langer Palermo-aan-de-Maas.

Maar de politieke trauma’s blijven?

Mathot: De genezing is ingezet. Er zijn minder interne spanningen. We hebben geen frontale aanrijdingen meer zoals we die tot voor enkele jaren nog geregeld beleefden. Alleen de positie van José Happart blijft een vraagteken. De vaak aparte houding van burgemeester Jean-Maurice Dehousse wordt binnen de partij aanvaard, en in zekere zin heeft hij een temperend effect op Happart. De haat is in elk geval verdwenen. De coëxistentie met Laurette Onkelinx is voorbeeldig. Haar uitval destijds naar mensen die de partij in opspraak brachten en die een stap opzij moesten zetten, heb ik nooit aangevoeld als een verwijt aan mij gericht. Ik heb de richtlijnen van de partij gevolgd. Wat niet kan worden gezegd van andere PS’ers, die intussen in opspraak geraakten.

Ik vind nu rust in het bestuur van de stad en de regio, en heb geen zin meer om grote politieke gevechten te leveren. Het komt er nu op aan Wallonië een nieuw imago mee te geven.

Er wordt gezegd dat u ook naar Vlaamse investeerders zoekt?

Mathot: De stedelijke regio’s krijgen een groter belang in de Europese constructie. Soms zijn die regio’s grensoverschrijdend zoals Kortrijk-Rijsel en hier Luik-Keulen. Maar we blijven werken aan de economische as Vlaanderen-Wallonië. En ik wanhoop niet dat die relatie zal verbeteren. Vlaamse bedrijven zoeken naar Waalse vestigingen en praten met ons. Ze ervaren Wallonië niet langer als een vijandelijk territorium, maar als een interessant afzet- en ontwikkelingsterrein. Tenslotte heeft iedereen zijn herstructureringsgolven. In het verleden kenden wij problemen in de staalsector. Vandaag heeft Vlaanderen af te rekenen met herstructureringen in de automobielsector.

Maar in Vlaanderen heb je financiers die in de eigen ontwikkeling geloven, die investeren in ontluikende industrieën. Wij hebben daarentegen de desertie meegemaakt van de grote financiers, zoals de Generale.

Ze gingen bij de PS toch altijd prat op hun uitstekende relaties met Etienne Davignon van de Generale en met Albert Frère? Davignon kwam zelfs voor Spitaels getuigen op het Agusta-proces.

Mathot: Bij de PS dachten ze via Davignon de Generale min of meer in bedwang te kunnen houden. Het was klassiek: liep er iets mis, dan trokken die van ons naar Davignon. Of naar Albert Frère. Alsof die zich een bal aantrokken van wat er met Wallonië gebeurde.

Ik heb het destijds, in 1980, zelf meegemaakt met de inkoop van Frère-Bourgeois, bij de fusie Cockerill Sambre-Hainaut Centre. De commerciële structuur van Hainaut Centre was volkomen in handen van Frère-Bourgeois dat een percent kreeg op elke gram staal – ongeacht of de marchandise met winst of verlies werd verkocht. Bij de fusie moesten we willens nillens die commerciële structuur inkopen, zoniet bleven we verlieslatend. Tijdens die onderhandelingen heb ik van het Waalse patriottisme van Albert Frère niks gemerkt.

Onlangs was het toch weer prijs, met het telecommunicatienet WIN, een constructie rond Belgacom. Iedereen in Wallonië blij, want Frère deed mee. Van zijn voorgestelde participatie blijft intussen eigenlijk niet meer dan een symbolische aanwezigheid over. Waar zitten die fameuze Waalse financiers? Mochten ze bestaan, ik zou ze toch wel kennen zeker.

Sommige PS’ers zoals Cools hebben het dan maar zelf geprobeerd?

Mathot: Het was een illusie van Cools dat hij met zijn Neos-constructie de rol van die financiers kon overnemen. Ik ben geen voorstander van overheidsinterventionisme. Maar in Wallonië was het anders niet mogelijk. Zonder de overheid was van het Waalse staal geen sprake meer, en was Wallonië al lang een braakland. Nu moeten we het geweer van schouder veranderen en financiële hefbomen uitbouwen om de overgang naar het nieuwe Wallonië te betalen. De Walen moeten af van het gevoelen dat alle heil van de overheid komt. Overheidshulp is wat anders dan openbare onderstand.

De Waalse intercommunales hadden wel een kwalijke reputatie. Gérard Deprez sprak van een loden plaat die op de hele regio woog.

Mathot: Dat alle intercommunales niet het zelfde dynamisme aan de dag leggen, is juist. Maar Deprez tekende een karikatuur. De financiële baten die een stad als Luik haalt uit intercommunales die zich inlaten met water en elektriciteit zijn bijzonder groot.

Uw voorzitterschap van SPE-Sud betekent wel een grote politieke macht.

Mathot: Politiek is dit een uitstekende uitkijkpost. Toen ik in 1971 burgemeester werd van Seraing maakte de gemeente al deel uit van de intercommunale Socolie, die later tot SPE werd omgevormd. Dit werk is dus niks nieuws voor mij. Ik ben er ook trots op dat ik destijds als Waals minister het conflict rond het Luikse elektriciteitscontract heb opgelost.

Wat maakte het uitwerken van de Pax Electrica onder André Cools onmogelijk?

Mathot: Sommige PS’ers geloofden rotsvast dat Etienne Davignon voor de schone ogen van André Cools Electrabel-baas Philippe Bodson opzij ging zetten. Mensen als Fernand Detaille (de revisor en financieel adviseur van André Cools, red.) waren daarvan overtuigd. Alsof dat allemaal zo simpel was. Ze maakten zich illusies. De Generale had haar strategische overwegingen waar ze – Stevie of niet -, niet van afstapte. Daarom heb ik nooit het elektriciteitsprobleem in het Luikse geval per geval willen aanpakken. Ik heb er een globaal onderhandelingspakket van gemaakt. De inzet was de levering van de elektriciteit voor de stad Luik waar de Generale aanwezig wilde blijven. Als tegenprestatie moest ze zich terugtrekken op terreinen waar ze minder sterk stond, zoals de gasvoorziening. Het was geven en nemen.

Het Luikse elektriciteitscontract werd ooit beschouwd als een ernstig spoor in de enquête naar de moord op Cools?

Mathot: Alles was goed om mijn naam bij de zaak te betrekken. Mijn relatie met André Cools kan je in verschillende fases opdelen. Toen ik destijds naar Seraing trok, was dat op de uitdrukkelijke vraag van André Cools, zoals ik ook dankzij hem minister werd.

In een volgende fase was ik gedurende twee jaar burgemeester zonder parlementair mandaat. De redenen daarvoor zijn bekend: de moeilijkheden met Eliane van Vreckom, met voetbalclub Seraing. Dossiers waarin, zo is naderhand gebleken, nogal wat gemanipuleerd werd.

Tot de jaren 1986-’87 – tot vlak voor de verkiezingen – was ik politiek compleet afwezig. Cools werd in die periode in het Luikse geregeld in de tang genomen door Jean-Maurice Dehousse en de happartisten. Samen met Michel Daerden heb ik dan een aantal initiatieven genomen. Daarom was ik ineens goed gezien door de groep van Flémalle. Daar zei Cools op een moment: we gaan naar de verkiezingen met twee lijsttrekkers: Guy – ik dus – en Van der Biest, met achter hen twee jongeren: Daerden en Onkelinx. Geen problemen. Daarop stortte alles in mekaar. Er was het fameuze participatiecongres midden 1988, dat tot een heus atoomconflict leidde tussen coolsiens en happartisten. In de grond was ik het met Cools eens, maar niet met z’n methodes. Hij wilde Dehousse, Happart en Jean-Claude Van Cauwenberghe uit de partij en ze politiek liquideren. En ik zei dat dit niet kon. Van dan af liep ik in Cools’ weg. Na zijn dood werden een aantal van zijn uitspraken op een heel andere manier uitgelegd, en tegen mij en Dehousse gebruikt.

Wanneer heeft u voor de laatste keer met Cools gepraat?

Mathot: Echt gepraat? Twee maanden voor z’n dood. Hij was toen volop in oorlog met Spitaels, die hij verweet Happart in de partij te hebben gebracht.

Cools had wel gelijk te beweren dat de partij met Happart de problemen in huis haalde?

Mathot: En de kwestie-Happart is nog altijd niet opgelost. Al doet iedereen flink z’n best om het te laten voorkomen alsof het probleem niet bestaat. Happart besefte dat hij in Voeren uitgespeeld was. Het valt nu te vrezen dat Happarts ministeriële ambities heel wat onmin zullen veroorzaken. Als de PS-leiding aan die ambities toegeeft, is de schade niet te overzien.

Happart onder controle houden, is niet evident. Hij is op z’n minst gezegd onvoorspelbaar. Bovendien, hoe moeten we de samenwerking met Vlaanderen op peil houden met Happart als Waals minister aan de onderhandelingstafel?

Hetzelfde geldt voor de PS die nu werkt aan de alliantie met PRL-FDF, alsof Vlaanderen niet bestaat en de CVP vanop het balkon zal toezien terwijl wij Verhofstadt en zijn VLD in de regering loodsen. Dat wil ik nog eens zien. Want ook de SP wil niet weten van een samenwerking met Verhofstadt. Maar intussen geloven ze bij ons alles wat PRL-voorzitter Louis Michel uitkraamt.

Wat is de impact van het Agusta-proces op de PS-achterban?

Mathot: Het ergste is voorbij. Het aanslepen van het proces, het ingewikkelde van de materie, het heeft de geesten wat afgebot. Bovendien vragen de meesten zich af waarom alleen de socialisten in de tang werden genomen. Ik denk dus niet dat dit een electoraal impact zal hebben. De menselijke schade, dat is weer wat anders.

Ook bij u lijkt de verbittering weggeëbd?

Mathot: Ik heb nog altijd de indruk dat ik erin geluisd ben. Als ik dan zie wie bij de PS van alles op de hoogte was. Zij wisten blijkbaar allemaal dat ik onschuldig was en ze hebben niks gezegd. Omdat het ze goed uitkwam dat alle spots op mij gericht stonden.

U nam samen met Spitaels ontslag. Heeft u hem ooit gevraagd wat er aan de hand was?

Mathot: Ik heb daarover nooit gepraat met Spitaels. Tot op vandaag weet ik nog altijd niet wat er precies is voorgevallen.

Trouwens, wat er in deze affaires allemaal gebeurde, heeft Cools gewild. De verschillende demarches werden door hem opgelegd. Hij deed dat samen met zijn naaste medewerkers onder wie de gewezen kolonel Jean Dubois en Philippe Moureaux die in die jaren – we mogen dat niet vergeten – vice-premier was. Zij hebben het hele Agusta-dossier willen manipuleren. Let op, ik heb het hier niet over corruptie. Guy Coëme heeft trouwens alles gedaan om Dubois buiten het departement van Defensie te houden. Hij zette hem buiten via de voordeur, maar Dubois sloop via het venster opnieuw binnen. Die aandrang om alles te willen controleren en te manipuleren, is ons fataal geworden en heeft ertoe geleid dat de PS bij Cassatie in de beklaagdenbank belandde.

Rik van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content