Een Europese top brengt een hele stad in het ongerede. Het Belgische EUûvoorzitterschap maakte Gent vrijdag tot een dode stad.

3500 politiemannen stonden paraat, want de zogeheten anti-globalisten _ die zichzelf liever democratische globalisten noemen _ hadden protest aangekondigd. De goedmoedige Gentse flikken kregen versterking van elders, niet zelden van Nederlandsonkundige Franstaligen. De angst voor rellen, uitgelokt door radicalen die het protest zouden gebruiken om amok te maken, bleek groot. Tal van neringdoenden hadden hun ramen met houten platen dichtgetimmerd, wat de stad een spookachtig uitzicht gaf. Maar het was niet nodig. De politie zat de hele dag te duimendraaien in over de hele stad verspreide overvalswagens. Of ze bewaakte de barricades die de zogezeten rode zones afsloten, vooral het Sint-Pietersplein, waar de Sint-Pietersabdij fungeerde als vergaderplaats voor premier Guy Verhofstadt (VLD) en diens EU-collega’s.

In de vroege namiddag sloot de politie plots de halve binnenstad af. In de buurt was een onbekende groep betogers gesignaleerd. ‘Punkers’, verklaarde een politieman. ‘Die waren niet voorzien, vandaar dit dispositief.’ En hij wees op zijn Friese ruiters die, als een Berlijnse muur, een straat afsloten en voetgangers ophielden die uit beide richtingen kwamen aangewandeld. Een wat surrealistisch gezicht. Niet dat het altijd hielp. Een stomdronken man kwam in een terreinwagen vervaarlijk dicht bij het Sint-Pietersplein aanrazen, schold de politiemensen uit voor fascisten en verdween vervolgens in de binnenstad.

De privébewakingsfirma Groep 4 kwam de politie een handje helpen, vooral in het Citadelpark, waar het perscentrum onderdak had gevonden. Het park wordt al een tijd na valavond geplaagd door beurzensnijders en struikrovers die het gemunt hebben op de bezittingen van de eenzame passant. Vorige vrijdag maakten ze geen kans. Helaas was het park toen wel helemaal met hekken afgezet en dus ontoegankelijk voor de wandelaar.

DE EU ALS VIJAND

Slechts één plaats maakte een uitzondering op de algehele doodsheid: het Wilsonplein en het aanpalende Albertpark. Daar eindigden de betogingen die de hele dag door de stad trokken. Er heerste, mede dankzij het nazomerse weer, een opgewekt, strijdlustig, vreedzaam, haast feestelijk sfeertje. Een bont allegaartje van malcontenten en wereldverbeteraars blies er verzamelen, van vegetariërs via 11.11.11 en de vakbonden tot de Partij Van De Arbeid. Zelfs enige dozijnen adepten van Falun Gong kwamen er steun vragen tegen de vervolging die China tegen hun sekte organiseert.

De feestelijkheid daar toonde hoe het ‘anti-globalisme’ een brandpunt is waarrond niet alleen de tegenstanders van de ongebreidelde economische schaalvergroting zich verenigen, maar waarin ook pacifisten, basisdemocraten, anti-kapitalisten, tiersmondisten, vakbondslui, ecologisten of warempel zelfs feministen zich een plaats zoeken. Bijeenkomsten als de eurotop dreigen zich daardoor op de duur tegen de EU zelf te keren, omdat de Unie stilaan wordt gezien als het symbool van alles waartegen het protest zich keert. En al is bij de democratische anti-globalisten een consensus over een eenheidsplatform ver te zoeken, aan de oprechtheid van het engagement voor een meer rechtvaardige wereld, dat vooral door jonge mensen wordt gedragen, valt niet te twijfelen.

Wat de EU vrijdag in Gent aanrichtte, bewees de Europese droom dan ook geen dienst. De top diende de grandeur van de Gentenaar Verhofstadt, maar hij maakte van Gent wel een ontoegankelijke, bezette, belegerde en doodse stad. Natuurlijk, veiligheid heeft een prijs. Maar voor het ongemak kreeg de stad niets terug. Zo’n topbijeenkomst mag dan een belangwekkend evenement zijn, in de praktijk leek ze nog het meest op een invasie. Politiemotoren eisten met huilende sirenes vrije doorgang voor hooggeplaatsten, die met hoge snelheid kwamen aangesuisd in zilvergrijze, door het VW-Audi-concern gesponsorde limousines met verduisterde raampjes. De prominenten verschansten zich in een abdij en spoedden zich ’s avonds als dieven in de nacht weer richting E40. Alsof ze met het volk vooral niets te maken wilden hebben.

Dan is er ook geen enkele reden om met zo’n eurotopcircus naar een stad te komen afgezakt en het dagelijkse leven daar zo grondig in het ongerede te brengen. Dat het volk al evenmin een reden had om in spontane vreugde uit te barsten en vuurwerk af te steken bij het vernemen van de weldaden waartoe zijn leiders in de abdij hadden besloten, is dan nog een ander verhaal. Opluchting dat het níét tot rellen kwam, blijft in alle geval een schraal resultaat.

Tegen tienen die avond hadden al heel wat cafébazen de panelen van voor hun ramen weggehaald en de deur voor hun klandizie geopend. Het leven kon weer beginnen.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content