Gent is een bruisende cultuurstad die dichters van canonieke signatuur heeft voortgebracht. Met vandaag sterke actoren in het literaire veld. Gent is ook een stad zonder een uitgesproken cultuurbeleid.

De vaudeville gantois kent al langer zijn beloop. De heisa rond de aanstelling van de stadsdichter is inmiddels bekend. Na Roel Van Londersele en Erwin Mortier, die telkens zijn opgevolgd door een stadscomponist, zou in maart een opvolger worden benoemd. Een dichter met naam en faam die door de uitstraling van de poëzie, alsook door de présence, een gunstige return oplevert voor de stad. Miriam Van hee heeft na enig aandringen geweigerd. Omdat het publieke ambt haar niet gegoten zit. Maar ook omdat de honorering niet in verhouding stond tot de opdracht. Tot voor kort bedroeg de gage voor een stadsdichter in Gent 625 euro.

Het blauwtje dat schepen Lieven Decaluwe na zijn soloactie heeft gelopen, zindert nog na in Gent. Niet dat hijzelf daarom maalt. Hij weerlegt zelfs feitelijke beweegredenen van Van hee. Wat nog zindert, is plaatsvervangende schaamte. Gêne bij gestuntel. Boosheid door het gebrek aan respect voor dichters. De afgelopen dagen wordt Peter Verhelst als kandidaat genoemd. Ik hoop alvast dat het stadsbestuur van Gent heeft geleerd van de eigenzinnige benadering die Van hee te beurt is gevallen. Het feit dat de schepen de advisering nu node uit handen heeft gegeven aan het Poëziecentrum, kan daarop wijzen. Alleen kan het niet dat een instituut (verpersoonlijkt door zijn afscheidnemende directeur) soloslim het advies formuleert. Er is nood aan draagvlak, overleg, goede afspraken. Ja, een letterenplatform waarbij kenners met elkaar kunnen overleggen over én de nodige input kunnen bezorgen voor een letterenbeleid. Gent is van oudsher een letterenstad. De nobele ambitie een boekenstad te zijn, is niet realiseerbaar zonder beleid. Waarom samen met de Krook (‘bibliotheek van de 21e eeuw’) geen literatuurhuis oprichten?

Finaal blijft het stadsbestuur verantwoordelijk voor de benoeming. Zolang aan de honorering van de Gentse stadsdichter niets wordt gewijzigd, en de opdracht en de benoemingsprocedure niet duidelijker worden geformuleerd, dan blijft het in dit netelige dossier bij improviseren. Inmiddels, na alweer een blamage voor de schepen, is in Gent het honorarium nu opgetrokken tot 3500 euro. De vraag is niet of Verhelst of een andere dichter inmiddels heeft toegezegd. Neen, de vraag is hoe genereus de stad na het debacle omtrent Van hee is geworden. Het scenario van de Prijs der Nederlandse Letteren wordt overgedaan. Protesteert en weigert de laureaat, dan wordt het prijzengeld verhoogd. En draagt men meteen iemand anders voor. Jammer dat Van hee niet het vitriool gebruikt dat Jeroen Brouwers in het ‘vloekschrift’ Sisyphusbakens’ inzette om de bemoeienis van cultuurambtenaren op de korrel te nemen. De vaudeville gantois biedt intussen stof voor een klinkend vloekschrift. Beleidsmakers moeten stilaan beseffen dat Gentse literatuur veeleer literatuur in Gent moet worden.

YVES T’SJOEN IS PROFESSOR NEDERLANDSE LETTERKUNDE AAN DE UNIVERSITEIT GENT.

door Yves T’Sjoen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content