Volgens de werkgevers bestaat er geen algemeen probleem met onze koopkracht, zoals de vakbonden aangeven. ‘Dat is er alleen bij mensen zonder job’, zegt Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder van het VBO.

De vakbonden voeren deze week gezamenlijk actie om ‘het probleem van de koopkracht’ onder de aandacht te houden. Dat is zorg nummer één van heel veel mensen, stellen ze.

De werkgeversfederaties verzetten zich evenwel tegen een te grove veralgemening. Rudi Thomaes, de gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), stelt zelfs dat de gemiddelde werknemer er in de periode 2007-2008 op vooruitgegaan zal zijn.

‘Die actieweek is een heel fout signaal’, zegt Thomaes. ‘Het brede publiek moet weten dat het koopkrachtprobleem zich voordoet bij mensen zonder job. Een aantal onverdachte instanties wijzen op de stijgende prijzen maar ook op de automatische koppeling van de lonen aan de index. Zo heeft de KBC-studiedienst berekend dat een gemiddeld gezin zijn koopkracht dit jaar met bijna 400 euro ziet toenemen. En er is het Federale Planbureau dat verwacht dat de uurloonkosten met 6,2 procent zullen stijgen, tegenover een verwachte inflatie van 5,8 procent. Toch wordt die stijging van de lonen niet opgemerkt, en is er vooral veel media-aandacht voor de stijgende prijzen. Ook de vakbonden leggen die cijfers en feiten al maanden naast zich neer, daarin voor een stuk gevolgd door de politiek’, aldus Thomaes.

Maar de VBO-baas nuanceert ook. ‘Natuurlijk vinden wij dat men moet tegemoetkomen aan diegenen die echt te kampen hebben met een dalende koopkracht. Zo was het niet onverstandig om de minimumpensioenen op te trekken (een beslissing van de speciale ministerraad over het sociaaleconomische beleid eind mei, nvdr). Maar de beleidsmakers moeten voorzichtig zijn en zich niet alleen baseren op de prijsevolutie. Dat men nu eerst eens naar de context kijkt, vooraleer er nog stappen gezet worden.’

De bonden blijken niet onder de indruk van zijn betoog. ‘Wij horen van de werknemers dat er absoluut een probleem is, en niet enkel voor mensen die van een uitkering leven’, zegt ACV-woordvoerster Greet Vandendriessche. ‘Meer en meer komen ook de middeninkomens in de problemen. Vooral de prijzen van voeding en brandstof stijgen, twee toch wel belangrijke posten in een gezinsbudget. En hoe lager je loon is, hoe meer je die stijgingen voelt in je budget.’

In december moet er opnieuw onderhandeld worden over een centraal akkoord en een nieuwe loonnorm, en dat dreigt een aartsmoeilijke klus te worden. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voorspelde vorige week immers dat de loonkosten in 2007-2008 met bijna 3 procent meer zullen stijgen dan in de buurlanden. Toch willen de vakbonden nog looneisen stellen. ‘De echte berekeningen moeten gebeuren in oktober, in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. We willen daar niet op vooruitlopen. Maar dat de onderhandelingen eind december bijzonder moeilijk zullen worden, staat buiten kijf’, klinkt het bij het ACV.

Dat loonsverhogingen bovenop de indexering er niet meer in zitten, wil Thomaes niet gezegd hebben. Maar veel hoop geeft hij de bonden niet. ‘Je moet niet eenzijdig focussen op het loon. Uiteraard bemoeilijkt dat het sociaal overleg. De vraag moet zijn: hoe evolueert het netto-inkomen? Men zal moeten begrijpen dat er behalve het loon nog andere elementen dat netto-inkomen beïnvloeden. Wij hopen vooral dat er een globaal pakket gevormd zal worden, waarin onder meer ook sociale voorzieningen worden meegenomen, het ‘flexicurity’-debat (een flexibeler arbeidsmarkt met be-houd van de sociale verworvenheden, nvdr) maar dus ook het debat over de lonen’, besluit Rudi Thomaes.

DOOR THOMAS VERBEKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content