Wie moet Afghanistan bevrijden van de Taliban?

In de al-Zarghounimoskee, gebouwd met Saudisch geld, preekte die zondag een befaamd stamhoofd met in zijn publiek tal van tribale dignitarissen. De stammen van Afghanistan, en hun verwanten in de Pakistaanse tribal areas schieten omhoog in de publieke belangstelling dezer dagen. En bloed spreekt tot de verbeelding.

De verwarring in Pakistan neemt almaar toe. Elke week opnieuw vragen de Pakistani zich af of de radicale islamistische groeperingen voor hun protestbetogingen tegen de alliantiepolitiek van president Pervez Musharraf genoeg volk op de been kunnen brengen om de politie te overspoelen en de orde te doen kantelen. Afgelopen vrijdag was het antwoord weer duidelijk nee _ en dát soort spanning lijkt ogenschijnlijk af te nemen.

De andere vraag, die snel naar boven is gekomen in dit land van politieke doordrammers en roddeltantes, is hoe het nu verder moet met Afghanistan. In de eerste plaats: wat met de Taliban? De premissen zijn eenvoudig. Iedereen, behalve hier of daar een generaal, is het erover eens dat de Amerikaanse strategie stom of ontoereikend is en wellicht beide. Bij gebrek aan doelwitten (alles is al stuk, ofwel goed begraven) valt er weinig anders te raken dan burgerwoningen in de steden, terwijl de Taliban zelf in de dorpen gaan slapen, op hun twee oren. Komen er uiteindelijk grondtroepen aan te pas (de raid van zaterdagnacht had nog te weinig zichtbare gevolgen _ tenzij een verongelukte VS-helikopter en de eerste twee Amerikaanse doden _ om op het publiek een impact te hebben), dan zullen die geconfronteerd worden met een intact gebleven Taliban-strijdmacht van woeste Afghanen, die eerder al twee andere wereldmachten in het stof hebben doen bijten. Dan worden de Amerikanen in dezelfde fuik gelokt als indertijd de Russen, en krijgen we een oorlog van twintig jaar die de hele islamitische wereld kan meesleuren in een conflict tegen het Westen. Om kort te gaan, dan wint Osama Bin Laden de oorlog.

Er moet dus iets aan die Taliban gedaan worden. De vraag is, wie gaat dat doen? Bij voorkeur de Taliban zelf.

VERDWENEN MINISTER

Het verhaal van Wakil Ahmad Mutawakkil en de gematigde Taliban dateert van bijna twee weken geleden. Taliban-minister van Buitenlandse Zaken Mutawakkil was dagenlang spoorloos. Bevoegde bronnen vroegen zich af of hij overgelopen was, dan wel zich in reserve hield om als alternatieve Taliban-leiding te dienen in de vorming van de veelbesproken ‘broad-based’ regering. Mutawakkil werd gemeld in Islamabad terwijl de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell daar was. Hij zou een voorstel van Mollah Omar, de absolute leider, overgebracht hebben dat verworpen werd, maar dat is dus niet meer dan een gerucht.

Daarna luidde het dat Mutawakkil samen met enkele andere hogergeplaatsten én met ex-commandant Jalaluddin Haqqani, Taliban minister voor de Frontier-streek, een factie tegen Mollah Omar gevormd had, en onderhandelingen wilde. Een scheuring bij de Taliban? Eén krant, Dawn, hield vol dat Haqqani met Mutawakkil in Islamabad was komen praten, hoewel zowel Pakistan als de Taliban dat ontkenden. In een andere krant, The News, dreef Afghanistan-specialist Rahimullah Yusufzai zacht de spot met de idee dat zijn goede kennis Mutawakkil in staat zou zijn zo zelfstandig te denken dat hij tegen Mollah Omar in opstand zou durven te komen. Mutawakkil, 35 jaar (het gemiddelde van de Taliban-leiding), wordt beschreven als een ongewone Taliban: zoon van een befaamde mollah, literair opgeleid, zo open van geest dat hij zelfs met westerlingen aan tafel zou durven gaan, zo buitenissig dat hem gevoel voor humor verweten wordt, zo modern dat hij een computer met internetaansluiting voor Mollah Omar liet installeren (toen hij er ook een wou voor het ministerie van Buitenlandse Zaken stak de religieuze politie daar een stokje voor), zo verdacht door dit alles dat enkele weken geleden de religieuze politie bij hem een huiszoeking verrichtte. Mutawakkil overlopen? Dan is hij de volgende dag vergeten, zeggen Afghanen: in Afghanistan bestaat een leider alleen als hij een gewapend gevolg heeft. Dat heeft Mutawakkil niet. Haqqani dan, zei een dag later in hetzelfde News in een interview dat de Taliban de oorlog zouden winnen. En dat zij, zelfs als ze hem verloren, de bergen in zouden gaan en een guerrilla beginnen. Met als resultaat: Osama wint de oorlog.

GEEN SNELLE OPLOSSING

Thuis in zijn flat in afnemend middaglicht denkt Rahimullah Yusufzai niet dat Osama de oorlog wint, en al evenmin de Taliban. Maar in een snelle oplossing gelooft hij ook niet: ‘Gek genoeg hebben de Taliban in Afghanistan nu meer aanhang dan tevoren, en de stroming voor koning Zahir Shah maakt pas op de plaats. De Taliban zelf denken wellicht niet dat ze nog lang aan de macht zullen blijven, maar ze weten wel dat ze nooit aan alle eisen van de VS kunnen voldoen: geven ze Osama op, dan moeten ze zijn aanhangers nog opgeven, enzovoort. Zelfs als ze alles zouden aanvaarden, zullen ze nog niet aan de macht mogen blijven. Waarom zouden ze dan accepteren?’

De macht van Bin Laden is voor Yusufzai een mythe. Osama stelt niets meer voor, zegt hij, Osama is een man die in een grot schuilt, die al een zoon verloren heeft, die de welwillende toelating gekregen heeft om verklaringen af te leggen, maar niet méér dan dat. Die heeft niets te zeggen. Die is voor al wat hij wil ondernemen tegen de VS totaal afhankelijk van de Taliban. Maar voor Mollah Omar is het nu een geloofszaak geworden dat hij Bin Laden niet mag verraden. Dat zal hij dus niet doen. Dat heeft minder met islam te maken dan met de Afghaanse tradities.

Zo gaat de discussie over het einde van de Taliban en wat na hen moet komen: een zeer brede regering met iedereen erin die in Afghanistan telt, gevormd rond de oude koning Zahir Shah (Yusufzai: ‘Toen hij wegging, 23 jaar geleden, was Kabul een verwesterde stad. Nu is alles veranderd. Iedereen is gewapend. En hij komt daar aan in een westers pak. Uit Rome.’) Maar wat dat wil zeggen, zo’n regering? Wat je hoort bij geschoolde Pakistanen: al bij al moet je meevoelen met de Taliban. Met de Afghanen. Wat je hoort bij haast iedereen die met Afghanen in contact staat: dat de mensen daar, in Afghanistan, het allemaal zo beu zijn. Het vechten. De oorlog. Dat de helft van de Taliban in Kabul het zou willen opgeven, wetende dat dit verhaal ten einde loopt, en dat ze wachten op iemand die met een eerbaar en geloofwaardig voorstel komt. Maar wie zou komen?

Wie absoluut niet moeten komen, zijn de beruchte ‘commandanten’ van de Noordelijke Alliantie. De angst voor de Noordelijke Alliantie met haar samenraapsel van moordenaars, plunderaars en verkrachters (nu weer ‘vrijheidsstrijders’ genoemd) zit er bij de bevolking zo diep in dat ze nog eerder de Taliban zal steunen. Nadeen, Afghaan en lid van een groep voor een democratisch alternatief, is gisteravond in veertien uur van Kabul naar Peshawar teruggekomen _ hij gaat geregeld op en af, los doorheen de zogenaamd hermetisch gesloten grens. Hij vertelt hoe zijn zus de enige stoel die haar nog restte in de tuin aan het begraven was. Waarom? ‘Als de commandanten terugkomen, zullen ze hem zeker stelen’, zei ze.

DE GROTE AFWEZIGE

De grote afwezige in dit alles is het wereldorgaan, de Verenigde Naties, die _ zegt een wat bittere maar ervaren waarnemer _ ‘misschien op voorhand de Nobelprijs kreeg’. Want wie gaat, terwijl Washington naar hartenlust voortbombardeert en Vietnammetje speelt in de bergen van Afghanistan (daar kan toch niets kapot), die overgang coördineren van Taliban-dictatuur naar interimregering rond Zahir Shah? Er zijn weinig kandidaten voor die job, en nog minder voor het leveren van een vredesmacht blauwhelmen voor Afghanistan. ‘Het conservatisme van de Verenigde Naties’, zegt de bittere waarnemer, ‘is een van de twee obstakels voor een oplossing. Het tweede is de geborneerdheid van de VS.’

Intussen komen niet de commandanten aan in Peshawar, maar de vluchtelingen waarvan de VN-bureaus al hoopten dat ze zouden wegblijven. Met de dagbombardementen op Kabul en Kandahar is de uittocht begonnen, omdat de burgerbevolking nu zelfs geen gelegenheid meer heeft om naar voedsel te zoeken. Voor Pakistan, dat zijn grenzen gesloten heeft, bestaan die vluchtelingen niet. Voor het VN-vluchtelingencommissariaat zijn de tienduizend mensen die dezer dagen de grens overgekomen de voorhoede van veel, veel meer. Mensen die alleen maar gevlucht zijn omdat er nu écht niets anders meer opzat, en die dringend hulp behoeven, omdat ze niets anders meer hebben. Ook dit is een nieuw offensief, dat evenwel niet door de Taliban op gang is gebracht.

Sus van Elzen

De angst voor de moordenaars, plunderaars en verkrachters van de Noordelijke Alliantie zit er bij de bevolking diep in.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content