In de Wetstraat en belendende straten werd de voorbije dagen – door de ene met enige gêne, door de andere met een zekere irritatie – kennis genomen van een denkstuk dat gewezen minister Frank Vandenbroucke schreef op verzoek van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck. Strategische keuzes voor het sociale beleid is de titel van de bijdrage, die de neerslag is van een lezing die de gewezen SP.A-minister eerder dit jaar hield voor de medewerkers van het Centrum.

De gêne was groot in regeringskringen, die zich ineens geconfronteerd zagen met cijfers die ze liever nog een tijdje onder de mat wilden houden. De irritatie gold dan weer de Vlaamse socialisten. Die trachtten de afgelopen weken en maanden de aandacht van de media te trekken met vaak onvolledige, soms slordig bij elkaar geschreven beleidsvoorstellen uit de snelkeuken van de partij. Het werkstuk van Vandenbroucke confronteerde de SP.A-top ineens met de eigen politieke irrelevantie.

De boodschap van Frank Vandenbroucke is niet nieuw. Jaren geleden al, eind 2004, werd hem door de partijtop de mond gesnoerd – toenmalig voorzitter Steve Stevaert kwam er speciaal voor uit Cuba terug – nadat hij voorspelde dat de federale overheid binnen afzienbare tijd niet meer bij machte zou zijn haar engagementen tegenover de burgers na te komen. ‘En die engagementen,’ zo zei Vandenbroucke er voor de duidelijkheid bij, ‘dat zijn onder meer de uitbetaling van de pensioenen en het organiseren van de gezondheidszorg.’ Vanwege soortgelijke, zij het voorzichtiger geformuleerde bedenkingen was Vandenbroucke eerder al door de PS van Elio Di Rupo uit de federale regering gewerkt.

In zijn recente artikel tekent Vandenbroucke de omvang van de inspanning die de overheden de komende vijf jaar moeten leveren om onze sociale zekerheid overeind te houden. Het primaire saldo (het verschil tussen inkomsten en uitgaven zonder rentelasten) van alle overheden samen moet in die vijf jaar naar beneden met 5 procent van het bruto binnenlands product. Dat komt neer op snoeiwerk dat zwaarder is dan dat van Wilfried Martens in de loop van de jaren tachtig, en dat van Jean-Luc Dehaene in de jaren negentig samen. De federale overheid moet tegen 2015 ruim 18 miljard euro – of net geen 800 miljard in frank – besparen.

En dan mag er niets fout gaan, zoals een stijging van de rentelasten, mag de eurozone niet nog eens stranden in Zuid-Europese kommer en kwel, en moet de jaarlijkse economische groei in de buurt van 2 procent blijven. En dat laatste wordt denkelijk een probleem. De Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Robert Fogel voorspelde onlangs in Foreign Policy het krimpen van het economische gewicht van de Europese Unie, vandaag nog goed voor 21 procent van het bruto wereldproduct, tot amper 5 procent van het bwp. Een gevolg van de forse vergrijzing – tegen 2040 zit de EU met een bevolking waarvan een derde ouder is dan 65 – en de tanende productiviteit.

Het studiewerk van Frank Vandenbroucke, die onomwonden een sociale staatshervorming voorstaat en stringente ingrepen aanreikt om het pensioenstelsel overeind te houden en de toenemende armoede te bestrijden, is een van de belangrijkste politieke denkoefeningen van de laatste decennia. De reacties waren echter ondermaats. Vicepremier Laurette Onkelinx gaf tenminste toe dat er een probleem is. Maar voor haar oplossing, hogere belastingen, putte ze uit de traditionele PS-trommel. In Vlaanderen werd Vandenbrouckes essay, ook in de media, meteen gereduceerd tot een heilloos gekibbel over het al dan niet duurder maken van de dienstencheques – een detail – en een interne confrontatie tussen de gewezen minister en de SP.A-top.

Volgens een commentator in De Standaard werkt Vandenbroucke cerebraal en beleidsmatig. SP.A-voorzitter Caroline Gennez zou dan weer intuïtief denken en heel bewust de oppositie opzoeken. De commentator schreef dat toe aan haar tennisverleden: ‘Ze slaat elke bal terug.’

Misschien moet iemand eens al zijn moed bijeenschrapen en tegen de SP.A-voorzitster zeggen dat ze al ruim twee jaar luchttennis speelt.

door Rik Van Cauwelaert

Alle overheden samen moeten tegen 2015 goed 18 miljard euro besparen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content