Het is nooit eerder gebeurd in de geschiedenis van de Knack Hercule Poirotprijs: met Absint, een thriller die zich afspeelt in de Nederlandse haute finance en politiek, wint Guido Eekhaut niet alleen de prijs, hij sleepte ook nog eens een nominatie in de wacht voor Rode aarde, een boek dat hij schreef onder het pseudoniem Nellie Mandel en dat gesitueerd is in Canada. ‘Natuurlijk fantastisch allemaal,’ zegt Eekhaut, ‘maar het maakt de opdracht ook dubbel zo zwaar: nu moet ik me twee keer bewijzen in het traditioneel moeilijke tweede boek.’

Het was jurylid Linda Asselbergs die op de vergadering van de Knack Hercule Poirotprijs de kat de bel aanbond. Vreemd vond ze het dat bij Nellie Mandel, een mysterieuze Vlaams-Canadese volgens de covertekst, net de vrouwelijke personages het minst uit de verf komen. Bovendien was zowat het enige wat er over haar te vinden was op internet een interview met… Guido Eekhaut. Zou het hier niet om een en dezelfde persoon kunnen gaan? Lukas De Vos waren vooral de stilistische gelijkenissen tussen de twee opgevallen, en hij had het Eekhaut op de man af gevraagd. En inderdaad: Nellie Mandel is een Leuvense vijftiger met een behoorlijk productieve pen. Daar ging het mooie mysterie. ‘We hadden gehoopt het nog een aantal jaren geheim te kunnen houden’, zegt Eekhaut. ‘Nellie Mandel stilletjes onder de radar door te laten vliegen. Maar door de Poirotprijs is dat niet meer vol te houden.’

Ik ontmoet de man in Leuven, in een café op het stationsplein. Kwestie van me niet te ver in deze moordende stad te moeten wagen: zowel Jo Claes als Bart Debbaut en vader en zoon Bogaerts lieten dit jaar hun thrillers zich hier afspelen. Eekhaut: ‘Leuven telt maar liefst zes thrillerauteurs. Een beetje veel toch. Het vervormt je beeld. Weet je hoeveel moorden er jaarlijks in dit arrondissement worden gepleegd? Ik heb het van een politieman: twee! Terwijl ze in onze boeken bij bosjes vallen. Dat kan ook niet anders: verhalen drijven op conflict. Net als de media overigens, vandaar dat een krant met alleen goed nieuws nooit van de grond raakt. En wij ons maar afvragen waar dat onveiligheidsgevoel toch vandaan komt.’

Absint speelt zich voor het grootste deel af in Amsterdam. Is Leuven u toch te klein, te rustig, te provinciaal?

GUIDO EEKHAUT: Ik heb met die vijf anderen afgesproken dat zij zich beperken tot Leuven, en ik neem dan de rest van de wereld voor mijn rekening. (lacht) Nee serieus, ik heb het boek geschreven op basis van een uitdaging. Jürgen Snoeren, mijn uitgever bij Mynx, vroeg me om een thriller te schrijven. Ik had dat nog nooit gedaan, maar zette me aan het werk en kwam enige tijd later op de proppen met… Rode aarde. ‘Zeer goed boek,’ zei Jürgen, ‘maar niet wat ik voor ogen had. Ik wil een Nederlandse thriller. En misschien kun je er dan elementen in stoppen als binnenlandse veiligheid, de maffia, infiltratie in de politieke wereld.’ Dat werd dus Absint.

Rode aarde heb ik dan naar Manteau gestuurd. Onder het pseudoniem Nellie Mandel. En ik was dan zogezegd haar tussenpersoon. Ze hadden niets in de gaten. Maar toen ze serieus wilden praten, moest ik hen natuurlijk wel op de hoogte brengen. En voor mij was het een goede test: ik heb intussen een kleine twintig boeken gepubliceerd, en geniet dus wel enige bekendheid in het wereldje, maar ik wilde wel eens zien of het me onder een schuilnaam ook nog lukt.

Op Prince Edward Island, waar Rode aarde zich voor een groot deel afspeelt, ben ik nooit geweest. Maar met Google en een paar goede reisgidsen kom je al een heel eind. En ik heb ter plekke iemand gevonden die me daar met details helpt. In welke wijk woont het hoofdpersonage? Waar doet ze haar inkopen? Welke cafés zijn er daar? Dat soort dingen die het verhaal authentieker maken.

U schreef Absint in opdracht van een Nederlandse uitgever. Is het boek dan ook ‘vernederlandst’?

EEKHAUT: Niet echt. Het hoofdpersonage is een Vlaming die naar Amsterdam wordt weggepromoveerd. Dus die mag natuurlijk Vlaams spreken. De conversaties van de andere personages zijn hier en daar wel lichtjes aangepast. Ze moeten spreken in hun eigen idioom, dat is gewoon een kwestie van geloofwaardigheid.

Had u niet het gevoel dat uw uitgever u probeerde te sturen met zijn suggesties?

EEKHAUT: Daar heb ik helemaal geen problemen mee. Boeken zijn commerciële producten, het resultaat van een samenwerking waarin de schrijver natuurlijk de belangrijkste rol speelt. Maar daarnaast zijn er een heleboel mensen die het succes maken: de redacteur, de uitgever, de lectoren, de correctoren, de ontwerper van de cover, de mensen van de reclame.

Samenwerking is meer en meer aan de orde in de uitgeverswereld. Er is niet alleen het boek, maar steeds vaker gebeurt er ook wat mee op het internet, of is er een tv-serie. Zo maak ik in opdracht van Manteau momenteel drie boeken bij de serie Wolven, die binnenkort op de VRT komt. Het scenario en de personages zijn bedacht door andere mensen, dus daar heb ik nog veel minder bewegingsvrijheid. Maar ik hou van dat soort uitdagingen.

Net als Marc Cave en Bob Mendes zit u erg dicht op de financiële actualiteit van het afgelopen jaar: een noodlijdende bank gaat domme dingen doen.

EEKHAUT: Spijtig genoeg wel, ja. Ik ben personeelsvertegenwoordiger bij Fortis – délégué in schoon Vlaams – en het is niet bepaald het rustigste jaar geweest. Absint is geschreven in het voorjaar van 2008, dus voor de crisis. Maar de problemen waarmee de bank in het boek wordt geconfronteerd, zijn in feite wel een voorafspiegeling van wat er later dat jaar werkelijk zou gebeuren. Al zag natuurlijk niemand de crisis echt aankomen. Toch frons je weleens de wenkbrauwen als je werkgever bezig is met de grootste overname van de eeuw.

De Russische maffia is vaak de deus ex machina in de moderne thriller. Een slechterik nodig? Laat nog maar een Oostblokker aanrukken.

EEKHAUT: Akkoord. Maar het weerspiegelt wel de werkelijkheid. Kijk naar de situatie in Antwerpen. Na 1989 is er in het Oostblok een zeer kleine elite ontstaan die enorm rijk is geworden. En dat zijn niet bepaald de meest verfijnde, diplomatische en empathische personen. Met hun massa geld kunnen ze niet aldoor chique wagens en dure luxeproducten blijven kopen. Nu willen ze zich respectabel maken, en daarom investeren ze hier in het legale circuit, wat voor een toevloed in de westerse banken zorgt. Het systeem is simpel – nu ja: je richt hier bedrijven of bedrijfjes op, koopt kantoren of flatgebouwen, neemt industrieën over, en zorgt dat die winst maken, waarop je dan belastingen betaalt. En je geld is wit. Waarschijnlijk zijn hier overal, en zeker in een stad als Antwerpen, bedrijven die als cover dienen om geld wit te wassen.

De Rus Adam Keretsky uit Absint is geïnspireerd op Suleiman Kerimov, de miljardair die enkele jaren geleden bij een ongeluk met een Ferrari in Nice zwaar verbrand raakte. Dankzij onze toenmalige minister van Landsverdediging André Flahaut werd hij verzorgd in Neder-over-Heembeek. Hij heeft wel alles netjes betaald. En in 2008 heeft hij ook nog een stevige participatie genomen in Fortis. Dat zal hij zich achteraf ook serieus beklaagd hebben.

Misdaad is ook niet echt sexy bij u. De criminelen worden meermaals omschreven als ‘dood vanbinnen’.

EEKHAUT: Een van mijn favoriete schrijvers is de Amerikaanse misdaadauteur James Lee Burke. Hij heeft het over ‘mensen bij wie de elektrische bedrading een beetje verkeerd zit’. Of serieus verkeerd zit. Dat gaat van psychopaten, die niet in staat zijn tot empathie, tot mensen die om heel rationele redenen de wet overtreden: de witteboordencriminelen, die niet echt slachtoffers maken want ze beduvelen de overheid. Wij betalen daar allemaal de prijs voor. Er zijn heel wat gradaties bij misdadigers, en ze interesseren me allemaal. Je kunt in een boek ook geen ideale schoonzoon opvoeren als personage, tenzij later blijkt dat hij eigenlijk seriemoordenaar is.

Het is veeleer het systeem dat slecht is, niet de mensen. Ook wat fout loopt in de financiële wereld is niet het werk van één man. Men heeft indertijd zo lelijk gedaan over Lippens en Votron van Fortis. Natuurlijk hebben die mensen fouten gemaakt, maar zijn ze daarom de vertegenwoordigers van het ultieme kwaad? Ze zaten in een systeem waarin je gemakkelijk fouten kunt maken, en waarin fouten onmiddellijk erg groot worden.

Aan de andere kant, in het kamp van de politie, staat een hoofdpersonage dat bijna dezelfde naam heeft als u: Walter Eekhaut. Dat klinkt haast als ‘alter ego’.

EEKHAUT: Dat is toeval. Ik ben niet erg goed in namen verzinnen en gebruikte tijdens het schrijven voorlopig mijn eigen achternaam, met daarbij de voornaam van mijn grootvader. Toen ik mijn manuscript opstuurde, had mijn uitgever daar geen bezwaar tegen, en dus is de naam gebleven. Maar mijn vrouw heeft zich daar wel aan geërgerd.

De intrige heeft vertakkingen tot in de Nederlandse politiek. Is dat niet wat ironisch? U woont zelf in het land dat de bakermat lijkt van politieke schandalen.

EEKHAUT: Zoals ik al zei, is het boek geschreven voor een Nederlands publiek. En het fenomeen is best wel internationaal, het is het soort van intrige dat overal herkenbaar is. Wij hebben soms nog het idee dat ze in Nederland beter af zijn dan bij ons, maar dat is allang niet meer waar. Ze hebben er nu ook de realiteit ontdekt van de rechtse problematiek, en ze hebben daar zeker evenveel last van als wij.

En toch lijken ze niet zo donkerbruin als Vlaams Belang.

EEKHAUT: Ik weet het niet. Die Wilders, daar kun je toch moeilijk een andere kleur op plakken.

De leidster van de Partij Dierbaar Nederland lijkt geïnspireerd op Rita Verdonk.

EEKHAUT: Dat is ook zo. Ze staat voor een totaal verwerpelijk soort van politici dat aan populisme pur sang doet: het misbruik maken van alles wat elke andere partij verkeerd doet, en het altijd met de vinger nawijzen van bepaalde groepen of mensen. Het is de gemakkelijkste vorm van politiek, die ook hier bedreven wordt. Vlaanderen en Nederland verschillen niet zoveel op dat gebied.

U hebt een fulltimejob en schrijft daarnaast nog boeken, artikels, recensies. Vanwaar die drive?

EEKHAUT: Sinds mijn jeugd schrijf en lees ik al enorm veel. Ik schrijf ook bijna elke dag. Als ik bezig ben aan een boek, moet het vooruitgaan. De skeletversie heb ik in vier à acht weken klaar, en daarna moet dat ingevuld en bijgeschaafd worden. Ik schrijf nooit een volledige synopsis uit, alleen enkele grote lijnen, waarna het geheel zichzelf ontwikkelt, met invallen die je krijgt naarmate je vordert. Een boek groeit organisch, en dat moet je zijn gang laten gaan.

Schrijven gaat erg vlot bij mij, ik zit nooit naar een leeg blad te staren. Er zijn allerlei trucs om dat te voorkomen. Zit je vast, zet dan bijvoorbeeld even de computer uit, neem een boek uit de kast en ga gewoon zitten lezen. Ondertussen begint gegarandeerd de machine weer te werken en komen de ideeën opnieuw op gang. Het is bijna een biologisch proces.

Ik heb ook geen hobby’s. Andere mensen sporten of gaan uit, weet ik veel, maar dat is niet echt aan mij besteed. En een bijkomend voordeel: mijn vrouw weet altijd waar ik ben: in mijn schrijfkamer.

U bent ook de man achter Future Visions Unlimited. Wat moet ik me daarbij voorstellen?

EEKHAUT: Dat is eigenlijk een vehikel om sciencefictionconventies te organiseren. Waar we ons buigen over de serieuze toekomstliteratuur en ons ver houden van Star Trek– en Star Wars-toestanden. Bij ons dus geen robots, aliens en ruimtegevechten. Ik ben in de eerste plaats altijd geïnteresseerd geweest in morgen. In de nabije toekomst zullen we bijvoorbeeld met het fenomeen van de autonome kunstmatige intelligentie geconfronteerd worden. We beseffen het nog niet, maar dat gaat heel ons waardesysteem en onze manier van denken op zijn kop zetten. Net zo ingrijpend als wanneer er op een dag buitenaardse wezens zouden landen. Goede toekomstliteratuur bereidt ons op zulke zaken voor, stelt de juiste vragen.

Mensen zien ook altijd gevaar in de toekomst. Computers die de boel overnemen, de aids die ons gaat uitroeien, atoomoorlogen, de opwarming van de aarde… De mens is geneigd zijn eigen totale verdwijning te voorzien. En we vinden dat fantastisch. Je kunt niet beter verkopen dan door een nieuwe ramp te bedenken. Als ik daar morgen in slaag, en ik schrijf er een goed en spannend boek over, dan hoef ik de rest van mijn leven niet meer te gaan werken. Maar waarom doen we dat toch altijd, dat doemdenken? Het kan ook anders. Sciencefiction is altijd een soort van werktuig geweest om na te denken over wat gaat komen. Mensen die veel sf gelezen hebben, staan positiever tegenover de toekomst.

Bij wijze van toekomstvoorspelling: hoe heet uw volgende boek?

EEKHAUT:Loutering. Met dezelfde personages als in Absint. En het zal over sekten gaan.

GUIDO EEKHAUT, ABSINT, MYNX, ISBN 978-90-8968-074-7, 336 BLZ., 19,95 EURO.

NELLIE MANDEL, RODE AARDE, MANTEAU, ISBN 978-90-223-2434-9, 316 BLZ., 19,95 EURO.

DOOR JAN HAEVERANS / FOTO’S FILIP NAUDTS

‘De problemen waarmee de bank in het boek wordt geconfronteerd, zijn een voorafspiegeling van wat er later werkelijk zou gebeuren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content