De Belg moet langer aan de slag. Anders botst ons sociale bestel tegen zijn grenzen aan.

‘De Belg werkt wel hard, maar niet veel’, zegt Jan Denys van het uitzendbureau Randstad. ‘We presteren zo ongeveer het laagste aantal uren in Europa, maar eens we aan het werk zijn, ligt onze productiviteit bij de allerhoogste van de hele wereld. Buitenlandse investeerders loven nog steeds graag het Belgische arbeidsethos.’ Daar zit het probleem dan ook niet, meent Denys, wel bij de lengte van de Belgische carrière. ‘De Belg werkt gemiddeld erg weinig jaren, en hij neemt zeer veel vakantie. Daar komt dan nog eens bij dat er relatief gezien erg veel Belgen van een uitkering leven. We zijn het enige land ter wereld waar je tijdens heel de actieve leeftijdsperiode een uitkering kan behouden, al is die uitkering zelf wel relatief laag. Het aantal uitkeringsgerechtigden zal met de komende pensioneringsgolf alleen maar toenemen. Het is duidelijk dat ons systeem dan tegen zijn grenzen aan botst, tenzij we nu iets doen.’

‘Gelukkig ontstaat langzaamaan de consensus dat de actieve loopbaan van de Belg gelengd moet worden’, weet Jan Denys. ‘Belgen gaan te vroeg met pensioen. Zolang we dat kunnen compenseren met onze hoge productiviteit tijdens de loopbaan, staan we nog sterk, maar zullen we die voorsprong in de toekomst kunnen handhaven? Ik vrees van niet, de andere landen zitten ook niet stil. Het reservoir van mensen die nu niet werken, moet gewoon aan de slag. De groep die nu dicht bij de pensioengerechtigde leeftijd staat, vindt dat natuurlijk niet leuk, maar íémand zal de rekening moeten doen kloppen. Het aantal uren per week verhogen, is in principe ook een optie, maar dat ligt politiek en sociaal veel moeilijker. De problemen om gezin en arbeid met elkaar te verenigen, zouden er alleen maar door toenemen.’

België dreigt volgens Denys de boot te missen. ‘Onze gezagsdragers durven niet genoeg concrete maatregelen te nemen’, vindt hij. ‘Andere landen werken wél actief om hun bevolking langer aan de slag te houden. Kijk, er zijn natuurlijk nog andere oplossingen denkbaar: de belastingen laten stijgen bijvoorbeeld, al zou dat onze concurrentiekracht remmen. Of de uitgaven beperken door aan de pensioenen te knabbelen. Maar dat kan toch ook de bedoeling niet zijn?’

Op het vlak van flexibiliteit kan België volgens Jan Denys nog een flinke stap vooruitzetten. ‘In de toekomst zal het doodnormaal zijn dat een werknemer multi-inzetbaar is op meerdere terreinen binnen zijn job. Nu werkt de overgrote meerderheid nog erg weinig flexibel. Er is ook relatief weinig arbeidsmobiliteit. Dat patroon is gedoemd om te verdwijnen, veertig jaar hetzelfde werk zal niet meer de norm zijn. Werknemers zullen volgens mij ook vaker gewoon wat anders wíllen en ik denk dat ze daar ook meer kansen voor zullen krijgen. Het zal ook makkelijker worden om een loopbaan even te onderbreken. Dag en nacht verschil met de huidige situatie kortom: de Belg loopt momenteel weinig risico om werk te verliezen, maar als hij toevallig toch werkloos wordt, zijn de kansen om nieuw werk te vinden, wel beperkt.’

En verdient de Belg te veel? Denys vindt van niet: ‘Een werknemer kóst te veel, maar hij verdient net te weinig, zal iedere werkgever je zeggen. De loonwig, het verschil tussen het bruto- en het nettoloon, is in België enorm groot. Dat is de prijs die we betalen voor ons sociale bestel.’

G.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content