Vonnis of niet: de bezetters van het Lappersfortbos willen voorlopig van geen wijken weten. Bericht van bewogen weken aan het front.
‘Zieje van Bru-he?’ Twee jongens kijken wat wantrouwig op. Ze proberen een kater te verdrinken. Op een muur staat een versgekalkte slogan: WEELDE of WOEDE?
Journalisten? Nee, daar hebben ze vandaag niet echt zin in.
Maar alla, zet u. Koffie?
Ruim een jaar geleden begon een twintigtal jongeren aan de bezetting van het Lappersfort, een ruig stukje oerbos, nabij het station van Brugge. Er waren plannen om er een industriezone en een remise van De Lijn op te trekken. Die plannen zijn al een paar maanden van de baan, maar de Brugse burgemeester Patrick Moenaert (CD&V) wil er nog altijd een uitvalsweg van de Brugse ring bouwen. En dus blijven de jongeren het bos gewoon bezetten. Intussen mengt ook een derde partij zich in de strijd: de eigenaar van het bosgebied, de Fabricom Groep. Het industriebedrijf stapte naar de rechtbank om de jongeren desnoods manu militari van het terrein te laten verwijderen. Met succes. Op 9 september liet de rechter de Lappersfronters weten dat ze het terrein moeten ontruimen. Maar die geven voorlopig geen sjoege.
***
Het is vrijdag 13 september, nog net even zomer. Pjotr (22) leest het vonnis van de rechtbank. Voor de zoveelste keer vandaag. Slaat er dan een fuck uit. ‘Dat zelfs een rechtssysteem naar de pijpen van de industrie danst’, vloekt hij. ‘Het is overal hetzelfde. Kijk naar de top van Johannesburg, waar alles geboycot wordt door grote lobbygroepen.’ Bang? Nee. Ga weg. ‘Ze krijgen ons hier niet zomaar buiten. We hebben ons voorbereid.’ (wijst naar rechts) Daar staat ons fort. De meesten hebben ook een boomhut, verbonden door apenbruggen. Dan klikken we ons erin vast, trekken de touwen omhoog. We hebben eetvoorraad om het desnoods weken vol te houden.’ Onder het bos liggen ook tunnels, maar daarover wil hij liever niet praten. ‘Tja, We hebben afgesproken om dat geheim te houden.’
‘Maar eigenlijk rekenen we nog altijd op de politici’, gaat Pjotr verder. ‘Ze hebben het plan goedgekeurd. Ze kunnen nog altijd terugkomen op die beslissing, zodat het bos alsnog beschermd kan worden. Maar daar is moed voor nodig, natuurlijk.’
Flauw lachje. Ook Pjotr weet hoe de wereld in elkaar zit. ‘Neem Moenaert. Maandenlang heeft hij geprobeerd ons te negeren. Vorige maand hebben we een actie voor zijn deur gehouden. Hij was woest. Tot er een camera van de regionale televisie opdook. Toen kon hij plots weer lachen. (zucht) Ik weet het: het komt sympathiek over, één zijn met de Lappersfronters. Maar we passen wel op. Agalev heeft ons aangeboden om de gerechtskosten te betalen, op voorwaarde dat ze reclame kunnen maken voor de zaak. Dat hebben we geweigerd. Als je het niet wilt doen zonder voorwaarden, laat het dan. Maar als ze ook iets doen – zoals Steve Stevaert, die ervoor zorgde dat de remise er niet komt -, kan het ons niet schelen dat ze ons gebruiken. Zolang het maar ten goede komt van het bos.’
***
Gedreven jongens, die Lappersfronters. Ze komen uit het anarchistische collectief Uitgezonderd, uit kraakpanden, uit Brugse jeugdhuizen . Maar ook uit de richting handelsingenieur in Leuven. En ze weten verdomd goed waar ze mee bezig zijn. ‘Voor mij is dit geen hopeloze strijd tegen industrie en autoriteiten. Dit is mijn manier van leven, dit is mijn keuze. Dit zijn de waarden waarin ik geloof en waarnaar ik leef’, schrijft Joke (28) in haar dagboek. Dáárover gaat het voor hen: een manier van leven. Ze haten grote woorden. Omdat met grote woorden alles bedoeld wordt.
Neem Liesbeth, negentien jaar. ‘Ik wil niet in een betonzee leven. Daarom ben ik hier’, zegt ze. En ook wel: ‘Omdat het spannend is, natuurlijk: met vrienden een bos bezetten. Maar ik méén het, anders hou je dit geen jaar vol. Je moet zoveel missen: elektriciteit, warm water, radio… Voor alles wat je doet, moet je alternatieven zoeken. Als je wilt koken en het gas is op, moet je hout gaan zoeken. Hier leef ik tenminste bewust. Nee, ik mis niets.’
Ouders, misschien? Haar blauwe ogen schieten heen en weer. ‘Mijn ouders waren niet enthousiast, nee. “Waarom doe je dat? Zou je niet beter aan je toekomst denken?” Ze zijn hier nog niet geweest, maar stilaan beginnen ze het te begrijpen. Ze hebben door dat het niet zomaar een gril is.’
Ze zucht – is dat alles wat er is – en zegt dan: ‘Natuurlijk heb ik het wel eens moeilijk. Elke dag dezelfde mensen, dezelfde gezichten, de routine. Maar als je dan ziet hoeveel mensen achter ons staan.’
Ze wijst naar een groep jongeren, die afscheid komen nemen. ‘Tot maandag voor de ontruiming. En zie dat je in vorm bent.’
‘Sympathisanten,’ vertelt Liesbeth, ‘heel veel jongeren uit Brugge steunen ons. Ze maken ook de website van het Lappersfront. In het begin stond ik daar nogal sceptisch tegenover. Maar als je merkt wat een impact het heeft. Zoals je ziet, lopen hier heel wat buitenlanders rond. Ze komen echt van overal: Australië, Spanje, Zuid-Amerika… Toevallig, omdat ze op doortocht waren. Maar dus ook omdat ze op het web over onze actie gelezen hebben.’
***
‘Het is me wat meneer, die ontruiming. Heje soms geen vuurtje veur min?’
Sonja (41) kijkt ons strak in de ogen, rolt met zakelijke precisie een joint en vertelt. ‘Ik kom uit een fatsoenlijke, katholieke Brugse familie. Toen was ik al een buitenbeentje. Als kind zat ik voortdurend in het bos. Ik weet nog dat mijn moeder de dokter riep: “Ze is weer onkruid aan het eten.” Ik huwde, was een tijdje mannequin, deed eigenlijk alles om mij aan mijn omgeving aan te passen. Maar het begon te wringen. Ik raakte in de knoop met mezelf, kreeg multiple sclerose… Op een dag kwam ik Joke tegen. Ze zei: “Moeder”, zo noemt ze mij altijd, “je moet naar ons bos komen.” Ik herinner me nog goed het moment dat ik hier voor het eerst kwam. Zulke ogen. Wauw.’
Na een maand bezetting zeiden Sonja en haar vriend Tom hun huurcontract op en gingen definitief in het Lappersfort wonen. ‘In de winter sliepen we in een bunker, nu in een tent. We staan meestal om vijf uur op en gaan slapen om negen uur. Zoals de natuur.’ En ze vertelt hoe gelukkig ze wel is. Hoe ze amper nog iets voelt van haar MS, zij die altijd zoveel pijn had. ‘Gek hè?’ ‘Mijn dochter begrijpt het niet. Ze is hier één keer geweest, maar ze wil niet meer terugkomen. Met “al die rare gasten”. Weet je wat ze tegen iedereen zegt? “Mijn ma heeft een depressie. Ze zit in een bos!” ( grijns) Ach, ze draait wel bij.’
En toch. Ze zou de moeder kunnen zijn van de meeste bezetters. Zijn er geen generatieconflicten?
‘Nee. Ik loop hier ook niet rond als de doorsnee ma. Dat zouden ze niet pikken. Soms zeg ik wel eens: “Zou je niet gaan werken?”, maar daar blijft het bij. Wat ik nu durf… Ik weet nog dat ze op een dag zeiden: “Komaan Sonja, we gaan skippen.”Pardon? “In de vuilnisbakken van de bazaar eten pikken.” Ik dacht: dát nooit. Maar je moet dat eens zien: zalm, kip… oké, een dag over tijd. Maar wat doet het ertoe als je honger hebt?’
Tom: ‘Natuurlijk zijn er wel eens meningsverschillen. Als ik een actie te cru vind, zeg ik dat ook. Ik vond het maar niets dat ze om halfzes ’s morgens bij Moenaert gingen aanbellen. Dat doe je niet. Die mens is burgemeester. Ga op bezoek in zijn kabinet, niet in zijn privéwoning.’
***
Aan het fort hebben zich intussen een vijftal jongeren verzameld. De uitspraak wordt besproken. Blinde woede. Afgeven op Moenaert. De tanden op elkaar, putten stampend in het gras. ‘We hebben een alternatief ontruimingsplan. Alle partijen moeten opnieuw praten met elkaar’, sust Luc Vanneste. Hij is godsdienstleraar en secretaris van het Groene Gordel Front, een netwerk van 73 verenigingen dat de actievoerders steunt.
‘Op de Brugse gemeenteraad van maart was het Lappersfort verloren’, legt Vanneste uit. ‘Het was een variapuntje, meer niet. Dat choqueerde mij. Ik besloot mee een brede coalitie te vormen voor het behoud ervan. Ongeveer een maand later, op de Dag van de Aarde, kreeg het Groene Gordel Front voor het eerst vaste vorm. Van bij de aanvang hebben we de actievoerders duidelijk gemaakt: zonder pers en politiek zal het niet lukken. Je kent die gasten, hè. Fuck de politici! Fuck de pers! We hebben dan een aantal persconferenties gegeven, bij Stevaert en Dua gelobbyd, juridische bijstand verleend… Ik zeg altijd: het gaat niet alleen om dat groepje van twintig anarchisten. Wat zij vertolken, leeft bij heel wat mensen.’
Een paar maanden geleden haalden het Groene Gordel Front en de bezetters hun eerste overwinningen binnen: de plannen voor een remise en de industriezone zijn intussen opgeborgen. ‘Dat komt natuurlijk deels door de media-aandacht. Maar vooral door de gedrevenheid van de bosbezetters. In het begin dacht iedereen: die bende anarchisten, dat gaat lang duren, zeker. Maar toen werd het winter, en lente, en terug zomer. En ze zaten daar nog .‘ (lacht)
Toch opvallend dat een groene jongen als Luc Vanneste – die op amper vijfhonderd meter van het bos woont – pas dit voorjaar bij de bezetting betrokken raakte. ‘Tja, het zijn niet de klassieke groene jongens uit deftige organisaties als Greenpeace of Natuurpunt. Ze zien er – hoe zou ik het zeggen – nogal ruig uit. Bovendien ging het om gekraakt privé-eigendom. Een wandeling heeft mij over de drempel gehaald. Toen ik hier aankwam, dachten ze waarschijnlijk vanalles over mij en ik over hen. Onterecht. We zijn vrienden geworden. Mijn vrouw spreekt al over het Huwelijksfront .‘ (lacht)
De Lappersfronters hebben het alternatieve ontruimingsvoorstel intussen gelezen. ‘Het maakt zeker kans’, zegt Vanneste. Aarzelend dan: ‘Gaan jullie akkoord?’ Ze gaan akkoord.
***
Twee weken later, vrijdag 27 september. De deadline voor de ontruiming is al elf dagen verstreken. De mare gaat dat minister van Leefmilieu Vera Dua (Agalev) een deel van het Lappersfort wil kopen. Overleg op het stadhuis met burgemeester Moenaert levert alleen een ‘goed gesprek’ op, verder niets. ‘Het zou van volwassenheid getuigen als de bezetters het terrein spontaan opruimen’, sneert Moenaert naar een radiojournalist. Voor de televisiecamera’s van de VRT bedanken een aantal Lappersfronters Vera Dua.
Luc Vanneste van het Groene Gordel Front: ‘Ik ben al blij dat er weer gepraat wordt. Ons standpunt is duidelijk: wij willen geen compromis, maar wel duurzame alternatieven voor die ontsluitingsweg.’
Van Fabricom hebben de Lappersfronters niets meer gehoord. Schouderklopjes waren er wel. Uit heel het land, van Kamagurka tot Het Laatste Nieuws-commentator Luc Van der Kelen. ‘Dat deed deugd’, zegt Vanneste. ‘Want de laatste weken waren zenuwslopend. Elke keer dat ik een politiesirene hoor, denk ik: “Het is zover.” Paranoia. Een bosveldslag, dat zou een bom zijn. En dat in het jaar van Brugge 2002.’
Ook in het bos is de sfeer gespannen. Terwijl actievoerders komen en gaan, trekken Brugse jongeren de wacht op. Tom en Sonja hebben het Lappersfort intussen verlaten. ‘We konden de spanning niet meer aan. Eerst wou ik me aan een boom vastketenen. Maar ik ben 41, heb MS, dat gaat niet meer’, zegt Sonja. ‘Misschien werd het ook tijd dat we vertrokken. We zijn ernaartoe gekomen met een goede intentie. Maar we voelen dat het bos moe begint te worden.’ (lachje)
De twee hebben een caravan gekocht en kijken uit naar een boerderij. Maar ze willen wel dicht bij het bos blijven wonen, om jong te blijven. Tom: ‘Uiterlijk is het voor ons misschien afgelopen, innerlijk niet. Ach, ik ga dit nooit vergeten, jongen. Dit gaat nog gebeuren in België. Misschien ga ik dan nog wel eens langs. Voor een paar dagen waarschijnlijk, wie weet langer. En dan zeggen: ik ben er nog bijgeweest in het Lappersfort.’
Sonja: ‘Ze gaan ons nooit meer in een hokje in de stad kunnen stoppen. Het echte leven, meneer, dat gaat niet zo.‘
Stijn Tormans
(foto’s: Patrick De Spiegelaere)