Knack-recensent en homme de lettres Guido Lauwaert werd getroffen door de bliksem. Dat bracht hem tot eigenzinnige inzichten in de literatuur, die hij een hele zomer lang aan u voorstelt. In deel 7: James Joyce.

Je hebt pulpboeken en blufboeken. Blufboeken liggen eentijd op de salontafel en verhuizen dan naar de buffetkast, achter met van glas voorziene deurtjes. Ter versterking van de status van de eigenaar. Het verdriet van België hoort daarbij, net als een catalogus van Salvador Dali, een prentenboek over de Egyptische piramiden, de Verzamelde gedichten van Guido Gezelle bij de conservatieven, en Paul van Ostaijen bij de progressieven.

Het beroemdste blufboek is Ulysses van James Joyce. Sinds zijn vertaling in het Nederlands zijn er duizenden van verkocht, maar het aantal lezers in Vlaanderen bedraagt hooguit tweehonderd. Terwijl het boek eigenlijk zeer leesbaar is. Als… het gelezen wordt zoals het gelezen hoort te worden. James Joyce lezen is beginnen met zijn eerste boek, Dubliners. Het geeft een staalkaart van Dublin en zijn bewoners op het eind van de negentiende, begin twintigste eeuw. Het is een roman verborgen achter de techniek van het korte verhaal. Het laatste en mooiste verhaal is De doden. De essentie gaat ons allen aan: de schaduwen van de doden blijven spoken door het leven van de nabestaanden.

Na Dubliners is de lezer klaar voor Een portret van de kunstenaar als jongeman. Daarin komen de collegejaren van Joyces alter ego, Stephen Dedalus, aan bod.

Nu is de lezer klaar voor het derde boek, Ulysses. Stephen Dedalus heeft het ouderlijke huis verlaten. Van de universiteitsjaren heeft Joyce één dag uitgepikt, donderdag 16 juni 1904. Een etmaal lang zwerven Stephen en de Joodse advertentiecolporteur Leopold Bloom door Dublin. Hun wegen kruisen elkaar even. Bloomsday is tekenend voor de periode waarin Stephen een man wordt. Het derde hoofdstuk trof mij zoals Gods bliksem Saulus op weg naar Damascus. Stephen wandelt van de plaats waar hij de nacht met vrienden heeft doorgebracht, langs de kustlijn, naar de Ierse hoofdstad. Alle gebeurtenissen en gedachten klotsen door elkaar.

Stephen sloot zijn ogen en hoorde zijn schoenen knerpend wier en schelpen vergruizelen. Je loopt er hoe dan ook doorheen. Jawel, stap na stap. Een heel korte ruimte tijd door heel korte tijden ruimte. Vijf, zes: het Nacheinander. Precies: en dat is de onontkoombare zijnswijze van het hoorbare. Doe je ogen open. Nee, Jezus! Als ik eens viel over een klip die van haar voet voorover helt, onontkoombaar viel door het Nebeneinander! Ik kom best vooruit in het donker. Mijn essezwaard hangt aan mijn zijde…. Loop ik over het strand van Sandymount de eeuwigheid in? Knap, krak, krek, krek. Geld van de woeste zee.

Het vierde boek is Finnegans Wake. Men zegt dat in het stervensmoment het leven voorbijflitst. Joyce heeft geprobeerd die flits uit te schrijven. Tenminste, dat is mijn interpretatie. Het beste is eerst de laatste zin te lezen, eigenlijk een halve zin. Dan lees je de eerste van het boek, die het tweede deel is van de openingszin. Joyce heeft met die truc ieders bestaan als aandeel in het perpetuum mobile gekenmerkt.

Tracht niet alles te begrijpen. Geniet van de klankrijkdom. Herlezen is noodzakelijk. Zoals een compositie van Bach herhaaldelijk moet worden beluisterd alvorens het Elysium wordt bereikt.

De vier boeken samen zijn dus zijn levensverhaal.

Het is raadzaam om voorafgaand enkele boeken te lezen die de zaak kunnen verhelderen. Met Bloomsday – Gids door Dublin en Ulysses van James Joyce van Kees Tamboer, James Joyce – Een introductie van Geert Lernout en Finnegancyclopedie van Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes bent u al een flink stuk geholpen. Ter versterking van het genot van de eigenaar.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content