Bruno De Cordier
Bruno De Cordier Professor UGent en auteur

Het kleine en ingesloten Kirgizië is al vier jaar onafhankelijk en probeert nog steeds een eigen plaats te vinden in Centraal-Azië.

DE KIRGIZISCHE hoofdstad Bisjkek heeft zo weinig hoogbouw en zo veel parken, dat ze meer een bos met een stad erin is dan een stad met bomen. De combinatie van buitenwijken met houten izba’s in Russische stijl en een stadcentrum in Sovjetarchitectuur, doet veeleer denken aan een provinciestad in Siberië. Ingesloten tussen eigenwijze regionale tenoren als China, Oezbekistan en Kazachstan en erg afhankelijk van het verre Rusland, heeft het bergland het niet gemakkelijk. De droom was van het onafhankelijke Kirgizië het ?Zwitserland van Centraal-Azië? te maken. Maar de gelijkenis met bankland slaat alleen op het prachtige berglandschap, dat driekwart van de republiek omvat.

Sinds een jaar of wat zoekt de talentvolle president-technocraat Askar Akajev zijn land opnieuw onder Ruslands vleugels te loodsen. In oktober 1995 trad Kirgizië, samen met Kazachstan en Wit-Rusland, toe tot de douane-unie met Rusland. Eind maart ondertekende datzelfde gezelschap een akkoord over vergaande integratie. ?Hoe kon het ook anders ?? vraagt Jürgen Schiller, zaakgelastigde van de Duitse ambassade in Bisjkek. ?Met een Russische gemeenschap die een kwart van de bevolking vormt, een bijna volledig Russisch officierenkorps, Russische grenswachters, Russische industrie en afhankelijkheid van Russische goederen en leningen wordt dit land meer bestuurd vanuit de Russische ambassade dan vanuit het presidentiëel paleis.? Maar Kirgizië is niet alleen afhankelijk van Rusland. ?De economische hervormingen en de democratisering vielen in het Westen erg in de smaak. Daardoor heeft dit land al meer internationale hulp en leningen gekregen dan nodig is. Meer dan het ooit kan terugbetalen. Dat zet een rem op de ontwikkeling van de landbouw en de waterkracht, nochtans sectoren met toekomst.?

Om uit de knel van inflatie en overafhankelijkheid te geraken, voerde Kirgizië in 1993 een eigen munt in (de som) en bouwt het economische banden uit met China en Oost-Azië, India, Pakistan, Turkije en Iran. De Asian Development Bank uit Zuidoost-Azië is de belangrijkste financier van de vernieuwing van het wegennet. ?Dat Kirgizië het nu meer aan die kant zoekt, is normaal,? legt Schiller uit. ?Toen het er op aankwam, toonden de westerse investeerders meer belangstelling voor het grondstofrijke Kazachstan en het centraler gelegen Oezbekistan. Trouwens, de politieke toekomst van Kirgizië ligt in een nauwe samenwerking met Rusland en zijn economische bestemming in Azië. Een alternatief is er niet.?

FERGHANAVALLEI.

?Economisch is China één van onze belangrijkste partners,? zegt Akylbek Saliev, directeur van het International Institute for Strategic Studies in Bisjkek. ?Maar dat zwaard snijdt aan twee kanten. Er komen steeds meer Chinese immigranten aan. In het stadje Naryn vormen die al een derde van de bevolking. Omdat ze vaak goed verdienen in de handel, worden ze door de Kirgiezen gewantrouwd, en waren ze al herhaaldelijk het mikpunt van etnische onlusten. Ook de kernproeven die China in Xinjiang-Uighur uitvoert, beschouwen we als een reële bedreiging van onze veiligheid.?

Om de immigratie van Chinezen af te remmen, werpt Bisjkek nu bureaucratische hindernissen op. Die moeten beletten dat Chinezen grond en woningen kunnen opkopen. En onlangs ontmoetten de Kirgizische premier Apas Jumagulov en zijn Chinese ambtsgenoot Li Peng elkaar, om een einde te maken aan een aantal grensgeschillen uit de Sovjettijd, en economische samenwerking op gang te brengen.

Ondanks de economische samenwerking met dat land, zijn het vooral de relaties met het ambitieuze Oezbekistan die, volgens Saliev, kopzorgen baren. Kirgizië, Oezbekistan en Tadzjikistan delen de dichtbevolkte en sterk verarmde Ferghanavallei met elkaar. Die vallei is al jaren een broeinest van etnische spanningen. In 1990 waren Osj, Uzgen en Dzjalalabad het toneel van een orgie van geweld tussen Kirgiezen en Oezbeken, en zes jaar later is de spanning er nog steeds niet weggeëbt. ?In de vallei woont de Oezbeekse minderheid, die dertien procent van de bevolking van Kirgizië uitmaakt,? zegt Saliev. ?Momenteel doen Tasjkent en Bisjkek, met hun gemeenschappelijke politiemacht, alles om de orde in de vallei te handhaven. Of dat zo zal blijven als de relaties tussen de regeringen verslechteren, is wel de vraag.?

Daar bestaat, volgens Saliev, kans toe : Oezbekistan voorziet Kirgizië van aardgas, terwijl de Oezbeekse landbouw afhangt van water uit de bergen van Kirgizië. Vorig jaar werd, na hoog oplopende discussies om onbetaalde gas- en waterrekeningen, de Oezbeekse gaskraan al een paar keer dichtgedraaid. ?Akkoord, zoiets is moeilijk voorspelbaar. Maar etnische spanningen manipuleren om een buurland onder druk te zetten, is een beproefde taktiek. In de Ferghanavallei is maar een kleine vonk nodig, en het hek is opnieuw van de dam.?

Geen wonder dus dat geen experimenten zowat de rode draad door de Kirgizische politiek geworden is. Dat bleek al vorig jaar, toen communistische en nationalistische kandidaten bij de presidentsverkiezingen vernederend verslagen werden door president Akajev. Die kreeg bij een referendum ook nog eens ruime persoonlijke bevoegdheden. ?Daarmee heeft Akajev een stevige basis om zijn economische hervormingen voort te zetten,? zegt Saliev. ?Misschien gaat dat ten koste van de democratisering, maar het is belangrijker dat het land bij elkaar blijft. En dat de regering zo goed mogelijke relaties met Rusland onderhoudt. Alleen vraag ik me af of Rusland ons zal helpen als we last krijgen met Oezbekistan of China, of als de toestand in de Ferghanavallei uit de hand loopt?.

Bruno De Cordier

Kirgizië wil terug naar Rusland.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content